Herfstvakantie. En dus zitten we in een huisje ergens op de Veluwe, in de buurt van Apeldoorn. Omdat je niet de hele dag in zo'n bungalowpark wil zitten, gaan we met de auto richting Apeldoorn. Bij een benzinestation tanken we even. Ik vang een gemoedelijk gesprek op tussen de vrouw achter de kassa en een klant. Ja, het gaat gelukkig al weer veel beter met haar man die aan zijn oog is geopereerd. Dan valt opeens het woord ‘Amersfoort’, waarna het gesprek een voor mij opmerkelijke wending neemt:
‘Ben jij wel eens in Amersfoort geweest’, vraagt de vrouw die net getankt heeft aan de caissière.
‘Nee’, antwoord deze, ‘jij wel’?
‘Ja, wij zijn er net toevallig voor de eerste keer geweest vanwege .... (ik kan het woord, of is het een naam?, niet goed horen)’.
‘En?’, vraagt de caissière
‘Viel tegen’
Tja, Amersfoort ...
Dan rijden we Apeldoorn binnen. Leuke stad met opvallend mooie architectuur, daar kunnen ze in Amsterdam nog wat van leren. Al snel vinden we een parkeerplaats, ook dat is hier geen probleem. Apeldoorn heeft leuke winkels, minder winkelketens dan in Amsterdam. Gelukkig weet ik al snel een tweedehands boekwinkel te vinden. En ja ook hier verkopen ze boeken over religie en jodendom. Twee boeken rijker stap ik even later de winkel uit, op zoek naar mijn vrouw die ergens in een kledingwinkel moet staan. Enigszins bezorgd kijkt ze naar mijn nieuwe aanwinsten, maar zwijgt. ‘Nee hè, niet weer boeken. Waar ga je die nu weer neerzetten?’, zie ik in het tekstballonnetje boven haar hoofd verschijnen.
We bekijken ook de synagoge van Apeldoorn die uiteraard gesloten is. Door de ramen heen zien we het mooie houten interieur van deze kleine maar knusse mediene-sjoel. Op de biema ligt een megille, alsof er straks uit gelezen gaat worden. Triest dat er met deze sjoel en de vele andere in Nederland niets meer wordt gedaan. Waarom niet proberen om vanuit Amsterdam één keer per jaar een gebedsdienst daar te houden, als herinnering aan het verleden en als teken van vitaliteit van hedendaags Joods leven? Waarom niet proberen om nog meer Joodse evenementen rond deze veelal leegstaande gebouwen te organiseren, lezingen, leerhuizen, of interreligieuze ontmoetingen? Buiten de sjoel is het monument te vinden ter herinnering aan WO II. Ik moet zeggen dat het een van de weinige mooie monumenten is die ik heb gezien. Het monument bestaat uit een opengerolde Tora-rol van zwart marmer, met daarin 592 knikkers, ter herinnering aan de 592 vermoorde Joodse inwoners van Apeldoorn. Uit een luidspreker boven het monument klinken met holle stem de namen van de slachtoffers. Wie een foto van het monument wil bekijken: klik hier
Na ruim twee uur in Apeldoorn rondgekeken te hebben, gaan we terug, richting ons huisje. Al gauw rijden we weer in bosrijk gebied, de stad achter ons latend. Wat doe je de hele dag in zo'n huisje? Zonder internet duurt de dag een stuk langer dan normaal. Ik besluit om verder te gaan lezen in een boek over Rabbi Nachman van Breslav, dat ik heb meegenomen van huis. “Heb je dat boek nog niet uit?”, vraagt mijn vrouw verbaasd. “Je bent volgens mij al jaren bezig met dat boek.” Ze heeft gelijk, ik heb het boek al 3 jaar geleden gekocht en lees het in een tergend langzaam tempo. Waarom weet ik niet precies. Telkens lees ik een stukje en stop weer, om vervolgens dan weer verder te gaan in een ander boek. Ik lees vaak meerdere boeken tegelijk. Maar ik had me voorgenomen om deze vakantie dit boek nu echt uit te lezen. En dus zit ik te lezen op de bedbank met wegzakkende kussens. Het boek heet De smalle brug overgaan, een verwijzing naar de bekende uitspraak van Rebbe Nachman: “de hele wereld (of: het hele leven) is één zeer smalle brug – en de hoofdzaak is om helemaal niet bang te zijn.” Het boek probeert aan de hand van een twintigtal uitgewerkte thema’s een overzicht te geven van het gedachtegoed van Rebbe Nachman. Soms is dat gedachtegoed inspirerend, zoals de moeizame worstelingen met het geloof die Rebbe Nachman zeer getrouw beschrijft. Of de kloof tussen geloof en praktijk. Zolang we veilig in het leerhuis, in sjoel of achter onze Talmoed thuis zitten, lijkt alles duidelijk en makkelijk. Maar zodra we het echte, chaotische, stressvolle leven binnenstappen met al haar paradoxen, is alles wat ons zo duidelijk leek, opeens vertroebeld. Door onze hang naar lichamelijke genoegens en geld, slechte karaktereigenschappen, of de lasten van het menselijke bestaan zelf: een levensonderhoud, je relatie met je partner, vrienden en medemensen, ziekte en ellende – aldus rebbe Nachman. Andere passages zijn minder inspirerend – hier gaat het vooral over hoe je een goede Jood bent. Je aan de hele Sjoelchan Aroech houden, je verbinden met de echte tsaddiek (Vrome) van de generatie, en aan je relatie met Rebbe Nachman werken. Door zijn boeken te lezen, naar zijn graf te gaan, in contact te staan met zijn volgelingen, etc. Een beetje een politieke boodschap, naar mijn smaak. Op de tv is een schokkende speelfilm te zien over mensenhandel, helaas geen fictie maar werkelijkheid in sommige landen. Jonge meisjes worden gesmokkeld in containers om vervolgens gedrogeerd naar bordelen te worden gebracht. Best onsmakelijk om daar een speelfilm van te maken, zo verwordt het toch weer tot amusement – brood en spelen. Ook de Tora heeft het overigens over mensenhandel: “Wie een mens rooft om deze te verkopen, en deze nog in zijn bezit wordt aangetroffen, zal zeker ter dood gebracht worden” (Sjemot 21:16). Volgens sommige rabbijnen moet je bovendien het “steel niet” uit de Tien Geboden uitleggen als van toepassing op het roven van mensen en niet van voorwerpen of geld (Rasji op Sjemot 20:12). Ik doe de tv uit en ga verder in het boek van Rebbe Nachman. Want dat boek moet uit ...