In ons leesrooster lezen we het boek Wajikra altijd uit vóór Sjawoeot. Volgens de Talmoed is dat al een hele oude minhag, die teruggaat op Ezra – ergens in de zesde eeuw voor de gangbare jaartelling dus volgens de orthodoxe visie op teksten en hun historische juistheid: “Er werd geleerd: Rabbi Shimon ben Elazar zegt: Ezra bepaalde voor het Joodse volk dat zij het gedeelte van de vloeken die in Wajikra staan vóór het Slotfeest (atseret, hier Sjawoeot) moeten lezen, en die (vloeken die) in Dewariem (staan) vóór Rosj Hasjana."
De Gemara vraagt hierop wat de reden hiervoor is: "Abaye zei, en sommigen zeggen dat het Resh Lakish was die zei: opdat het jaar samen met zijn vervloekingen wordt afgesloten …." (Megillah 31b)
In de context van het voorschrift om de megilla met het Estherboek op Poeriem te lezen, behandeld dit gedeelte van het traktaat Megilla enkele aspecten van het leesrooster. Overigens was het volgens de Talmoed ook het gebruik dat men met Vastendagen ook de vervloekingen – ze worden ook wel 'berispingen' genoemd, een wat eufemistische benaming mijns inziens – werden gelezen, uiteraard wel voorafgegaan door de zegeningen. We lezen namelijk nooit iets dat enkel negatief is en we besluiten de lezing ook niet met iets dat negatief is. Ook dat blijkt al in de Talmoed zelf een gebruik te zijn. Overigens lezen wij al eeuwen helemaal niet uit de zegeningen en vloeken op Vastendagen maar wordt Sjemot 32:11 gelezen en verder (uit de parasja Ki Tisa) waarbij onder andere de dertien Barmhartige Eigenschappen van God worden gelezen en hoe Mosjé verzoening bewerkstelligt voor Israël na het zonde van het Gouden Kalf. We doen dus niet altijd automatisch alles wat in de Talmoed staat …
De Talmoed gaat echter verder om de vergelijking tussen Sjawoeot en Rosj Hasjana wat te bevragen – dit zijn toch twee heel verschillende feesten? “Met betrekking (tot de vloeken) die in Dewariem staan, is de reden aannemelijk: opdat het jaar samen met zijn vloeken wordt afgesloten (Rosj Hasjana is immers het begin van een nieuw jaar). Maar met betrekking (tot de vloeken) die in Wajikra staan, is het Slotfeest (Sjawoeot) een nieuw jaar dan? Ja, inderdaad, Sjawoeot is ook een Nieuwjaar(sdag), zoals we geleerd hebben (in Misjna Rosj Hasjana): "En op het Slotfeest (Sjawoeot) wordt een oordeel geveld over de boomvruchten ….”
Volgens mij is dit een belangrijk inzicht – voor ons is Nieuwjaar per definitie Rosj Hasjana. Vroeger lag dat toch echt iets genuanceerder, zoals blijkt uit de volgende eerste twee Misjnajot uit het traktaat Rosj Hasjana: “Er zijn vier Nieuwjaarsdagen (in het jaar): op één nisan is het Nieuwjaar voor koningen (regeringsjaren) en (voor de volgorde) van de Feestdagen. De eerste eloel is het Nieuwjaar voor de Tienden van dieren; Rabbi Elazar en Rabbi Sjimon zeggen: de eerste van tisjri. Op één tisjri is het Nieuwjaar voor (het tellen van de) jaren; voor het berekenen van Sjabbatsjaren en Jubeljaren; voor het planten (m.b.t. het bepalen van de jaren van orla, de periode waarin boomvruchten verboden zijn) en voor (het vertienden van) groenten. Op één sjevat is het Nieuwjaar voor de boom in overeenstemming met Beth Sjammai. Maar Beth Hillel zegt: het Nieuwjaar voor bomen is op de vijftiende van sjevat.
“Op vier momenten in het jaar wordt de wereld geoordeeld: op Pesach over het graan; op het Slotfeest (Sjawoeot) over de boomvruchten; op Rosj Hasjana trekken alle schepselen voor Hem langs (ter oordeel) … en op het Feest ( Soekot) wordt men geoordeeld over het water …"
Niet alleen is Sjawoeot een Nieuwjaarsdag, het is ook een dag van oordeel en daarmee vergelijkbaar met Rosj Hasjanna. Wij zijn zo beïnvloedt door de idee van Sjawoeot als dag van de Openbaring op de Sinaï en het geven van de Tora /Tien Geboden dat we de gewone aardse betekenis van Sjawoeot vergeten zijn en deze ook niet meer kunnen voorstellen, Er stond wel wat op het spel – namelijk het lot van de boomvruchten die een groot deel van het dagelijkse menu waren. Denk aan de zeven soorten van Israël waarvan er vijf een boomvrucht zijn. En volgens sommigen was het oergraan óók ooit een boomachtig gewas, vóór de zonde van Adam was het de Boom van de Kennis … Vandaar ook dat men vanaf Sjawoeot de eerste boomvruchten feestelijk en vol versieringen in een processie naar Jeruzalem brengt. Sjawoeot wordt zelfs Jom Habbikoeriem genoemd!
Hoe zouden we iets van de meer aardse betekenis van Sjawoeot weer kunnen terugkrijgen? Blijven we anders niet te veel in ons hoofd zitten, in onze eigen leernacht? Natuurlijk, er zijn de planten en bloemen die al eeuwenlang de Sjoel versieren. Maar toch zou er meer mee te doen zijn. Wie de Tora en haar voorschriften leest, kan niet om de aardse concrete context heen. Het is daarom geen toeval misschien dat men juist voor Sjawoeot de parasjot Behar en Bechoekotai leest, om te benadrukken dat het om de rechtvaardige samenleving gaat in de Tora waarbij de Openbaring vergaande ideeën over eigendomsrechten, bezit, vastgoed, landbezit en sociale zorg uitwerkt in concrete wetten. We kunnen de geluiden (kolot) en bliksemflitsen (berakiem) van het visioen zien en grote openbaringen krijgen – maar uiteindelijk gaat het om het uitvoeren in het hier-en-nu, in het ondermaanse, van wetten die best een proef voor ons ego(ïsme) en hebzucht zijn.
Sjabbat sjalom en chag Matan Tora en Jom Habikkoeriem sameach!
Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie).