Volgens de Tora dankt Pesach zijn naam aan het feit dat God de huizen van de Israëlieten in Egypte oversloeg – het werkwoord P-S-CH betekent zoiets als overheen springen, overslaan – toen Hij de Egyptenaren strafte met de Tiende Plaag. Het bloed van het Pesachoffer aan de deurposten was hier het teken dat het huis aan een Israëliet behoorde en dus kon worden overgeslagen. Vanuit dit perspectief is het vooral God die het verschil maakt: “Dan zult u zeggen: Het is een Pesachoffer voor de Eeuwige, die in Egypte aan de huizen der Israëlieten voorbijging (Pasach), toen Hij de Egyptenaren sloeg, maar onze huizen spaarde. Toen knielde het volk en boog zich neer” (Sjemot 12:27 naar NBG 1951). Maar vanuit een ander perspectief verwijst Pesach naar een geloofsdaad, een duidelijke keuze, van de Israëlieten zelf.
Heel veel verschil was er in de vroege fase van het Exodus-verhaal niet tussen Israëliet en Egyptenaar. Beiden waren afgodendienaren. Door gehoor te geven aan Mosjé en de Goddelijke opdrachten maakten de Israëlieten een duidelijke keuze voor God en tégen de Egyptische cultuur. De stam P-S-CH wordt namelijk ook gebruikt om aan te geven dat men twijfelt tussen twee standpunten – men wipt als het ware heen-en-weer tussen beide kanten. Of zoals een andere passage uit Tenach stelt op een ander belangrijk moment van keuze, in het tijdperk van de profeet Elija: “Toen kwam Elija naar voren, bij heel het volk, en zei: Hoelang hinkt u (poschiem - PSCHIM) nog op twee gedachten? Als de Eeuwige God is, volg Hem, maar als het de Baäl is, volg hem!…” (I Koningen 18:21, naar Bijbel, Herziene Statenvertaling). Door de keuze in Egypte werd een belangrijk begin gemaakt voor de Israëlische identiteit als monotheïstische godsdienst.
Van de wereld van de verheven theologische ideeën gaan we weer even terug naar de menselijke wereld van het hier en nu. In de dagen voor Pesach lijkt de spanning toe te nemen. Een conflict of woordenstrijd is zo ontstaan. Mannen en vrouwen blijken ook hier verschillend in te steken. Vrouwen zijn vooral gestrest over de maaltijd: lukt het allemaal wel op tijd, is er wel genoeg eten, zullen ze het wel lekker vinden, en wat doe we met het nagerecht?
Ook wordt veel tijd en zenuwen besteed aan het schoonmaken van het huis. Met halacha en chameets heeft dat natuurlijk weinig meer te maken. Meer met de traditionele voorjaarsschoonmaak en hormonen die uit de winterslaap ontwaken. En zo sta je allerlei dingen schoon te maken die nog nooit meel, gist of brood hebben aangeraakt – CD-hoesjes, gordijnenroedes, vazen of muren.
Mannen zijn weer meer bezig met de religieuze kant; soms tot in het absurde. Heb ik wel genoeg handgebakken matses voor iedereen om aan de minimummaat te voldoen? En in de minimumtijd opeten uiteraard. Uitgescheurde mondhoeken liggen op de loer … Zo was er ooit iemand die tijdens de seideravond een weegschaaltje bij de hand had om alles exact na te wegen. Vooral de maror. Dit jaar circuleert er weer een nieuw bizar verhaal volgens de website Srugim: men moet voor Pesach de mond met kokend water reinigen, aldus een rabbijn uit Wiznitzer chassidische kring. Volgens één rabbijn die zich geroepen voelt te reageren, is dat allemaal onzin en gevaarlijk.
