Priesterzegen

Leo Mock z”l

vrijdag 29 maart 2013

Het werd nog even spannend: zou het kouderecord uit 1916 op Sjabbat Hagadol – de sjabbat vóór Pesach – dan tóch sneuvelen? Helaas – het werd niet kouder. Jammer – Pesach is per slot van rekening een lentefeest … Ook spannend is het grieprecord: de griepepidemie in Nederland van dit seizoen is inmiddels de op één na langste griepepidemie in de afgelopen twintig jaar, zegt nu.nl. En ook het aantal gasten op onze seider werd een persoonlijk record – in de laatste weken meldden zich spontaan een tiental gasten. Tja, die stuur je niet weg, toch? We beginnen immers de seider altijd met de verklaring ‘dat een ieder die het nodig heeft kan komen en eten en het Pesachmaal met ons kan vieren …’ Eigen schuld dus.

En, zullen wij dit jaar een record aan Pesach-uitgaven doen? Het is elk jaar weer spannend welke bedragen we nu weer moeten neerleggen voor alledaagse levensmiddelen als bijvoorbeeld kaas! En matzes natuurlijk – gewoon meel en water … Tja, en als u wilt weten waarom de Hollandia matzes die in Nederland zelf gemaakt worden, per kilo duurder zijn dan de geïmporteerde uit Israël, dan moet u het ontluisterende artikel lezen in het NIW van vorige week, waarvan u hier al een voorproefje kunt krijgen. Ik bedoel: met een tandenborstel de machine reinigen … Ik heb zelf twee keer matzes gebakken in een fabriek in Israël met mijn jesjiva – de fabriek had speciale dagen voor jesjivot zodat die alles zelf nog strenger konden controleren en deelnemen aan de fabricage – en het schoonmaken van de machine met een tandenborstel maakte geen deel uit van de controle …

En voordat ik het vergeet: donderdagochtend vond weer de traditionele Priesterzegen plaats bij de Klaagmuur, de Kotel (een gebruik uit begin jaren ‘70). Tienduizenden mensen werden verwacht. Nadat soms honderden kohaniem de zegen uitspreken, zal men na het gebed langs de beide opperrabbijnen lopen – één Asjkenazische en één Sefardische – en een persoonlijk ‘chag sameach’ van hen in ontvangst nemen. Een artikel hierover in de Yediot leest u hier. Met een webcam kon u het bekijken op de site van thekotel.org en dan had u hier bij de Kotelwebcams iets kunnen zien (als je alleen maar die Kotel-stenen ziet met duiven, dan moet je een beetje spielen met het volume en dan gaat de camera opeens lopen …). Maar ja, daar heeft u nu niet zo veel meer aan, maar toch voor volgend jaar dan – deze ceremonie wordt meestal de tweede dag van de tussendagen van Pesach en Soekot gehouden, bij voorkeur op een maandag of donderdag.

Tja, dat is nog wat anders dan hier in Nederland … Hier moet je soms blij zijn als je een koheen in sjoel hebt om de Priesterzegen uit te spreken – in de Asjkenazische diaspora wordt deze zegen maar 25 keer per jaar uitgesproken, terwijl het in Israël dagelijkse kost is. Dit jaar, op de eerste dag Pesach, waren we helaas van de Priesterzegen verstoken omdat er geen koheen aanwezig was. We moesten het dus doen met de zegen die hopelijk wel in de regio door andere minjaniem is uitgesproken … Hoe ver reikt zo’n zegen eigenlijk? Tot de gemeentegrenzen, of die van de stadsdeelraad, de wijk waarin de sjoel staat, of alleen tot de voorste rijen van de sjoel waar de meer vermogenden vroeger zaten?

