“En op Soekot wordt men (de wereld) berecht ten aanzien van het water”, lezen we al in de Misjna. Dat is de reden dat we meteen na Soekot, op Sjemini Atzeret, het regengebed uitspreken voor een overvloedige regenval in de herfst en winter. Opnieuw een oordeel, terwijl we net de Hoge Feestdagen achter de rug hebben ... En dat terwijl mijn soeka nog drijfnat is van de regen van de afgelopen dagen, de versieringen geven inmiddels hun rode kleur af. Misschien moeten we in Nederland wel bidden voor minder regen?
De idee dat er een oordeel is, zou ons moeten aanzetten tot een beter, ethisch leven. Maar, je kan natuurlijk overdrijven. Ook het jodendom kent een hel-en-verdoemenis traditie, uitgedragen in sommige ethische werkjes. Niemand minder dan Nachmanides schreef een werkje Sja’ar Hagemoel – “Poort van de vergelding / beloning” – waarin hij uiteenzet hoe het oordeel, de hel, de hemel, en de Opstanding er precies uitzien. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het nooit echt heb gelezen maar er wel eens in gebladerd heb. Ik heb het gewoon thuis in de kast staan, met een moderne Hebreeuwse vertaling en uitleg. Zo heeft de Hel drie ingangen, lees ik: één in de woestijn, één op zee en één in Jeruzalem. De ingang van Jeruzalem bevindt zich volgens mij vlak bij het winkelcentrum Malcha, naast het voetbalstadion ...
Ik zal een jaar of 18 zijn geweest toen ik met het begrip “de Hemelse video-recorder” in aanraking kwam. Ik leerde toen in een jesjiwa in de Oude Stad. Onze leraar zou ons precies uitleggen hoe het oordeel er na de dood uit zou zien. Inmiddels is men ook in de Hemel gemoderniseerd, sinds de tijd van Nachmanides en zijn “Poort van de vergelding / beloning”. Nee, je moet het je zo voorstellen – aldus de enigszins glunderende rabbijn – dat alles – ik herhaal A-L-L-E-S – wat je doet, daarboven als op een videorecorder wordt opgenomen. Na je dood wordt de film van je leven afgespeeld en zal je precies al je zonden zien die je hebt gedaan. En op grond daarvan wordt het oordeel uitgesproken. Geen detail wordt overgeslagen. Ik vroeg me natuurlijk af hoe dat met seksuele zondes zat. Wordt daar ook een gedetailleerde film van gemaakt? Maar ik hield wijselijk mijn mond en stelde de vraag niet. Ik vind dit totalitaire theologie, die de Hemel tot een soort voormalige USSR of Stasi maakt en de mens onderdrukt. God vergeet niet, zeggen we in de liturgie, maar de mens moet wel vergeten. Rabbi Nachman van Breslav zegt dat zonder vergetelheid er geen religieus leven mogelijk was. Je zou je immers altijd je zondes herinneren en daarom geen nieuw begin kunnen maken. God is inderdaad alwetend en vergeet niets, maar tegelijkertijd ‘beperkt’ Hij zich tot het menselijke vermogen. Zodat wanneer de mens tot inkeer komt, zondes verdwijnen, er op de ‘delete’- knop wordt gedrukt ...
Vanuit mijn werkkamer kijk ik uit op onze soeka – een stalen constructie, met zeil en een rieten- / houten dak erop. Onze soeka is in Israël gemaakt en gekocht via internet. Enkele weken na de aankoop werd hij keurig per koerier bij ons thuis afgeleverd (mag ook wel voor die prijs ...) Het heeft iets grappigs – soeka’s voor de Diaspora, die in Israël worden gemaakt. Terwijl Soekot een feest is dat bij uitstek met het Land Israël te maken heeft. Welke oogst moet ik in hemelsnaam hier in Amstelveen binnenhalen met Soekot? Hoe kun je in Nederland gehoor geven aan de plicht “in je soeka te leven, zoals je in je huis leeft”. Ik loop in huis niet de hele dag rond met mijn jas aan ...
Uit naam van een bekende rabbijn wordt gezegd dat er een overeenkomst is tussen de plicht om in de soeka te zitten en in Israël wonen. Beide geboden vervul je met je lichaam en bij beide geboden worden de fysieke kanten van ons bestaan tot een spiritueel niveau opgetild. Vandaar dat eten, drinken en slapen in de soeka opeens een mitswa worden, een spirituele daad. Zo ook in Israël worden zaaien, maaien en oogsten spirituele daden – zoals we dagelijks in het Sjema zeggen: “je zult je graan binnenhalen, je most en je olie” (Dewariem 11:14). Ooit hoorde / las ik ergens dat wanneer je in de soeka zit in de Diaspora je ‘iets’ van de heiligheid van Israël proeft, door het zitten in die geheiligde ruimte.
Rabbi Nachman – die op Soekot overleed – maakte ook werkelijk de tocht naar Israël. In het jaar 1798 besloot hij opeens dat hij naar Israël wilde reizen. Na een lange boottocht kwam hij uiteindelijk in Israël aan, waar hij Soekot doorbracht. Hij bezocht de voor de Joodse traditie heilige plaatsen Tiberias, Tsfat, en Meron. Op zijn tocht door Israël werd hij gehinderd door de veroveringstochten van Napoleon, waardoor hij in Akko terecht kwam. Hij besloot terug te gaan en kwam naar allerlei avonturen weer terug in Oost-Europa. Toen hij thuis kwam, verzocht hij zijn leerlingen om al zijn leringen die hij uit had gesproken vóór zijn tocht naar Israël, niet meer te herhalen en aan de vergetelheid prijs te geven. Na zijn bezoek aan Israël was hij iemand anders geworden. Sindsdien zei hij: “Mijn plaats is enkel het Land Israël (Eretz Jisra’el). Op al mijn reizen ben ik steeds op weg naar het Land Israël. Maar voor het moment ben ik een herder in Breslav”. Toch lijkt ‘het land Israël’ in deze uitspraak meer een metafoor dan een echte fysieke realiteit. Immers: overal waar hij gaat, bevindt hij zich als het ware in Israël ...
Maar er is ook een ander verhaal over Rabbi Nachman. Op een dag hield Rabbi Nachman een uitgebreide les over het spirituele belang voor de ziel van Eretz Jisra’el, het Land Israël. Zijn bekende leerling rabbi Nathan vroeg hem na de les wat hij precies bedoelde met ‘het Land Israël’. Waarop Rabbi Nachman geïrriteerd schijnt te hebben geantwoord: “Ik bedoel het Land Israël in zijn eenvoudige betekenis – met die huizen en de hofjes, zoals ze in Tsfat, Tiberias en andere plaatsen van het Land Israël staan” (Jemee Moharanat, V. II). Tja, niet alles is altijd een metafoor...