Poeriem

Leo Mock z”l

vrijdag 6 maart 2009

Ik ben al helemaal aan het proefdraaien voor Poeriem en heb de smaak al te pakken. U ook? Vooral de grijze Nederlandse luchten en de nevelige ochtenden helpen natuurlijk een handje mee. Gelukkig dragen ook de kranten hun steentje bij. Zo is eindelijk het raadsel rond ‘navelpluis’ opgelost. En ga nu niet zeggen dat je niet weet wat dat is, of dat het je niet bezighoudt. De Oostenrijkse scheikundige Georg Steinhauser heeft dit fascinerende fenomeen nu - Baroech Hasjeem - opgelost: in de navel blijkt zich een zekere haarsoort te bevinden die pluisjes van kleding ‘vangt’ en de navel in trekt. Tot deze scherpzinnige conclusie kwam hij na drie jaar lang 503 navelpluisjes te bestuderen van o.a. zichzelf, vrienden, familie en collega’s. Hij biedt zelfs drie oplossingen voor dit nijpende probleem: het afscheren van de buikharen, een navelpiercing, of het dragen van oude kleding, omdat die minder pluizen dan nieuwe kleren. Eerder hield deze wetenschapper zich ook al met een ander groot probleem bezig: de slijtage van zijn trouwring. Hierover publiceerde hij een artikel onder de naam: “Quantification of the Abrasive Wear of a Gold Wedding Ring”.

Een van de opmerkelijkste Poeriems vierde ik eens zo'n 20 jaar geleden in een Chassidische jesjiva in een arm ontwikkelingsstadje in Israël. Hoewel het een Chassidische jesjiva was ‘ging men niet los’. Raar, dacht ik. Terwijl ze gewoonlijk toch niet hun hand omdraaien voor wat stevige glazen vodka. Nee, op Poeriem ging het er nogal ingetogen, haast calvinistisch aan toe. Geen verkleedpartijen en geen licht aangeschoten jesjiva-leerlingen die op straat lallen – zoals ik dat elders nog wel eens zag – en er heerste zelfs een licht gespannen sfeer. Wat was hier toch aan de hand? Waar was die bekende Chassidische vrolijkheid?

Of ik dan niet wist dat de Zohar schrijft dat ‘Jom Kippoeriem’ (zo wordt Jom Kippoer in de Tora genoemd) betekent ‘Jom ke-Poeriem’ – een dag zoals Poeriem. Ja, de heiligste vastendag van het jaar is een dag zoals Poeriem en zelfs ondergeschikt daaraan. Poeriem is nóg heiliger, zo werd me uitgelegd. Want de heiligheid die we met Jom Kippoer bereiken door van eten en drinken af te zien, die bereiken we juist op Poeriem door lekker te eten, goed te drinken en vrolijk te zijn. “Maaaaaaar”, vertrouwde de jesjiva-student me toe, “dat betekent dat echte lichtzinnigheid en leeghoofdigheid op Poeriem, als zeer heilige dag, dus niet thuis horen”. Dergelijk losbandig gedrag hoort bij ‘misnagdiem’ – de historische tegenstanders van de Chassidiem in Oost-Europa, aan wier Godsvrezendheid sowieso al getwijfeld wordt door Chassidiem. Vandaar dat er zelfs jesjivajongens zijn die zich dan verkleden als vrouw! Ik zag mijn gesprekspartner licht rillen bij het uitspreken van deze woorden. Hoewel ik er zelf niet zo veel kwaad in zag, in die als vrouwen uitgedoste mannen met lippenstift op, een pruik en andere parafernalia. Ik bedoel: van mij hoeft het niet, maar ach het hoort een beetje bij de carnavaleske sfeer ... Echt overtuigend vond ik het betoog van die jesjiva-jongen toen dus niet. Vooral niet omdat ik een andere Chassied ooit iets heel anders had horen zeggen. Op basis van de overeenkomst in getalswaarde tussen ‘wijn’ en ‘geheim’(zie mijn column van vorige week) is veel drinken juist aan te raden omdat dan je echte innerlijk – je pniemejus in Jiddisj-Hebreeuws – naar buiten komt. Zelfs als dat betekent dat je misschien ogenschijnlijk rare dingen gaat doen die op een normale dag niet kunnen. Ik mag deze minder brave verklaring wel. Hoewel, bij sommigen werd inderdaad hun binnenste zichtbaar, omdat ze zoveel dronken dat ze in stralen hun eten en drinken uitkotsten. Dat kon ik dan weer minder waarderen....

