Wat hadden we met Rosj Hasjana weer mooie dagen! Op de tweede dag ’s avonds zag één van onze gasten maar liefst 29 graden op de thermometer staan. Volgens een ander was eerder op de avond het magische getal van 29.5 verschenen. Dat betekende wel dat sommige etenswaren over hun houdbaarheid heen begonnen te raken – ze stonden al twee avonden in de warmte. Helaas moesten we ze dus tot de duistere krochten van de prullenbak veroordelen. Andere etenswaren, wier geur en smaak nog rechtvaardig vers waren, werden het eeuwige leven geschonken. Hetgeen betekende dat we ze vrijdag – en mogelijk ook nog Sjabbat – in ieder geval weer zouden terugzien aan de dis … Maar ja, waar ga je heen met zulk mooi weer? Naar het strand van Scheveningen, Zandvoort of Bloemendaal lopen is een hele klus vanuit Amstelveen! Gelukkig werd het na Sjabbat meteen herfstweer en viel er zoveel neerslag dat de straten blank stonden. Het laatste mooie weer van het jaar was dus op Rosj Hasjana? En dan kon je er weinig mee, want een gebedssessie buiten, in de natuur, is nog een spirituele brug te ver. Wie weet, ooit …
Tja, en dan dat granaatappelpel-dingetje waar ik de vorige keer al over vertelde … Mij lukte het nog om met enig geweld en een grote lepel al kloppend op de achterkant van een halve vrucht, om granaatappelpitjes in de gereedstaande glazen bak te krijgen. Wel kwam er veel granaatappelsap vrij (= vlekken) en kwamen er velletjes en stukjes van de bittere gele binnenkant van de schil mee, die dan weer handmatig verwijderd moeten worden – althans, volgens mijn vrouw. Ja, dan schiet het niet op, hè. Haar eigen pogingen waren nóg dramatischer: het sap spatte alle kanten op – ook op haar kleding – en bovendien lukte het maar niet om substantiële hoeveelheden van de vrucht ‘los te kloppen’. Dat ik ondertussen nog ontdekte dat dit ‘handige instrument’ voor twintig sjekel minder dan wij hadden betaald overal op internet werd aangeboden – hielp weinig om de populariteit te vergroten. Ik wierp mijn mopperende vrouw nog tegen dat ‘het ding’ nog wel een prijs had gewonnen voor innovatie op de 'Fruit Logistica'-tentoonstelling (bestaat die écht?) in Berlijn, begin 2010. Uiteraard had ik dat van de website van de fabrikant gehaald … 'Berlijn?' zei mijn vrouw, 'dat verklaart alles!' Hoezo?, vroeg ik. 'Nou, Duitsers – zodra die horen dat een Jood iets uitgevonden heeft, moet het volgens hen wel fantastisch zijn …' Wiedergutmachung – 'tuurlijk, had het zelf kunnen bedenken …
Ondertussen verscheen in de Yediot enkele dagen geleden een artikel over een onderzoek onder 500 representatieve Joodse Israëli’s naar de vraag of men vast op Jom Kipoer, en zo ja waarom. Opdrachtgever voor het onderzoek was de organisatie Bina - Center for Jewish Identity & Hebrew Culture - en het werd uitgevoerd door Geokartographia (ik hoop dat ik het goed opschrijf). Zo vast 73% van de ondervraagde personen (ik had meer verwacht …). Ook bleken jongeren in de categorie 18-34 vaker te vasten dan mensen tussen de 35-54, en 55-plussers (resp. 84%, 66%, 67,5%). Ik denk dat de religieuze kolk waarin Israël zich sinds 30-40 jaar bevindt, hiervoor verantwoordelijk is. Hoe hoger de opleiding van de ondervraagden, hoe lager het percentage dat vastte. Mensen met alleen middelbare schoolopleiding of minder: 78%, tegenover academici 66%. Ook vasten mensen met een inkomen onder het gemiddelde vaker dan mensen met modale en bovengemiddelde inkomens (78% versus 70%). Verder bleek ook de woonplaats nog van belang; alleen het noorden van Israël blijkt nog enigszins normaal – daar vast maar 61%, in de omgeving van Jeruzalem 84%. Tja, ik denk dat deze uitkomsten elke sociale wetenschapper niet zouden verrassen (behalve de geografische verschillen misschien?). Interessant genoeg doet maar de helft van de mensen de vastendag uit puur religieuze motieven (3% uit fun – een uitdaging! – of gezondheid). Wie het zelf wil lezen in het Hebreeuws, bewakasja.
En met de heilige dag in aantocht lopen ook de vraagbaken op internet alweer vol. Veel vragen keren steeds terug, zoals zwangere vrouwen en vasten op Jom Kipoer, inkeer vanwege een bepaalde overtreding, mensen die niet mogen vasten om gezondheidsredenen, en vragen over gebruiken en liturgie. De volgende vraag vond ik wel apart, vooral ook het antwoord van rabbijn Juval Sherlov (over wie ik wel eens eerder schreef):
Ik neem medicijnen tegen depressie en draag een zeer groot psychisch lijden. Ik ben opgehouden tefillien te leggen en bidt alleen op Sjabbat. Ik probeer waar mogelijk de geboden uit te voeren. Dit alles uiteraard allemaal privé, zonder dit aan anderen zichtbaar te maken. Omdat ik al vele jaren voorganger ben, heeft men mij gevraagd om de chazzan te zijn met Jom Kipoer. Mag ik chazzan zijn?
Antwoord: Shalom en zegen,
Als je gewenst bent bij de gemeente, dan kan je de voorganger zijn. Sterker nog: het is zelfs mogelijk dat vanuit de psychische moeilijkheden en het lijden, jij beter de gezant van Gods barmhartigheid bent dan anderen. Bidt ook dat de vreugde weer terug zal keren naar jouw belevingswereld, dat het tefillien leggen weer terugkeert naar je leven, dat je verlost wordt van je benarde toestand tot een goed en vredig leven.
Prachtig antwoord, niet veroordelend en vol liefde.
Ik denk dat het hier om draait op Jom Kipoer: zelfacceptatie die leidt tot acceptatie – en niet veroordeling – van anderen. Ja, misschien wel zelfs acceptatie van (jouw) God(sbeeld)! Dat is misschien de moderne uitdrukking van ‘God als koning over ons aanstellen’, dat zo’n centraal thema is op de Hoge Feestdagen. En het ‘haMelech Hakadosj’ (‘de Heilige Koning’) dat terugkeert in de gebeden.
Een goede en inspirerende Jom Kipoer!