4 mei en 5 mei 2020 – dagen die we dit jaar anders beleven dan normaal vanwege de coronacrisis. 4 mei was dit jaar voor mij ook een andere dag dan normaal omdat het de verjaardag van mijn moeder is. Zij stierf helaas echter ruim drie weken voordat ze 75 jaar zou worden. Nu is 4 mei 1945 hoe dan ook een aparte dag om geboren te worden – met één been nog in de oorlog, het andere al voorzichtig in een bevrijd Nederland de dag daarna. Maar dit is uiteraard onzin, want oorlog en vrijheid kun je niet in data meten, zoals je ook niet exact op je achttiende verjaardag volwassen werd. Met het onderhandelen van de capitulatie in Hotel de Wereld was de oorlog niet afgelopen. Niet voor de gewone Nederlanders, en zeker niet voor de Joden. De echo's en het nadreunen van de oorlog zien we terug in de Joodse gemeenschap, waar nog zo veel trauma en pijn is. We kunnen het ook teruglezen in de 4 mei-lezing van Arnon Grunberg. Mijn moeder vierde haar verjaardag zolang ze in Nederland woonde dan ook bijna niet.
Bij ons thuis keken we ook nooit naar de herdenking op de Dam (we schrijven jaren zeventig-tachtig van de vorige eeuw), maar altijd naar de zender met de herdenking op de Waalsdorpervlakte – met de vlam en het klokgelui. Ook ging men in die tijd maar weinig naar de herdenking op de Dam – men koos de Apollolaan – totdat het daar te veel over de ellende in de Derde Wereld ging naar mijn moeders smaak … Een man bij ons in de straat moest ook nooit wat hebben van de herdenking op de Dam. Hij vertelde mij hoe hij aan het eind van de oorlog als jongen van circa zestien voor de Arbeitseinzats werd geronseld in het oosten van Nederland. "Dezelfde agenten die eerst de transporten van de Joden begeleidden, zetten nu ons op de trein. En nu mogen ze de ceremonie op de Dam bewaken." De oorlog was blijkbaar ook voor hem nog niet over.
Toch kijk ik met mijn kinderen wel elk jaar naar de ceremonie op de Dam. Het was raar om een volledig lege Dam te zien, gisteren op de tv. Waarom overigens geen kleine ceremonie met honderd mensen bijvoorbeeld? Dat was op het gigantische plein best coronaveilig te regelen geweest – je zult daar meer vierkante meters per persoon hebben dan in de supermarkt … In deze wat bizarre entourage hoorden we de koning toch een gevoelige toespraak houden, waarin opnieuw een handreiking aan de Joodse gemeenschap werd gedaan. Een erkenning van wat bij Joden al vanaf de oorlog leefde – een gevoel van in de steek gelaten te zijn door de regering. Het is moedig van de koning dat hij dit heeft gedaan, zeker waar het kritiek betreft op de eigen familie.
Dingen veranderen toch, maar misschien niet altijd in het tempo dat we zouden willen. Zo wordt het langzaam tijd om ook voorzichtig over vrijheid te praten in de Joodse gemeenschap. Om niet alleen iets met 4 mei te hebben, maar heel aarzelend ook met 5 mei – met alle pijn die er nog steeds leeft. Stilstaan bij vrijheid is niet genoeg.
We moeten ons opnieuw, samen met anderen diepgaand committeren aan een samenleving van vrijheid en rechtvaardigheid. Dat zal niet makkelijk zijn, want Nederland is veranderd en de Joodse gemeenschap vind het soms moeilijk haar plek in het nieuwe landschap te bepalen. De oude vrienden en partners van vroeger stellen misschien soms teleur. We zullen ook nieuwe vrienden moeten maken, nieuwe allianties moeten aangaan, andere strategische keuzes moeten maken voor een vitale Joodse gemeenschap voor het heden en de toekomst.
Volgende week is het Lag be'Omer, de 33ste dag van de Omer. Waar en hoe deze dag in de kalender is terechtgekomen als bijzondere dag en feestdag is niet duidelijk. In ieder geval wordt al vanaf de Middeleeuwen rond deze tijd een soort van feestdag gevierd – een dag waarop natuur en natuurelementen centraal stonden, een soort vitaliteitsidee. Dit werd later verbonden met mystieke ideeën en pelgrimages naar Meron.
De Omertijd – oorspronkelijk een vrolijke oogsttijd – veranderde ergens in de Joodse traditie in een droevige tijd – een tijd van ascese, treur en rouw. De kruistochten, de Romeinse bezetting en het inzicht dat de autonomie misschien wel voor altijd verloren was gegaan na het neerslaan van de Bar Kochba-opstand, de mysterieuze dood van de 24.000 leerlingen van Rabbi Akiva – allemaal mogelijke redenen die worden aangevoerd voor de sombere stemming. En dan is er opeens die raadselachtige 33ste dag waarop een ommekeer plaatsvindt. Met één been nog staand in de nacht wordt het licht, de verlossing en bevrijding al gevierd – vandaar het aansteken van de vreugdevuren. Terwijl de echte feestdag van Sjawoeot, waarop de Tora en haar licht centraal staan, nog moet komen over zeventien dagen. Soms moet je al vieren terwijl het nog wat donker is en de dageraad nog maar nauwelijks zichtbaar.
Sjabbat sjalom