Wanneer u dit leest, is Jom Kipoer alweer achter de rug. U bent nog aan het 'nagenieten'. Volgens sommige rabbijnen wordt het uiteindelijke oordeel pas op Soekot uitgesproken, op Hosjanna Rabbah. Dus we blijven nog even in de sfeer van Jom Kipoer ... Het was ongetwijfeld ook dit jaar weer een lange zit. Het valt immers niet mee om 2 hele gebedenboeken uit te bidden (althans in de NIK-uitgave met die kaki-schutkleur). Wat me elk jaar weer opvalt, is die steeds terugkerende zondebelijdenis (widoej). Maar liefst een kleine 10 keer wordt die uitgesproken! Je zou toch zeggen dat drie keer genoeg zou zijn ... Waarom zou je eigenlijk na één keer je zonde te hebben beleden, dit op dezelfde dag nog een keer doen? Zo veel zondes zijn er toch hopelijk niet bijgekomen in die uren die je in sjoel staat? Of het moet bij je thuis een waar Sodom en Gemorra zijn, maar daar gaan we maar niet van uit. Maar laten we nog even naar die zondebelijdenis kijken. Sommige omschrijvingen van zondes lijken wat abstract (vertaling NIK-machzor):
Voor een zonde tegenover u begaan in overmoed. Voor een zonde tegenover u begaan door dwaze uitingen. Voor een zonde tegenover u begaan door een uitdagende houding. Voor een zonde tegenover u begaan door verwaten blik. Voor een zonde tegenover u begaan door vlug te lopen om het kwade te doen.
Tja, wat bedoel je er precies mee? Ik mis een beetje een concrete link met het alledaagse leven dat vol zit met allerlei zondetjes – de doorsnee hufterigheid. Vandaar een alternatieve herkenbare uitwerking:
Voor een zonde tegenover u en anderen begaan door a-sociaal rijgedrag. Voor een zonde tegenover u en anderen begaan door voordringen in een rij. Voor een zonde tegenover u en anderen begaan door het pesten en sarren van collega's op het werk. Voor een zonde tegenover u en anderen begaan door het stelen van badhanddoeken / badjassen uit (te) dure hotels. Voor een zonde tegenover u en anderen begaan door het niet terugsturen van verkeerd bezorgde post. Voor een zonde tegenover u en anderen begaan door anderen te beledigen. Voor een zonde tegenover u en anderen begaan door het veroorzaken van geluidsoverlast.
Dat is toch wel wat herkenbaarder, denk ik. Ook moeilijk vind ik de passage: ‘Voor zonden waarvoor wij schuldig zouden zijn geweest, één van de vier doodstraffen door het gerecht: steniging, verbranding, onthoofding en wurging’. Je hebt dan opeens geen honger meer. Maar zijn we echt zulke grote zondaars als hier beweerd wordt? Ik denk dat het met de doorsnee sjoelbezoeker wel meevalt. Het echte gajes van de wereld komt natuurlijk niet naar sjoel en houdt zich ook niet aan Jom Kipoer... En bovendien geloven wij (hopelijk) allang niet meer in de doodstraf (behalve bij oorlogsmisdaden misschien) – en zeker niet in wrede uitvoeringen. Volgens mij is er iets anders aan de hand. Die lange waslijst van zondes die beleden moeten worden – waarvan de meeste mensen het gros niet begaan heeft – krijgt een haast ritueel karakter. Vroeger – in bijbelse en Tempelse tijden – was het allemaal een stuk eenvoudiger. Wie zondigde wist precies wat hij of zij moest doen om in het reine te komen: je brengt een specifiek offer voor die specifieke zonde – dat kan een lam, een ram of een stier of bijvoorbeeld duif zijn – naar de Tempel, alwaar het dier na het uitspreken van een zondebelijdenis werd geofferd. Een zeer krachtig ritueel voor die tijd (maar niet voor onze tijd...). Na het verdwijnen van de Tempel en de offercultus, verdwijnt ook dit bijbelse model met haar duidelijke rituelen. Zonde, inkeer en verzoening worden steeds meer geïnternaliseerd en gepsychologiseerd. Dat is aan de ene kant mooi omdat het tot een meer persoonlijk beleden religie leidt. Maar het is aan de andere kant negatief omdat er geen duidelijke grenzen bestaan en de deur op een kier staat voor overmatig en negatief zondebesef en eindeloos navelgestaar. Want zonder de juiste bijbelse rituelen weet je nooit of je genoeg gedaan hebt. Het brengen van een offer is objectief meetbaar – het doen van tesjoewa al veel minder. Hoe slecht moet je je voelen, hoe veel berouw moet je hebben? In extreme vormen leidde dat incidenteel tot zelfkastijding. Middeleeuwse Chassidiem uit Duitsland vonden bijvoorbeeld dat je voor bepaalde zondes naakt in ijswater moest zitten, of je door insecten moest laten steken, of 40 dagen vasten, et cetera. Nee, dat bijbelse model was zo gek nog niet ... Een niet onaardige variant is het geven van een bepaald bedrag aan liefdadigheid als 'offer' voor een zonde – vooral het getal 18 'chai' is populair. Een dergelijke bepaling schept duidelijkheid en geeft een maat aan het proces van inkeer en berouw. Dan weet je precies waar je aan toe bent ... Hopelijk.