Terwijl het eerste strooigoed, pepernoten, kruidnoten – eventueel in chocolade, yoghurt- of spelt-variant (gezonder en zo …) – en taai-taai alweer in de supermarkt ligt, genieten wij nog na van twee dagen Rosj Hasjana. We staan nog even stil bij de gasten die we hadden, de geanimeerde tafelgesprekken, de lekkere granaatappel-vijgentaart, of het bijzondere passiflora-ijsje dat onze gastvrouw of -heer ons als toetje voorzette. Met gewone traditionele (= sáái) honingkoek kom je namelijk allang niet meer weg. Ja, behalve als er halva, pecannoten, bier of sinaasappel in zit.
We nemen ook nog even de kwaliteit van de chazzan en de ba’al tokea (degene die op de sjofar blaast) door. En uiteraard het aantal aanwezigen op de eerste en de tweede dag, die altijd wat tegenvalt. Ja, de dienst was ook wat lang met al die pijoetiem die in moeilijk Hebreeuws zijn geschreven en soms dus best onbegrijpelijk zijn.
Eén van die pijoetiem is het anonieme Hajom Harat Olam uit het moesafgebed, dat men al in de Seder Amram Gaon (9e eeuw), het Machzor Vitri (12e eeuw) en in de tekst van het gebed in de codex van Maimonides aantreft (eind 12e eeuw). Wat betekent dat ‘harat olam’ nu eigenlijk? De dag is ‘zwanger van de wereld’, de dag draagt de schepping als het ware in haar baarmoeder, om deze te baren op Rosj Hasjana – de dag van de schepping van de wereld. Een mooi vrouwelijk beeld, hoor ik u al denken … Een andere uitleg ziet in harat een verwijzing naar ‘gedachte’. De dag waarop de gedachte ontstond om de wereld te scheppen – deze werd echter pas in de lentemaand Nissan (tevens de maand van de Exodus uit Egypte) écht in fysieke zin gemaakt. Een lange zwangerschap in gedachte die de echte fysieke wereld een half jaar later oplevert, op 1 Nissan. Welnee, harat betekent strijd of oordeel zeggen weer anderen, omdat Rosj Hasjana de dag van het oordeel is, niet de dag van de schepping van de wereld. Die was namelijk vijf dagen eerder op 25 Elloel – Rosj Hasjana is de dag van de schepping van de mens, de zesde scheppingsdag. En die werd diezelfde dag namelijk ook berecht vanwege zijn misstap.
Een midrasj weet de exacte uren van die zesde dag in kaart te brengen:
Met duizenden, zelfs tienduizenden vluchtelingen aan de poorten van Europa krijgen de woorden van een andere pijoet – Oenetané Tokef – een haast tastbare betekenis: “wie zal leven, wie zal sterven … wie zal rusten, wie zal ronddolen … wie zal genieten, wie zal pijn kennen …” Om vervolgens over te gaan tot de oproep tot inkeer, gebed en rechtvaardige daden (tsedaka). We worden dus opgeroepen om niet te berusten in het oordeel, maar deze te keren door ons menselijke handelen. Juist de visie die Rosj Hasjana verbindt met de schepping van de mens, sluit hier goed bij aan. Het oordeel komt deels tot stand door menselijke wandaden; maar ook het keren van het oordeel voor een betere toekomst in het nieuwe jaar is deels aan ons gegeven: andere keuzes (inkeer), een andere manier van kijken naar de dingen (gebed), en anders handelen (rechtvaardige daden).
Ondertussen wordt in Oekraïne volgens de Yediot al enkele dagen een jonge Israëliër vermist, Amir Ochana. Hij was voor Rosj Hasjana naar Uman afgereisd, naar het graf van rabbi Nachman van Breslav. Zijn vrouw maakt zich grote zorgen omdat al enkele dagen niets meer van hem vernomen is – sinds zijn tocht naar een plek in het bos om daar in stilte met God te communiceren (hitbodedoet). Dat de man epilepsie heeft, maakt de zaak niet beter … Omdat hij echter vertrokken is zonder verzekering, wordt volgens het verhaal van zijn vrouw geen Israëlisch reddingsteam naar Oekraïne gestuurd. Israëlische diplomaten en politieagenten die al in Oekraïne waren wegens de grote aantallen Israëlische bezoekers die met de Hoge Feestdagen daar aanwezig zijn, staan wel in contact en overleg met de Oekraïense overheid om een zoekactie te starten. Narrisj misschien om geen verzekering af te sluiten, maar gaat een mensenleven niet boven alles? Wie één mens redt, et cetera.
Een goed jaar en alvast goede vasten!