Na de Ardennen gingen we enkele dagen naar Trier. Na een lange tocht heen – druk verkeer rond Maastricht en zo – kwamen we op de plek van bestemming. Hoewel het zoals gewoonlijk zoeken was om het hotel te vinden. In ons hotel waren Joden welkom, getuige het ‘welkom aan hen die komen’ dat er in het Hebreeuws en nog tig andere talen hing – zie het eerste vierkantje helemaal linksboven. En dat er ‘Habaiem Beroechiem’ stond, in plaats van Beroechiem Habaiem kun je toch nauwelijks antisemitisch noemen …
Om een beetje te oefenen voor Israël was het erg warm in Trier – de eerste dagen zo'n 28 graden, de laatste dag zelfs bijna 35! Het heeft wel wat raars om enerzijds stil te staan in de orthodoxe traditie bij de Tempeltreur, en anderzijds rustig vakantie te vieren in een nota bene door de Romeinen gestichte stad, zo'n 2000 jaar geleden. Diezelfde Romeinen die onze Tempel… Ja die. Dat zal een orthodoxe toerist in Rome misschien nog sterker hebben, of juist niet omdat hij er niet eens bij stilstaat (dat kan natuurlijk ook…). Tijdens een rondvaart over de Moezel zien we de prachtige heuvels/bergen rond Trier, die een roodachtige kleur hebben. IJzer, koper, goud, of edelsjtenen?
We komen tijdens de ontspannende rondvaart natuurlijk ook langs de onvermijdelijke Römerbrücke …
Eenmaal aan wal gaan we naar andere bekende Romeins overblijfsel, de Porta Nigra – de oude Romeinse stadspoort uit de tweede eeuw. De naam Zwarte Poort heeft het gekregen doordat het oorspronkelijke wit-gele zandsteen in de loop van de tijd versjmotzte tot de grijs-zwarte kleur die hij al sinds de Middeleeuwen heeft, aldus Wikipedia. Nadat we de poort helemaal beklommen hebben – in de bloedhitte - horen we opeens muziek. Het blijkt een groep Britse middelbare scholieren te zijn – Ashlyns School enkele tientallen kilometers buiten London – die muziek maken op hun tweejaarlijkse Music Tour die hun langs steden in Europa voert (ja, ze waren ook eens in Nederland geweest vertelde de organisator). Ze maken leuke muziek en zingen enthousiast – muziek verbroedert, want al snel staan er locals en toeristen te luisteren. We ontmoeten zowaar een groep Israëlische toeristen die ook even staan te luisteren, maar dan weer snel naar hun bus lopen op weg naar de volgende attractie of bezienswaardigheid …
In de Basilica van Constantijn – gebouwd begin 4e eeuw – blijkt een prachtige expositie te zien van een kunstenaar met de exotische naam Jhang Lamborelle die gewoon een Luxemburger blijkt te zijn.
Zo’n 50 grote schilderijen staan in de basiliek die nu een Evangelische Kerk is, langs de muren rondom opgesteld. Bij de ingang opent de tentoonstelling met de Sjoa om verder te gaan met indringende portretten uit andere conflictgebieden in de wereld, menselijke ellende zoals droogte, de vernietiging van de natuur en de dreiging van een atoomoorlog. Lijden is universeel en helaas wijdverbreid, en aan de andere kant altijd individueel, in de eerste plaats voor het subject dat lijdt. De grootte van de doeken, techniek, kleur en stijl, en de lichtval in de kerk geven zijn pleidooi voor vrede (op de flyer van de tentoonstelling staat Stop Wars) een indringende, haast mystieke sfeer.
En dan gaan we weer snel naar huis – zo’n vijf uur rijden met plaspauzes – om ons voor te bereiden op de reis naar Israël. Maar dat is iets voor volgende week …
Sjabbat sjalom!