Door alle feestdagen zijn er allerlei dingen blijven liggen – drukte, gasten, sjoelbezoek, u kent dat wel … Zo werd het ‘Joodse’ woord ‘bolleboos’ gekozen als jubileumwoord voor het 150-jarig bestaan van de Dikke van Dale – en nog vóór woorden als ‘regelneef, selfie en prima’, lees ik op nik.nl. Ik denk dat dit Joodse jubileumwoord veel misverstanden en vooroordelen over Joden en jodendom kan wegnemen. Tenzij de verkiezing van het woord niet helemaal kosjer is verlopen (‘samenzweringscomplot’ als jubileumwoord?)
Verder zag ik op nik.nl de afsluitdroosje (jubileumwoord?) van rabbijn Sebbag op Jom Kipoer voorbijkomen, die in het teken stond van 8 juli. Waar was u op 8 juli? Zo was het aan mijn aandacht ontsnapt dat het graf van de profeet Jonah in Mosul zou zijn geschonden. Maar wacht eens – dat graf lag toch ergens in Israël, zei mijn spirituele onderbewustzijn mij?
In de Middeleeuwen blijkbaar nog wel, want de rondreizende rabbijn Petachja van Regensburg was er op bezoek ergens in Galilea. Ik lees even voor uit de Nederlandse vertaling van zijn reisverslag, van P. Broers (2005), te vinden op de website van de Vereniging Hebreeuws:
Er blijken volgens rabbi Wikipedioi nog veel andere plekken te bestaan die het graf van de profeet Jonah claimen, in Israël en buiten Israël. Kijk onder ‘various locations’.
En dan waren er nog de Breslov-chassidiem van rebbe Eliëzer Berland, die Buitenveldert al weken veranderen in een ‘sjtetl aan de Amstel’, Droissen-veldert zal ik maar zeggen … In Nederland worden we een beetje ongemakkelijk wanneer al te zichtbare Joden met een niet duidelijk Westerse achtergrond het straatbeeld domineren. Dat leidt dus tot media-aandacht op Geenstijl en AT5, waarin de overlast van de soms op straat en in speeltuinen bivakkerende Jidden breed wordt uitgemeten en zo. Hoeveel mensen er zijn weet niemand precies, maar ze schijnen weinig geld, eten, kleding en droge slaapplaatsen te hebben. Vandaar dat sommige individuen in de buurt zich inspannen om de mensen van hun basisbehoeften te voorzien. Volgens sommige verhalen doneerde een supermarkt uit de buurt ook wat voor de groep aanhangers van rebbe Berland (“waar de Rebbe gaat, gaan wij” – verklaarde een Chassied) en sliepen ze ergens in een sportzaal. En waarom is het nabijgelegen Beth Hamidrasj opeens gesloten, zoals een cryptisch briefje op de deur meldde?
Geruchten gaan ook nog dat een gedeelte van de groep inmiddels deze week per bus is vertrokken naar Oekraïne, ongetwijfeld naar het graf van Rebbe Nachman in Uman.
Tja, wat zal ik ervan zeggen? Berland is natuurlijk onschuldig totdat zijn schuld bewezen is – alle media-speculaties ten spijt. Maar, moeten we deze mensen echt helpen? Is het een humanitaire plicht die we tegenover iedereen hebben, of hebben we als Joodse gemeenschap een grotere morele plicht dan anderen? Of hebben ze zichzelf in problemen gebracht om zonder plan naar Nederland te komen, en eigen schuld dikke bult? Moet de staat Israël deze mensen misschien repatriëren? Zware dilemma’s in een wereld waar groter leed dagelijkse kost is in de vorm van ebola, aids, honger, droogte, oorlog, et cetera. Aan de andere kant: hier vlakbij, in het sjtetl Buitenveldert, kan ik iets concreets bijdragen, terwijl mijn invloed op het grote wereldleed vanuit regio Amsterdam zeer beperkt is …
Tot slot, wat klopt er niet aan onderstaande foto, genomen ergens in een restaurant tijdens een plaspauze van mijn reisgezelschap, en wat heeft het met de parasja van de week (Noach) te maken?
Sjabbat sjalom!