Wat was het weer gezellig, Poeriem. Maar eerst was er een week Krokusvakantie. Eindelijk écht vakantie, want we hadden maar twee vakantieroosters in ons gezin. Oftewel: iedereen was vrij, behalve ik. Leuk toch? En zo stond ik na mijn werk – samen met vrouw en kinderen – in een indoor schaatsbaan waar het na 1½ uur staand niksen (kan zélf natuurlijk niet schaatsen) erg koud geworden was. Alsof je in je eigen ijskast staat, want veel warmer was het er niet. Bovendien stonk het er – de luchtcirculatie was niet helemaal kosjer. Gelukkig werd het weer toen beter en gingen we gezellig naar een park waar de kinderen gingen skeeleren, een ontspannende bezigheid voor de kids. Maar minder ontspannend voor de ouder die er naar kijkt, ondanks de beenbeschermers en polsbeschermers. De malle helmen hadden we maar thuis gelaten – Poeriem moest immers nog komen. En toen kwám Poeriem ...
Poeriem is in Nederland ook wel weer apart. Het is geen echte vrije dag maar er is wel veel te doen: ’s avonds naar sjoel, ’s ochtends erna naar sjoel, pakjes rondbrengen in Amstelveen e.o., de maaltijd eten, en nog lol maken. Toe maar. Bovendien staat het zo mal als we verkleed over straat lopen (we verkleden ons allemaal) – of beter: van de auto snel naar binnenglippen op onze bestemming. Want je wil natuurlijk zo niet gezien worden door de buren. Dit keer had ik me ingehouden. Ik droeg een glimmend blauw kitsch-hoedje met sterren, een heel fout jasje à la Lee Towers, een zalmkleurig louche overhemd en een spijkerbroek. Dit alles afgemaakt met een zwarte bloem-broche, een halsketting van gele kralen, een fel blauw horloge en een paarse zonnebril in de stijl van Gordon. Niet dat iemand iets zei bij ons in de straat of zo, maar je zag ze wel een beetje kijken en fronsen. Gelukkig hebben we sowieso met niemand écht contact dus dat scheelt.
Eén Poeriem-pakje moesten we bezorgen in een soort zorginstelling. Vrolijk liep ik naar binnen, samen met mijn dochter – die er overigens niet veel beter uitzag dan ik, met haar rode maillot, rare sproeten, gekke staart en andere ongein. In de lift praatten we wat met elkaar, terwijl er om ons heen vooral werd gekeken door de anderen (sommigen waren bezoekers, anderen leken me tot het personeel te behoren). Vooral door één mevrouw die een beetje wantrouwend naar ons keek. Ik knikte haar vriendelijk toe, maar ze reageerde niet. Misschien vond ze het eng. Ik herinner me ooit een programma over mensen met rare fobieën. Daar kwam een opmerkelijk typetje vertellen dat hij bang was – ja, een fobie had – voor geschminkte mensen. Recent vertelde me iemand over een persoon met angst voor opgeblazen ballonnen. Enfin, wie weet. Of misschien dacht ze dat we van de gesloten afdeling waren, of zoiets.
Ook dit jaar hadden we een ingewikkeld parcours af te leggen om onze Poeriem-pakjes af te geven. Ons gebied reikte van Amsterdam-Oost, langs Amsterdam-Zuid, via Ouderkerk, tot aan diep in Amstelveen (Westwijk e.o.). In totaal heeft dat rondbrengen van die ‘leuke’ pakjes ruim vier uur geduurd. Terwijl we maar bij twee mensen écht naar binnen zijn gegaan om te babbelen, iets te eten/drinken, en een lechajim-pje te drinken (1 maar, don’t worry). Onderweg kregen we nog een extra taakje erbij: we moesten iemands anders pakje wegbrengen omdat de mevrouw zelf geen auto had en haar man niet thuis was. Geen probleem, we reden toch al. Echt eten was er de hele dag niet bij. Behalve de bekende Poeriem-troep die je in Poeriem-pakjes van anderen krijgt, of in je handen gedrukt krijgt wanneer je je eigen pakje bij iemand dropt. Hamans-oren (vooral die met jam, brrrr), Israëlisch snoepgoed, of andere troep.
Doodmoe en hongerig schoven we om ca. 18.00 uur aan bij de maaltijd die door Tikwatenoe op het JCC was verzorgd. Een goed georganiseerd gebeuren, met lekkere maaltijd en leuke activiteiten voor de kinderen, dat door rabbijn Zwi Spiero in clownspak aan elkaar werd gepraat. Uiteraard werd daar ook nog af-en-toe iets gedronken. Lechajim! Wodka, wijn of whiskey. Uit de hand liep dat in ons calvinistische Nederland natuurlijk nergens. Dat heb ik in Israël wel anders gezien, waar sommige mensen iets te vaak Lechajim! zeiden, en dronken werden. Soms zelfs stomdronken, zich ‘overgevend’ aan het heilige dionysische karakter van Poeriem. Iets te veel van het goede naar mijn smaak ... Om een uur of 9 ’s avonds waren we thuis, en vonden we vóór de deur weer net als elk jaar enkele pakjes van mensen die we dit jaar waren vergeten of overgeslagen hadden. Volgend jaar maar weer beter, denk je dan maar ... Dat hoort er ook bij.
Toen de kruitdampen weer wat waren opgetrokken, namen we een dag later de schade op. Een schitterende fruitmand, nog enkele mooie pakjes met respectabele inhoud, en voor de rest veel Hamans-oren, nog meer Hamans-oren en eigen baksels (sommige erg lekker overigens), toffees, drop, kauwgum, chocolade, chips en ander snoepgoed. Vooral het pak ananas-guyavesap intrigeerde me. Die smaak kende ik nog niet, ook nog niet eerder in de supermarkt gezien. Hoe krijgen we dat nu weer allemaal op voor Pesach? Je moet die Poeriem-pakjes ook nooit openmaken maar altijd weer doorgeven, leg ik mijn vrouw geduldig uit. Een soort piramide-spel. Of hypotheek, die je weer doorverkoopt, moet je maar denken.
Veel Poeriemgrappen waren er ook weer dit jaar. Zo las ik dat 50.000 leraren in de Arena hadden gedemonstreerd. Lachen! Alsof we zoveel leraren hebben in Nederland. Ook grappig was het hoogleraarschap van Youp van ‘t Hek – was er bijna ingetrapt. Ook een instinkertje was het bericht over Pools strooizout in ons eten. HaHa. Is er al een meldpunt? Heel subtiel was het NIK met het bericht op hun site dat ze een rijopleiding waren begonnen omdat “het NIK verwacht dat de leden van het kerkgenootschap hierdoor een grotere binding aan het jodendom zullen krijgen. De rij-instructeurs zijn speciaal opgeleid om niet alleen het inparkeren te doceren maar ook op alle niveau’s de leerling te doceren over het jodendom.” Ik dacht, dat zal wel een Poeriemgrap zijn, maar dat is dus niet zo! “Bij het volgende rabbijnen-incident, gaat u rechtsaf”. “Bij de rotonde blijft u er omheen draaien”. “Bij de volgende kruising neemt u de zwaardere mening”. “Bij de afslag NIHS 2.0 moet u niet van de weg af”. Enfin ...
Sjabbat sjalom