In de wintervakantie was er op de Israëlische TV overigens opschudding over verhalen dat in een bepaalde Chassidische middelbare school alcohol genuttigd zou worden door minderjarigen. Het TV-programma, een soort Zembla, ging er met de verborgen camera op af en kwam terug met sappige beelden. Hierop was te zien hoe leraren van de school wijn en sterker spul aanbieden aan minderjarige jongeren, die even later licht aangeschoten aan tafel zitten. Maar ja, het was Poeriem, verdedigde de directeur van de school zich en normaliter drinken ze natuurlijk niet. Het leek mij een enigszins Clinton-achtig verweer (“Ik inhaleerde niet” en “I never had ...” etc). Maar goed.

Zoals bekend, bestaat er een gebruik om op Poeriem fake-uitleggen te bedenken op Tora of Talmoed, de zogenaamde Poeriem-Tojres. Deze worden bij voorkeur uitgesproken door een alleen voor Poeriem benoemde ‘Poeriem-Rebbe’, een soort Prins Carnaval dus. Vaak wordt in zo'n nep-drosje ook de draak gestoken met leraren en rabbijnen. Chassidiem moeten ook van deze gewoonte weinig hebben, omdat ze het spotternij en lichtzinnigheid (kaloet rosj) vinden.

Tot slot een Poeriemverhaal. Men vertelt dat een bedelaar op Poeriem van Reb Chajim uit Volozhin zijn gift voor de armen had ontvangen. De arme man weigerde echter te vertrekken en wilde nog een keer geld hebben. De rabbijn ging akkoord maar eiste wel dat de arme man hem een nieuwe uitleg (een chiddoesj) op de Megilla zou zeggen. De man vertelde het volgende: In de Midrasj wordt verteld dat Mordechai de profeet Elija ontmoet en van hem hoort over het besluit dat in de Hemel is genomen om de Joden, godbewaar, te vernietigen. Mordechai wil van Elija weten of het besluit in een kleitablet is geschreven en gewijzigd kan worden, of met bloed is geschreven en niet veranderd kan worden. Elija vertelt hem dat het besluit in klei is gegraveerd, waarop Mordechai blij de Joden van Susan inzamelt en het besluit weet af te wenden. “Maar”, vraagt de bedelaar aan Reb Chajim uit Volozhin, waar is in de tekst van de Megilla een bewijs te vinden voor deze Midrasj?”. Voordat de rabbijn kan antwoorden, geeft de bedelaar zelf al het antwoord: “Omdat er staat geschreven Als de koning het goed dunkt, zal er geschreven worden om hen te vernietigen (Esther 3:9). Lees niet: ‘zal er geschreven worden om hen te vernietigen’ (jikatev le’abdam), maar ‘er zal geschreven worden niet met bloed (jikatev lo bedam)’”. De rabbijn is verheugd met dit nieuwe inzicht en geeft de man opnieuw geld. Wanneer Reb Chajim uit Volozhin bij zijn leermeester de Gaon van Wilna komt, vertelt hij het verhaal van de bedelaar aan zijn leraar. Deze onthult zijn leerling tot diens verbazing dat de bedelaar niemand anders was dan de profeet Elija zelf.

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.

Columns 2023

Columns 2022

Columns 2021

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Columns 2010

Columns 2009

Columns 2008