Met het nieuwe jaar in aantocht en Kerstmis binnen enkele dagen is er op de televisie en in de media elk jaar veel aandacht voor goede doelen. Van mensen met een uitdaging/beperking en vluchtelingen in nood, tot mensen die extreem verliefd zijn maar elkaar om allerlei redenen niet kunnen zien (‘All you need is love…’). Gelukkig zijn daar de programmamakers die het leed in de wereld voor even verzachten. We kunnen er natuurlijk cynisch over doen, maar het heeft toch iets positiefs, zelfs als de veranderingen in het grote plaatje nihil zijn en slechts cosmetisch worden opgeleukt. Een paar jaar geleden sprak ik hier over met een orthodoxe rabbijn. Ik merkte op dat ik niet zo heel erg geloof dat dergelijke acties en programma’s veel zullen veranderen, maar dat alle beetjes helpen. En vroeg me af waarom wij met Rosj Hasjana eigenlijk niet zo bezig zijn met goede doelen.
Waarom zijn er dan in Israël geen programma’s over mensen in nood? We zetten vooral in op inkeer en gebed, maar ook tsedaka (liefdadigheid) is een van de drie pijlers om het oordeel te veranderen. Meestal geven we die echter aan religieuze doelen en minder vaak aan maatschappelijke doelen. De rabbijn was het niet met me eens, en kon weinig positiefs ontdekken in de aandacht voor goede doelen en goede voornemens. Het precieze argument herinner ik me niet zo. Het kwam er ongeveer op neer dat hij het te weinig concreet vond. Dit gaat mensen niet echt veranderen – zoiets. Dat laatste ben ik wel een beetje met hem eens, maar dat wil nog niet zeggen dat het daarmee zinloos is. Wél moeten we er voor waken dat het geven aan goede doelen geen manier wordt om de echte problemen onder het tapijt te vegen.
De zorg om het lot van de wereld zo aan het einde van het jaar brengt me naar een internetresponsum van rabbijn Aviner op de site van Srugim. Eigenlijk is het meer een soort verslag van een vraaggesprek met de rabbijn. Een gesprek dat een aparte wending neemt. Hieronder een ingekort verslag.
Vraag: Er zijn mensen die zeggen dat de wereldbevolking over tien jaar 8.5 miljard mensen telt. Hoe kan er voedsel voor iedereen zijn? Nu al zijn er problemen (met de voedselvoorziening, lm).
Antwoord: Er zijn 800 miljoen mensen die honger lijden, elke dag sterven er 30.000. Ook in de staat Israël is er honger, maar geen honger zoals in andere landen (…)
Wat is de oplossing? Natuurlijk is er een oplossing. God heeft eten voor al zijn schepselen voorbereid. Op voorwaarde dat we niet zondigen door voedsel te verspillen (…) In Israël komt 35 procent van al het voedsel bij het afval terecht. (…)
Wat is de oplossing hiervoor? Een wet die het weggooien van voedsel verbiedt en verplicht dat je het geeft aan organisaties die het weer verdelen onder de armen (…) wat niet voor mensen geschikt is aan de dieren geven of als mest voor de landbouw. (…)
En als dit allemaal niet werkt? Dan moeten we alternatieve voedselbronnen creëren (…) eiwitten kan je ook uit soja halen. En niet-Joden kunnen allerlei insecten eten.
Kunnen wij (koosjere) sprinkhanen eten? De Jemenieten hebben een traditie om koosjere sprinkhanen te eten, maar anderen niet (…) Dus blijft er alleen soja over en synthetisch vlees. (…)
En alternatieven voor sla en dergelijke? Algen/zeewier. De natuur zit er vol mee (…) maar een hechsjer is wel nodig, want ze zijn erg aangetast door insecten en wormen.
Er volgt een verhandeling over het industriële eten dat vol zit met vet en suiker en de negatieve gevolgen voor de gezondheid, en hoe mensen worden aangezet om meer te eten dan nodig is. Vervolgens gaat de rabbijn in op de voordelen van biologisch voedsel, maar ook de nadelen (te duur, hoog waterverbruik, en dergelijke). Vervolgens gaat het gesprek verder over de wenselijkheid van vegetarisme – een visioen dat pas in de verre toekomst op wereldniveau ingang zal vinden. Tot dan is het een individuele keuze. De rabbijn vervolgt met voedingsadviezen voor vegetariërs.
Antwoord: Vegetarisme is een gezonde keuze, indien die wordt begeleid door een voedingsdeskundige. Wel moeten bepaalde basisvoedingsstoffen worden aangevuld (…) door bijvoorbeeld granen, zoals rijst met linzen, vanwege de behoefte aan ijzer.
Het gesprek neemt weer een opmerkelijke wending, naar het belang van tandenpoetsen.
Is het noodzakelijk om de tanden te poetsen? Uiteraard, om cariës tegen te gaan, vanwege de bacteriën in de mond. Een kind heeft twintig melktanden die vervangen worden; een volwassene 32, die niet meer worden vervangen (…) de tand is een levend orgaan met zenuwen die tegen bacteriën moet worden beschermd.
Hoe vaak moet men tandenpoetsen? Na elke maaltijd, na het opstaan en voor het slapen gaan (…) en geen suikerhoudend voedsel tussen de maaltijden.
Conclusie? “Wie zijn mond en zijn tong bewaakt, bewaart zichzelf voor benauwdheden.” (Spreuken 21:23)
Sjabbat sjalom en een goed 2019!