‘We’ zitten nog volop in de formatie. Wat dat betekent weet niemand precies, behalve dat niemand helemaal krijgt wat hij of zij wil. Een geruststellende gedachte volgens mij, want wie – behalve Thierry Baudet uiteraard – kan zeggen dat het gelijk geheel aan eigen zijde ligt en het andere standpunt geen enkel waardevol element bevat? Bovendien is de traagheid van een politiek systeem een voordeel, omdat het niet kan worden gekaapt door tirannen en dictators in allerlei soorten en maten. Ook deze verkiezingscampagne moesten we wel vaststellen dat het weinig om inhoud gaat, maar des te meer om de presentatie van het eigen ‘ik’ van een politicus, emoties en meningkjes. En uiteraard het framen waarmee elke inhoudelijke discussie al bij voorbaat moeilijk wordt.
Ook valt het soms op dat men eenzijdig argumenten gebruikt. Bijvoorbeeld over wat iemand stoort. Neem nu het thema immigratie / asielbeleid / allochtonen – een ‘hot’ item al een kleine twintig jaar. Met daaraan uiteraard gekoppeld de ‘noodzaak’ de Nederlandse cultuur te beschermen – wat dat precies is, weet niemand exact. Vandaar dat je zoiets krijgt als Buma die staand het volkslied wil laten zingen op scholen. Maar het rare is dat blijkbaar niemand bedenkingen heeft bij rijke Russen en Chinezen (of andere buitenlanders) die en masse vastgoed kopen, bijvoorbeeld in Amsterdam, en daarmee óók het Nederlandse karakter van een buurt bedreigen. Alsof men zich wél automatisch in die culturen herkent, maar niet in de Turkse, Marokkaanse of Afrikaanse.
Neem nu een voorbeeld uit ‘mijn’ eigen Amstelveen. Daar ontstaat elke ochtend weer een enorme opstopping aan het begin van de Sportlaan door de colonnes (te) grote auto’s met buitenlandse kinderen die zich allemaal een weg banen naar de nabijgelegen International School (á 20.000 euro per jaar …). Niemand die zich hier blijkbaar aan stoort. Ben ik de enige, denk ik dan. Stel je eens dezelfde opstopping voor op dezelfde plek, veroorzaakt door wat minder courante auto’s, van allochtonen op de terugweg van een bezoek aan een moskee op dezelfde plek als de eerdergenoemde school. Ik denk dat er massaal getoeterd zou gaan worden en dat er al snel van overlast gesproken zou worden. Terwijl de niet geïntegreerde kinderen op de International School en hun nooit Nederlands sprekende ouders niemand lijken te irriteren.
Een ander voorbeeld. Sommige mensen steunen het idee van voortijdige levensbeëindiging bij een ‘voltooid leven’ zijn. Want het leven van zwaar dementerenden is toch geen menswaardig leven? Waar is opeens het onwrikbare geloof gebleven in techniek en wetenschap die alles fixt? Waarom zouden problemen als Alzheimer en dergelijke over vijf of tien jaar niet tot de verleden tijd behoren? Ook raar is het als mensen hard roepen dat de overheid niet in staat is de problemen op te lossen, maar dat de markt dat wel kan. De maakbare samenleving is dan doodverklaard, maar blijkbaar lukt het bedrijven wel. Wat is het fundamentele verschil dan, denk ik. Als mensen in de economisch beschreven wereld op ‘stokken en wortels’ – bonussen en incentives – reageren, waarom dan niet als die zelfde methodes door de overheid worden gehanteerd? Als menselijk gedrag fundamenteel niet te sturen valt, dan ook niet door welke andere denkbare structuur. Bedrijven kunnen dat dan ook niet.
Wat me weer brengt bij het onderwerp van determinisme en de vrije wil in relatie tot techniek en AI. In NRC was een interview te lezen met de Israëlische bestseller auteur Yuval Noah Harari, die een nieuw boek schreef, Homo Deus, waarin de mens wordt overgenomen door de techniek en het Alomtegenwoordige algoritme. Dit leidt tot allerlei discutabele standpunten. Zoals dat we afscheid gaan nemen van het humanisme:
“Een van de zaken waar we afscheid van zullen moeten nemen, is het humanisme: de idee dat de mens een samenhangend geheel is, autonoom en met een vrije wil. Dat klinkt drastisch, als je het zo zegt. Maar volgens Harari wijst biowetenschappelijk onderzoek allang uit dat alle menselijke beslissingen voortvloeien uit chemische processen in de hersenen, en niet uit een imaginair ‘zelf’. En dat mensen helemaal niet zo veel invloed hebben op die processen als ze zelf denken.”
Maar, waarom zullen mensen het dan vervelend vinden om te worden beheerst door de techniek? En waar wordt menselijk gedrag dan wél door aangestuurd op dit moment – en hoe kan een algoritme en AI dat dan beter?
Merkwaardig genoeg maakt Harari zich wel weer sterk voor veganisme en bescherming van dieren. Waarom eigenlijk? Is er in die technologisch-deterministische wereld wel sprake van ethiek? Vervolgens houdt de boeddhistisch ingestelde auteur een pleidooi voor menselijk geluk:
“Geluk, zegt Harari, bestaat uiteindelijk uit niets meer dan aangename gevoelens in het lichaam die per definitie vluchtig zijn. En dit is waar zijn boeddhisme om de hoek komt kijken. Het permanente najagen van aangename gevoelens geeft stress en ontevredenheid, doceert de historicus. Van Boeddha kunnen we leren om het komen en gaan van alle sensaties nauwlettend te volgen, en ze vervolgens te accepteren zonder er gehoor aan te geven. Want wat heeft het voor zin, aldus Harari, om achter zo iets vluchtigs als verlangens aan te hollen?”
Waaruit dat geluk nu bestaat, blijft vaag. Ook het bewustzijn van de mens zal in de toekomst van weinig waarde zijn volgens goeroe Harari. Enfin, ik begrijp er weinig van en denk dat dit niet de weg is. Maar lees het vooral zelf.
Sjabbat sjalom!