We horen tegenwoordig veel over het belang van communicatie. Goede communicatie is belangrijk om processen op goede wijze te laten verlopen, voor teambuilding, het creëren van draagkracht en om identificatie van het individu met een groot project of ontwikkeling te versterken. In plaats van 'kennis is macht' zou je kunnen zeggen: communiceren is macht.
Maar wat communiceer je en hoe? In de praktijk is dat nog best ingewikkeld – soms past de aangeboden communicatie of het gekozen medium niet bij de geadresseerde of is er discussie over de informatie zelf. De vraag of iets een feit is of fake nieuws, alternatieve feiten, propaganda, desinformatie, of dat er sprake is van tunnelvisie of een onbedoelde fout, wordt vooral tijdens een crisis belangrijk. Want in principe zouden integriteit en waarheidsvinding altijd bovenaan moeten staan bij elke communicatie, zelfs tijdens een ongemakkelijke discussie of conflict.
De parasja van deze week opent met communicatie – God roept Mosjé vanuit de Ohel Moëd – de Tent der Samenkomst – van het Misjkan, het draagbare heiligdom. Wie het eerste vers van de parasja bekijkt, ontdekt eigenlijk drie vormen van spreken: roepen (wajikra), spreken (wajedabér) en zeggen (lémor). Blijkbaar is er wat bijzonders aan de hand met die Goddelijke communicatie. De midrasj en de commentatoren benadrukken dan ook de bijzondere kwaliteit van deze Goddelijke stem. Hoewel God ook met Adam, Noach en Awraham sprak, was zijn spreken met Mosjé toch anders van karakter. Bij de eerdere personages diende de communicatie een meer aards doel – Adam was de eerste tuinier in het Paradijs, Noach was de dierenoppasser en Awraham de gastheer voor de Goddelijke Aanwezigheid in de vorm van de drie gasten die hem bezochten. Maar bij Mosjé diende de communicatie een hoger doel.
In de verschillende midrasjim wordt benadrukt dat dit Goddelijke spreken iets bijzonders was dat niet iedereen is gegeven. Zo stopte God met spreken tot de profeten van de volkeren na het oprichten van het Misjkan – profetie is vanaf dat moment alleen bij Jisraeel te vinden. Volgens een andere rabbijn is de Stem zo bijzonder dat alleen Mosjé hem hoorde, maar de rest van Jisraeel niet. Zelfs Aharon hoorde deze stem niet. Weer anderen wijzen op andere profeten die de Stem ook hoorden, maar toch een ander niveau van openbaring kregen dan Mosjé. Zij zien/horen – zien en horen lopen in de beschrijvingen van een openbaring/profetie soms door elkaar heen – het in beelden en langs verschillende reflecties die de oorspronkelijke communicatie op een bepaalde manier vervormen. Ze zien geen duidelijk beeld/geluid. Mosjé sprak met God van “aangezicht tot aangezicht”, zoals mensen of gelijken als het ware met elkaar praten.
Het opmerkelijke aan al deze verklaringen is dat in de communicatie velen worden uitgesloten en alleen Mosjé de Stem écht hoort. De rest verneemt deze Stem via Mosjé die als 'luidspreker' en communicatiemedium fungeert voor de rest van Israël. Volgens een Misjna in Pirke Avot (Spreuken de Vaderen 6:2) is iets van de stem van de Openbaring op Sinaï nog steeds hoorbaar in elke generatie. Misschien niet de stem zelf, maar wel een zwakke echo (bat kol). Blijkbaar is de stem niet eenmalig maar een continu roepen, en hoorbaar ook voor anderen dan Mosjé.
De stem zegt echter een vermaning/aansporing: “wee de mensen, vanwege de beschaming van de Tora.” De stem zet de mens aan tot bestudering en vervulling van de Tora. Toch zien we in de praktijk dat de stem nauwelijks effect lijkt te hebben op de mensheid. Volgens de chassidische meesters is dat echter niet waar. De stem doet zijn werk in het verborgene – in de vorm van gedachtes die aanzetten tot positief gedrag en het stoppen met destructief gedrag. De stem die uit de woestijn klinkt, zal volgens Jesjaja (40:3) alleen voor iedereen – de hele mensheid – duidelijk hoorbaar zijn in een nieuwe werkelijkheid, waarin er geen onduidelijkheid/miscommunicatie meer bestaat. Wanneer “de heerlijkheid (kavod) van de Eeuwige zich zal openbaren” en zichtbaar wordt dat "de mond van de Eeuwige heeft gesproken" (40:5).
Sjabbat sjalom!