Rustig in de zon op een stoeltje, genietend van de warme stralen van de fysieke bron van al het aardse leven. Is er iets fijners dan dat? De cynicus Diogenes – die in een ton leefde volgens de overlevering – zou ooit een legendarische ontmoeting hebben gehad met Alexander de Grote. Alexander de Grote kwam de excentriekeling – en volgens sommigen zelfs een schokkend ongemanierde man – in Athene opzoeken. Alexander vroeg Diogenes wat hij voor hem zou kunnen doen. Deze machtigste man van de regio kon natuurlijk elke wens van hem in vervulling laten gaan. Tot diens verbazing antwoordde de rare Diogenes: “Ga een beetje uit mijn zon staan.” Aan deze anekdote moet ik soms stiekem denken als ik al soezend in de zon wordt aangesproken door een voorbijganger. Soms volgt dan een dooddoener als “Lekker hè, die zon.” Of: “Zo, jij zit lekker.” Uiteraard sta ík iedereen wel beleefd te woord, want ik ben geen cynicus …
Dit keer was het een vriendelijke buurman die wilde weten of ik voetbal zou gaan kijken die avond. “Je weet toch wel wie er spelen, hè?” Nou kan je zo een vraag uiteraard bijdehand pareren met een “Tja, ik weet dat er iets van een sportevenement gaande is in Rusland.” Maar ik vind een praatje op zijn tijd prima – daar wil ik best wat zongenot aan opofferen. Geheel naar waarheid antwoord ik dat ik wel stukken ga kijken, maar geen hele wedstrijd – zo interessant vind ik het nu ook weer niet. “Voor wie ben jij dan, België of Frankrijk?”, vraagt hij. “Eh, ik ben voor geen van beiden”, zeg ik. Ik zie dat het antwoord de man teleurstelt. “Het gaat pas leven als je voor één partij bent”, meent hij. Zelf was hij voor België, had hij besloten – zijn vader kwam immers uit het zuiden. “Volgens mij is het juist veel leuker om te kijken als je voor niemand bent. Juist omdát de uitslag er niet toe doet”, pareer ik op een wat filosofische toon. Daarna mompel ik nog dat er hoe dan ook “veel te veel geld omgaat in die uit de hand gelopen hobby.” Niet echt een gemeenschappelijke basis voor een goed gesprek over het WK, want het gesprek is kort daarna alweer afgelopen – uiteraard allemaal wel in harmonische sfeer … Maar ja, ik ben nu eenmaal wat wereldvreemd.
Aanstaande vrijdag beginnen de Negen Dagen weer. Voor orthodoxe Joden wereldwijd een reden om stil te staan bij een gebeurtenis van bijna 2000 jaar geleden: de verwoesting van de Jeruzalemse tempel door de Romeinen in het jaar 70 van de gangbare jaartelling. Een verwoesting die op de 9de Av zou hebben plaatsgevonden. Maar behalve deze traumatische gebeurtenis worden vervolgens andere tijden van ellende uit de Joodse geschiedenis aan deze periode en specifiek de dag van de 9de Av verbonden: het mislukken van de intocht in Israël in de woestijntijd (het debacle van de Verspieders), de verwoesting van de eerste Tempel van Salomon, de Kruistochten, de Sjoa en specifieke pogroms et cetera. Een weinig optimistisch perspectief, en al helemaal als de enige uitweg de komst van de Masjiach is die alles weer in oude luister zal herstellen.
Stilstaan bij het verleden is niet verkeerd, zolang je maar niet met je rug naar de toekomst staat. Zo kan deze periode ook betekenis hebben voor alle stromingen in het Jodendom. Als we vragen stellen als: wat bindt ons als Joden in al onze verscheidenheid, welke geschiedenis delen we met elkaar, hoe denken we over de toekomst? Vragen die ook in Israël – of juist in Israël – nu relevant zijn, in een maatschappij die stevig gepolariseerd is. En waar – o ironie – juist de Klaagmuur inzet wordt van een verhitte strijd en politiek gesteggel.
In de oude wereld was het allemaal wat makkelijker. De Negen Dagen en Tisja Be’Av gingen vooral over concrete, beheersbare halachische vragen: mag je muziek luisteren, mag je je haar knippen, mag je wel of niet schone kleren aantrekken op sjabbat – vragen die ook nu nog actueel zijn in de orthodoxie.
In de staat Israël – de enige plek waar Joden zelf verantwoordelijk zijn voor de staat, de publieke ruimte en de wetten – gaat het om niets minder dan andere ‘oude’ vraagstukken: wat is een rechtvaardige Joodse samenleving, hoe leven we samen in één staat ondanks grote verschillen in opvatting, hoe verhouden we ons tot Joden in de Diaspora, en hoe zit het met Tikoen Olam – die betere wereld waar we allemaal naar willen streven? Met deze vragen voor ogen wordt deze serieuze periode ook een tijd van uitdagingen onder ogen zien.
Om alvast een beetje in de sfeer te komen dit mooie YouTube-filmpje van enkele weken geleden van een gezamenlijk zingen van Joden, christenen en moslims (‘One Love’ van Bob Marley) bij de David Toren in Jeruzalem. Wel voor het weekend luisteren uiteraard …
Sjabbat sjalom!