Deze zaak wordt serieus in de bronnen besproken: in principe moet je niet achter de Kohaniem staan als deze de zegen uitspreken (tenzij het niet anders kan) – van voren en naar de zijkanten val je wel onder de zegen. Dat de zegen verder reikt dan de sjoel lees je in de Sjoelchan Aroech (gebaseerd op eerdere bronnen). Deze behandelt het geval als een hele synagoge uit priesters bestaat – moet men dan tóch de zegen uitspreken? De aanname hier is, dat de priesters zélf die zegen niet nodig hebben, die zijn al gezegend doordat ze in Gods Tempel mogen dienstdoen, en de zegen in eerste instantie voor de gewone Israëlieten is bedoeld. We lezen dan ook als volgt (in OH 128:25):

“Een synagoge die geheel uit priesters bestaat – als er niet meer dan tien mensen (=priesters) aanwezig zijn, dan gaan deze toch het podium (de dochan) op om de zegen uit te spreken. Wie zegent men dan? Hun broeders die op de velden zijn (men bedoelt hier aan het werk zijn, of op het platteland wonen waar geen synagoges zijn). En wie zegt er Amen op de zegen? De vrouwen en kinderen (die in de synagoge aanwezig zijn).”

In de latere bronnen (afgelopen 500 jaar) vindt men ook nog dat men iets moet leren uit de woorden ‘voor hun broeders op de velden’. Dat zou je specifiek moeten lezen als ‘mannen’ - de priesterzegen zou in de eerste plaats bedoeld zijn voor de mannen! De vrouwen en kinderen worden dan in tweede instantie gezegend door de zegen die over de mannen is uitgesproken. Er staat immers in de Tora-tekst van Bemidbar (Num.) 6:22-27:

De Eeuwige sprak tot Mozes: Spreek tot Aharon en zijn zonen: Zó zult u de Israëlieten zegenen:
De Eeuwige zegene u en behoede u; de Eeuwige doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; de Eeuwige verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede.
Zo zullen zij mijn naam op de Israëlieten leggen, en Ik zal hen zegenen.

We moeten volgens deze uitleg Israëlieten in deze tekst – bene Jisraël – dan ook lezen als: zonen Israëls, en niet vrouwen of kinderen (minderjarig). Tja, niet iets waar we in onze tijd voor warmlopen denk ik?

Tot slot: ook typisch Pesach was de verstopping in de keuken die we vanaf vorig weekend hadden en die pas nu definitief verholpen is. We hadden een eeuwig watergevende bron van Mirjam onder onze keukenafvoer, die herhaaldelijk maar resten Manna van de vorige dag uitspuwde. Gelukkig bracht de Koperen Slang van de loodgieter uitkomst en kwam alles op zijn slangenpootjes terecht! Pesach – het weghalen van alle verstoppingen en beperkingen om ons weer zuiver met de piekervaring van de Sinai te verbinden!

Chag Sameach!

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.
Best Leo, Als altijd leuk en leerzaam. Maar je laat mij wel achter met de vraag wat je nu zelf denkt als je zegt: vlgs. deze uitleg. Ik heb altijd begrepen, dat het ben eigenlijk niet veel inhoudt, niet meer dan een idiomatische uitdrukking, een manier van spreken is. Ik bv. ben 76 jaar. In het Hebreeuws, ani ben sjivim vesjesj. Ook nu mijn beide ouders, olem wesjolem, er niet meer zijn blijf ik ben etc. Dat wordt niet ani jatom sjivim etc. Voor zover mij bekend hebben we die kinderen etc. dan ook alleen maar te danken.wijten aan de eerste vertalers van de Hebreeuwse tekst, die letterlijk ieder woordje wilden /moesten vertalen en aan wie we voor Nederlanders (maar ws. ook voor Fransen, Duitsers en Engelsen, omdat ook in hun vertalingen hetzelfde gebeurde) onbegrijpelijke uitdrukkingen danken als b.v. - er zijn er veel meer, dat weet jij beter dan ik - in zak en as zitten. Idioom is een merkwaardig verschijnsel, waar je wel degelijk mee rekening moet houden. Zeg tegen een Fransman: ma jambe dorme en hij zal je glazig aankijken. Maar het omgekeerde geldt ook. Zeg tegen een Nederlander: ik heb mieren in mijn been en hij zal je vragen of je je wel goed voelt. Toch betekent het hetzelfde. Ik geloof er dan ook niets van dat het in die tekst allen om mannen ging. H.gr., Roland van Geens

Columns 2023

Columns 2022

Columns 2021

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Columns 2010

Columns 2009

Columns 2008