Op een zondag liep ik weer eens op de Dam met mijn familie. Het was er druk en gezellig – met mooi weer is Nederland een heel ander land. Tussen de duiven, toeristen en straatkunstenaars zie ik een vlag wapperen met een halve maan en sterren. Turkije, dacht ik eerst. Later bleek het om de vlag van Turkmenistan te gaan en om een protest over wat China met de Turkmenen doet. Veel begreep ik er niet van, maar wel rees bij mij de vraag of dit protest wel op de Dam thuishoort. Hoe dan ook is het waarheidsgehalte op een warme zondagmiddag niet snel vast te stellen, en al helemaal niet als je in de ontspan- en recreatiemodus staat. Terwijl ik naar rechts keek, viel mijn oog echter op een andere, gele, vlag. Dit keer ging het om een protest van de Falun Gong, die in China zouden worden vervolgd. Nu had ik daar ergens al wel eens iets over gelezen. Maar ja, moet dat dan ook op de Dam, vroeg ik me opnieuw af.
Ik was nog aan het mijmeren over deze vraag toen ik een man zag die was gehuld in de Israëlische vlag en een spandoek met daarop de tekst: “Jodenhaters komen en gaan maar het volk Israël met zijn morele wetten blijft bestaan.” Het bleek om de vaste Dam-ganger Michaël Jacobs te gaan, zal ik later thuis gewapend met Internet vaststellen. Ik besluit een praatje met de gedreven man te houden. Welke morele wetten bedoelt hij – in de Bijbel of van de staat Israël? Want we hadden de afgelopen weken net gelezen hoe de oude Israëlieten de Midjanieten decimeerden … Waarom staat Jacobs eigenlijk op de Dam vraag ik hem, wat denkt hij te bereiken? “Zolang híj daar staat, sta ik hier”, zegt hij gedecideerd en transpirerend. Wie is die híj? Jacobs wijst naar de overkant, waar een corpulente man in een scootmobiel zit, met daaraan bevestigd twee Palestijnse vlaggen en bord met tekst.
Ik was best negatief met mijn vragen, vindt Jacobs. “Jij hecht veel waarde aan je mening”, zegt hij geïrriteerd, “maar de waarde van een persoonlijke mening is maar zeer beperkt.” “Tja”, jij-bak ik terug, “dat is ook weer een mening, toch?” Of ik wel weet waar meningen van gemaakt zijn. Nou, vraag ik? “Van gedachten – en dus lucht!” Maar zijn eigen tekst op dat spandoek is toch ook zijn mening, vraag ik nog. Nee, dat ligt allemaal heel anders. Als ik hem vraag waarom hij zijn lichaam eigenlijk in een vlag hult, en dat ik daar eigenlijk niet vrolijk van wordt, vindt hij het genoeg geweest en beëindigt hij het gesprek, want te negatief.
Aan de overkant is het nóg erger. De man in de scootmobiel is nóg sterker overtuigd van het eigen gelijk. Aanvankelijk wil hij niet eens met me praten. “jij hebt eerst met Jacobs staan praten, dus dan heb je je mening al gevormd.” Lekker open-minded is het hier op de Dam, denk ik terwijl ik me het vermoeiende gesprek met Jacobs weer voor de geest haal. Op het bord dat de man vasthoudt, prijkt een Israëlische vlag met een streep door de Davidster. Beleefd vraag ik hem waarom die streep door de Davidster staat – op deze manier is het ook op te vatten als gericht tegen Joden en Jodendom, waarvan de ster immers al enkele eeuwen het symbool is. “O, dus je noemt me een antisemiet?”, zegt hij meteen op luide toon. Niet per se zeg ik en herhaal mijn vraag. “Dat hebben wij niet bedacht, maar dat hebben we overgenomen van Joden zelf.” Het blijkt inderdaad te gaan om een spandoek dat eerder door anti-zionistische ultra-orthodoxe Joden werd gebruikt bij verschillende demonstraties. Wat overigens geen antwoord was op mijn vraag. Het feit dat anti-zionistische orthodoxe Joden iets doen wil niet zeggen dat dat daarmee goed is, en al helemaal niet dat anderen dat kunnen overnemen.
De man in scootmobiel blijkt overtuigd BDS-aanhanger te zijn, tegen het bestaansrecht van de staat Israël – die moet maar naar de VS worden overgeplaatst (hij laat een afbeelding zien met daarop de Israëlische vlag geplaatst op het grondgebied van de Amerikaanse Staten, Israël als één van de federale staten) – en spuugt ondertussen een zooi oneliners, eenzijdige informatie, verdraaiingen, onwaarheden en quatsch uit. Uiteindelijk komt hij bij de Joodse Raad uit “die ook lekker heeft meegeholpen in de Tweede Wereldoorlog.” Wat heeft de Joodse Raad er in vredesnaam mee te maken, vraag ik, om vervolgens een onbegrijpelijk verhaal terug te krijgen. Positief over Joden en Israël is het allemaal niet. Antisemitisch? Misschien, maar daar gaat het mij niet alleen om.
Het is vervelend dat dit allemaal maar kan op de Dam. En dat mensen die minder feitenkennis hebben, worden bestookt met allerlei info die ter plaatse nauwelijks te verifiëren valt. Politieke colportage in de openbare ruimte: willen we dat wel? Geef mij maar een zoveel mogelijk neutrale openbare ruimte met zo min mogelijk commerciële, religieuze en politieke symbolen.
Sjabbat sjalom!