Met Poeriem in aantocht vind je op internet zeeën van vragen die aan rabbijnen worden voorgelegd. Een klein overzichtje:
Vraag: Kan je het geld dat bedoeld is voor de armen (één van de verplichtingen van Poeriem) ook aan een meisje van 12-13 geven? Ik heb namelijk gehoord dat als er geen arme in de buurt is, je het geld ook kan geven aan iemand die niet werkt en geen inkomen heeft.
Antwoord: Dat kan, maar je moet wel uitzoeken of ze niet op vaste basis door haar ouders wordt onderhouden. In zo’n geval dat ze op "de tafel van haar vader steunt", en ze financiële zekerheid kent, dan valt dat niet onder de categorie 'arme' (ebjion).
Kijk, hier begrijp ik dus niets van, van deze vraag. Uiteraard moet een meisje van 12-13 door haar ouders onderhouden worden en dus geen zorgen hebben over haar levensonderhoud! Ook wonderlijk dat deze persoon geen arme mensen in de buurt kent. En hoe zou je in onze maatschappij iemand noemen die geen werk heeft en geen inkomen heeft? Toch zeker iemand die best een financieel steuntje in de rug kan hebben ...
Ook rijst de vraag of je op Poeriem de aalmoezen aan verslaafden mag geven in Zuid-Tel Aviv, waar blijkbaar veel verslaafden zijn. Volgens de vraagsteller zwerven die op de stoepen daar. Het hele jaar door geeft de vragensteller deze mensen geen geld, maar misschien ligt dat op Poeriem anders? Op Poeriem kennen we namelijk de stelregel dat "iedereen die zijn hand uitsteekt, geld krijgt" en we niet hoeven uit te zoeken of het geen bedrieger is. Maar het is vrij duidelijk dat de verslaafde van het geld weer drugs gaat kopen? De rabbijn is echter onverbiddelijk: "Men moet geen aalmoezen geven aan een arme die niet fatsoenlijk / geschikt is, en zelfs niet op Poeriem!" Zo, dat zal ze leren die verslaafden! De rabbijn heeft het probleem hiermee opgelost ...
Vraag: Ik zou graag het volgende willen weten: wij hebben een feestje op de werkplek en men heeft verschillende verkleedkleren gekocht. Is er een probleem om je als een demon te verkleden?
Antwoord: Er is geen probleem om je als een demon te verkleden. Maar weet wel dat het verkleedpak getuigt van een innerlijk streven dat diep verstopt zit in het hart van de mens, dat uiterlijk naar buiten komt in de verkleedkleding die we één keer per jaar kiezen. Wij willen doordringen in het labyrint van de ziel door de keuze van ons verkleedpak. Wij willen de goddelijke ziel ontdekken die zich verstopt in onze geest. Juist door onze normale kleren te bedekken aan de buitenkant (door het verkleedpak). Want het woord voor kleding – beged – bestaat uit dezelfde letters als bedriegen ...
Ik weet niet of ik het einde van dit antwoord helemaal begrijp. Maar het komt er op neer dat onze normale kleding een vorm van bedriegen is. We bedekken onze ware aard immers aan de buitenkant door kleren aan te trekken en de toeschouwer als het ware te bedriegen. Door onze normale kleding die al een verhullen en bedriegen is, nogmaals te verhullen door een verkleedpak kom je dus bij je ware aard uit, lijkt deze rabbijn te zeggen. Maar helemaal zeker ben ik hier niet van ...
Natuurlijk wordt er ook gevraagd hoe Esther nu eigenlijk met Achasjverosj kon trouwen, een niet-Jood. Is dat dan geen zonde? Het antwoord:
Inderdaad, het is een grote zonde om met een niet-Jood te trouwen, en nog een slechte antisemiet ook! Maar de geleerden zeggen dat ze niet uit vrije wil huwde, maar alles was gedwongen. Slechts één keer vroeg ze Mordechai of ze uit vrije wil naar de koning moest gaan. En hij zei haar dat het toegestaan was om alle Joden te redden. En hierover zegt de Talmoed: "een zonde begaan met een zuivere intentie is belangrijker dan een religieus gebod volbrengen zonder zuivere intentie!"
Vooral dit laatste “een zonde begaan met een zuivere intentie” is een beetje een gevaarlijke uitspraak. Sabbetai Tzvi en de Frankisten werden hier nu juist voor veroordeeld. Deze groepen ontwikkelden namelijk de theologie dat men af moet dalen tot het Kwaad om het Kwaad te verlossen. Dat zet de deur open voor allerlei bedenkelijke handelingen onder het mom van "ik doe juist een grote religieuze daad". Maar hoe verlos je het Kwaad dan wel? Goede vraag, misschien heeft u het antwoord?
En ook, zoals elk jaar, duikt de vraag op of mannen zich als vrouwen mogen verkleden. Volgens een rabbijn uit Tsfat – u weet wel uit dat woelige noorden van Israël waar het al meer dan 2000 jaar borrelt en bruist (het noorden was o.a. een tijdje de bakermat van opstanden tegen de Romeinen) – kunnen kinderen onder de 13 dat wel, maar volwassenen niet. Hij wijst er wel op dat er rabbijnen zijn die toestaan dat men slechts één vrouwelijk kledingstuk aandoet, omdat voor iedereen duidelijk is dat men zich niet geheel als vrouw verkleedt. Maar gewoon voor de Poeriem-lol één kledingstuk van vrouwen aandoet.
Minder leuk was het bericht in de krant over de escalatie van de ruzie tussen Sjas-aanhangers en Lithuaanse ultraorthodoxen, waar ik al eerder over schreef. Volgens de Jedi'ot Acharonot zal dit jaar rabbijn Mazoz – één van de prominente Oriëntaalse rabbijnen – de fik steken in de traditionele Haman-pop. Zaterdagavond zal in Bne Berak in de leerschool Kisee Rachamim, hangende vanaf de 4e verdieping, de traditionele Haman-pop in de fik gestoken worden, een oud Tunesisch gebruik. Echter, deze keer is de pop gemaakt van kranten uit het Lithuaanse kamp, de Jeted Ne'eman, het lijfblad van de ultraorthodoxe Lithuaanse Joden uit Bne Berak. Ik schreef al eerder dat ik hier niet vrolijk van word. Je steekt andermans kranten, boeken of geschriften niet in de fik (ook poppen niet, vind ik een onsympathiek gezicht en een symbolische handeling die geweld uitstraalt). Dat is vaak een voorbode van haat en geweld, zoals de geschiedenis helaas al vele malen liet zien.
Niettemin een vrolijk Poeriem en drink aub met mate ...
Zorg dat er altijd een Bobbele is, de Joodse Bob ...