Afgelopen zondag was weer Jom Havoetbal. Tientallen amateurteams bevechten elkaar onverdoofd om de eer. Dat neemt niet weg dat alle Jiddisje memmes en tattes dit bloedserieus nemen. Wild wordt er aangemoedigd, aanwijzigingen gegeven vanaf de zijlijn, en sommigen zijn zelf ook sportief gekleed (merkkleding uiteraard). We kunnen er allemaal wel wat blasé over doen, maar nog steeds is Jom Havoetbal het grootste Joodse evenement (althans dat wordt altijd gezegd). Niet religie, niet Israël en ook geen benefietavonden voor goede doelen trekken zoveel mensen. Deze keer was het een gemiste kans als u er niet was. Ergens tussen de velden 7-10 ontvouwde zich immers de hele sjechita-kwestie. Er werd – ondanks het weekend – druk heen-en-weer gebeld, gemaild, getwitterd met vertegenwoordigers van politieke partijen, rabbijnen, en bobo’s uit Joods Nederland. Of het veel geholpen heeft, weet ik niet ...
Woensdag jl. kreeg ik een e-mail van een rabbijn in mijn mailbox met daarin de oproep om te bidden voor een goede afloop van het sjechita-debat. Twee psalmen (121 en 130) moeten dagelijks tot aanstaande dinsdag uitgesproken worden. Ik moet eerlijk zeggen dat het ongetwijfeld goed bedoeld is en oprecht, maar ik vind het wèl opmerkelijk.
Volgens mij wil God het liefst dat we zo snel mogelijk stoppen met het eten van dieren, via welke slachtmethode dan ook. Aan de ene kant is het juist de religie die terecht het unieke (vooralsnog) van het leven benadrukt. Tegelijkertijd is er een duidelijke hiërarchie. Nu zeg ik helemaal niet dat mens en dier gelijk zijn, maar een koe leeft ook en bezit ook die wonderlijke levenskracht. En zolang geen rabbijn een dode koe weer tot leven kan wekken, is er dus iets onomkeerbaars gebeurd. Reden temeer om je af te vragen of dat wel in orde is. Ik denk het eigenlijk niet. Zou de profeet zo maar een ideale wereld beschrijven waarin zelfs de dieren hun agressie kwijt zijn en de mens dus des te meer. Laten we eens Jesjaja 11 bekijken. Dit hoofdstuk opent met de beschrijving van de messiaanse figuur:
Ik weet niet of u de hoorzitting hebt gevolgd, vorige week donderdag? Het begon al met de opening door rabbijn Sacks. Met alle respect voor deze eminente rabbijn: Sacks is geen Nederlandse rabbijn dus wat heeft hij hiermee eigenlijk te maken? Ik vind het een slecht signaal naar de Nederlandse samenleving als we terugvallen op buitenlandse rabbijnen. Impliciet erkennen we daarmee vreemdelingen te zijn. Niet vrolijk werd ik van de verwijzingen naar de Sjoa door één van de pleitbezorgers uit Joodse kring. Een verwijzing die meteen werd overgenomen door christelijke voorstanders van de sjechita. Ongetwijfeld goed bedoeld, maar laat de Sjoa er toch buiten. Ook had men enorme haast tijdens die hoorzitting. Sommige experts hadden nauwelijks tijd om uit te leggen wat hun expertise was, of de gong ging al weer: “kunt u afronden?”, “kunt u kort uw standpunt samenvatten?” Waarom eigenlijk? Waarom kan iemand niet een half uur de tijd krijgen, of meer als dat nodig is? Want de materie was interessant genoeg: valt de sjechita nu wèl of niet onder godsdienstvrijheid, verliest een dier nu wel of niet vrijwel meteen nà de halssnede het bewustzijn, of hangt dat er vanaf over wèlk dier het gaat en zijn er vooral problemen met alleen runderen. Echt doorgevraagd werd er niet want de tijd, de tijd dringt. En waarom mag je nu eigenlijk volgens de halacha niet verdoven / bedwelmen? En welke andere opties zijn er eigenlijk nog? Het toedienen van een pijnstiller, een plaatselijke verdoving – dat kan allemaal technisch.
Uiteindelijk was het toch nog een tegenvaller. Het amendement zal waarschijnlijk uitstel zijn, maar geen afstel. En natuurlijk: al die tegenstanders van de religieuze slacht moeten ook eens de hand in eigen boezem steken. Een van de conclusies van het rapport waarmee over-en-weer geschermd wordt is dat ALLE slachtmethodes verbetering behoeven. Ronnie Eisenmann merkte terecht op (zie www.nik.nl):
Ik bedoel: er mogen nu onverdoofd 100.000 ganzen afgeschoten worden, zoals te lezen op Powned van 23 juni:
Bleker zet hiermee een streep door het vorige maand gesloten ganzenakkoord, schrijft de krant. De staatssecretaris had met zeven natuurorganisaties afgesproken dat er 100.000 ganzen afgeschoten mochten worden om overlast tegen te gaan. Volgens deze afspraak zou er wel een jachtverbod op ganzen komen.
De toestemming om ganzen af te schieten in de winter is opmerkelijk volgens Trouw. Dan is de overlast van de watervogels namelijk beperkt. Bovendien spaart het Kabinet op deze manier geld uit. De overheid is namelijk niet verplicht om schade aan landbouwgewassen te vergoeden, nu de ganzen een jachtsoort zijn.
Is hiermee het verbod op de sjechita antisemitisme? Nee, maar er geldt wel willekeur. En omdat je een minderheid bent voor wie dit relevant is, zullen jouw belangen niet echt meegenomen worden in het bredere discours. Behoudt van de sjechita is voor de meerderheid simpelweg niet interessant, geen issue, er zijn nauwelijks financiële en maatschappelijke belangen mee gemoeid, en het ziet er onfris uit. Je wordt misschien bij de religieuze slacht te veel geconfronteerd met wat het betekent om een levend dier te doden. Vandaar dat men wil verdoven, bedwelmen. Maar dat neemt de hamvraag niet weg: waarom eigenlijk dieren eten? Hoe valt dat eigenlijk ethisch te rijmen, nu veel onderzoek laat zien dat ook dieren pijn hebben en lijden. Sommigen verzetten zich tegen de slacht, worden onrustig, gaan geluiden maken. Waarom eigenlijk als ze helemaal geen bewustzijn zouden hebben? Bedwelmd slachten bedekt deze vragen allemaal met een dun (zogenaamd) moreel vernislaagje.
Tot slot dan maar iets grappigs – hoewel? Chips maken dik, nu bewezen door wetenschappelijk onderzoek:
Sjabbat sjalom!