Het was nog even zoeken om een veilig plaatsje te vinden voor de soeka dit jaar. Er zijn toch maar ruim 400 zwaar vervuilde locaties in Nederland, die zo snel mogelijk gesaneerd moeten worden omdat ze een gevaar voor de volksgezondheid (kunnen) vormen. Ook is het, nu ik deze column schrijf, nog de vraag hoe vaak we in de soeka zullen zitten, gezien de regenval die al een paar dagen voor Soekot aan het ‘oefenen’ is. Maar misschien is het zitten in de soeka tijdens een flinke hoosbui wel een goede oefening voor de koude winter die nu al voorspeld wordt. En dat allemaal doordat de zon opeens besloten heeft om minder actief te zijn – een soort nieuwe mini-ijsttijd? Ook in de 21e eeuw is er nog veel dat de mens eigenlijk niet kan beheersen en waartegen hij machteloos staat. Ik zou in ieder geval niet weten hoe je de zon kan aanzetten tot wat meer inspanning. Wat voor ons al in beperkte mate geldt, was 2000 jaar geleden natuurlijk al helemaal dagelijkse werkelijkheid. Het klimaat en het weer bepaalden of er overschot of schaarste waren, of er hongersnood of overvloed, misoogsten of grote opbrengsten, epidemieën of gezonde tijden aanbraken. Het Soekot-gevoel komt opeens een stuk dichterbij ...
“En op het Feest (= Soekot) wordt men beoordeeld over het water”, leert de Misjna al. Logisch, want Soekot valt aan het begin van de herfst – na de herfst-evening – nadat alle oogst is ingezameld. Want alles moest zo droog mogelijk blijven, geconserveerd en verwerkt worden, zodat de producten goed blijven tot de lente. Enkele weken na Soekot begon het regenseizoen in Israël, dat grotendeels de opbrengsten van het komende jaar zal bepalen. Te weinig water is niet goed, maar te veel regen ook niet. En al helemaal niet als het in de lente nog gaat regenen – alles wordt nat en gaat beschimmelen of rotten. Het zwaaien met de loelav en etrog – de plantenbundel met daarin verschillende soorten planten: welriekende, vruchtdragende en overige – symboliseerde de ruisende bladeren die door de herfstwind en regen in de natuur bewegen. Het bewegen van de loelav zou de slechte winden en slechte dauw – die het graan laat verkleuren – verre moeten houden. Maar er is een ander regenritueel: het uitgieten van het water op het Altaar in de Tempel gedurende de 7 dagen van Soekot. De symboliek is duidelijk: zoals wij hier beneden het water uitgieten op het Altaar, zo zal God Boven de regen doen neerdalen op de aarde ...
Volgens de rabbijnse traditie sprak de Hogepriester op Grote Verzoendag een speciaal gebed uit, nadat hij het Allerheiligste had betreden, daar de rokende wierookpan had neergezet en het bloed had gespat richting het Voorhangsel. Hierna ging hij naar buiten en sprak een kort gebed uit:
“Moge het Uw wil zijn Eeuwige, onze God, dat als het een warm jaar wordt er toch regen zal zijn (andere versie: als dit jaar een warm jaar was, het nu een jaar van regen moge worden), dat de scepter niet moge wijken vanuit (de stam) Judah, dat uw volk Israël niet verschoond blijve van hun levensonderhoud (parnasa), en moge het gebed van de reizigers niet bij U binnenkomen ...” (Maimonides, H. Dienst van Jom Kippoer 4:10 [of 1 in andere versies]).
Wat betekent dat laatste: “en moge het gebed van de reizigers niet bij U binnenkomen?” Voor de reizigers onderweg is een regenbui nooit prettig, zeker niet in die tijd – men verplaatste zich op een ezel of men liep. Als reiziger wil je dan natuurlijk dat de regen zo snel mogelijk ophoudt – je bent al doorweekt, je eten papperig, en alles is nat. Als reiziger ga je dan natuurlijk ook bidden: God, laat die regen ophouden! Deze gebeden komen ook tot God en die zou weleens kunnen besluiten om al die gebeden van al die reizigers die gedurende de herfst en winter door regen worden overvallen, te honoreren en de regen te laten stoppen. De Hogepriester is maar in zijn eentje, en moet het dus namens het collectief opnemen tegen al die vele individuen die een schietgebedje doen als ze in de regen terecht komen. Het is niet evident dat God die gebeden naast zich neerlegt, vandaar dat de Hogepriester op Jom Kippoer daar speciaal voor bidt: laat mijn regengebed voorgaan op al die gebeden die zullen komen van doorweekte reizigers die op dat moment juist geen regen willen ...
In Israël is het tot slot ook niet pluis, met name in Beth Sjemesj. Geenstijl wist op eigen wijze (geen stijl ...) te berichten over de spanningen rond een orthodoxe meisjesschool – maar niet ultra-orthodox – die in een ultra-orthodoxe wijk is geopend. Demonstraties van ultra’s, leuzen, tomaten gooien, politiebewaking – etc. Je wordt er niet vrolijk van. De gemeente zou eerst het gebouw aan de ultra-orthodoxen beloofd hebben, maar gaf die toen aan de religieus-zionistische school voor meisjes. Soekot is het feest van eenheid – ‘Israël is het waard om in haar geheel in één soeka te zitten – en laten we hopen dat men meer productieve wijzen vindt om een conflict rond een gebouw op te lossen ...
Chag sameach!