Wie een beetje op Internet leest, komt ook allerlei berichten tegen over fenomenen die je het liefst wegruimt voor Pesach. Zo was er in ons eigen land de imam die nare dingen over burgemeester Aboutaleb zei. Gelukkig hebben we in Israël een Sefardische opperrabbijn die laat zien hoe het hoort. Hij vergeleek in een les Afrikanen met apen (zucht), hetgeen hem op een reprimande kwam te staan van de opperrabbijn van het Britse Gemenebest, rabbijn Mirvis. Ook leuk was de Israëli die in Auschwitz op een monument piste. Grappig ook was het raadslid (councilman) in Washington DC dat doodleuk zei dat de Rothschilds achter een onverwachte sneeuwstorm zaten – uiteraard om financiële redenen. In EU-lidstaat Letland kwamen enkele honderden mensen bijeen in een mars ter ere van de Letse strijders die onder de Duitse SS-vlag in de Tweede Wereldoorlog vochten. Uniek, want nergens ter wereld worden SS-strijders openlijk geëerd en herdacht. En een matsefabriek in New York van de Satmer chassidiem zorgde voor zoveel rookuitstoot dat mensen gasmaskers moesten opzetten. Vast heel kosjere matses …
Jaren geleden was ik te gast bij een streng orthodoxe familie in Israël. Zoals gebruikelijk wordt er aan de bezoekers altijd wat nasj aangeboden. Nietsvermoedend nam ik een handje zoute krakelingen om vervolgens door het huis te lopen. Al kauwend en smakkend uiteraard. Want stilzitten is niet aan mij besteed. Nieuwsgierig liep ik ook de studeerkamer binnen van de gastheer. Tot ik werd gesnapt door de gastvrouw. “Je hebt toch niet in de studeerkamer gegeten”, vroeg ze met een licht wanhopige uitdrukking op haar gezicht. Omdat ik altijd goudeerlijk ben – toen ook al – antwoordde ik naar waarheid dat ik wel degelijk met dat handje krakelingen de studeerkamer in was geweest. ”Oh, nee”, riep ze uit, “dan moet ik die kamer ook schoonmaken voor Pesach.” “Pesach”, vroeg ik met enige verbazing in mijn stem, “dat is toch pas over ruim een half jaar?”
De vrouw legde mij nu enigszins geïrriteerd uit dat ze al jaren een beproefd systeem hadden, dat ik zorgvuldig had weten te doorkruisen met mijn eetlust. De halacha schrijft immers voor dat je alleen in die ruimtes moet schoonmaken waar je door het jaar heen chameets in hebt gebracht. Dat had hen ertoe gebracht het hele jaar door altijd alleen maar in de salon en keuken te eten. In de rest van het huis was eten binnenbrengen ten strengste verboden – opeten al helemaal! Hierdoor hoefde de vrouw voor Pesach alleen die twee ruimtes van het huis schoon te maken en de rest kon gewoon zo blijven. Zó laten, niks meer aan doen … Makkelijk inderdaad, maar of het er het hele jaar door gezelliger op werd, viel te betwijfelen. Niets voor mij, dergelijke rigide schema’s. Een huis is bedoeld om in te eten. En in álle ruimtes!
Uit naam van de bekende kabbalist Jitschak Luria (Tsfat, 16de eeuw) wordt de naam PESACH uitgelegd als twee woorden: PEH SACH – de mond die verteld. De bevrijding uit Egypte was een bevrijding van het woord, van het spreken. Tot die tijd was het spreken in ballingschap. Spreken heeft een dubbele functie – het maakt ideeën hanteerbaar en daarnaast ook communiceerbaar. En daarmee praktisch bruikbaar. We kunnen pas over ideeën praten wanneer die een bepaalde bewerking in ons denken hebben doorgemaakt. Zo zijn ze toegankelijk geworden voor ons logisch en rationeel ingestelde denkvermogen. Anders zijn het niet meer dan losse flarden in amorfe toestand. Het onder woorden kunnen brengen laat zien dat we de zaken op orde hebben gekregen in ons denken. Daarnaast maakt het de mens mogelijk om wat hij bedacht heeft in praktijk om te zetten. Zo is Pesach zowel een verlossing op het gebied van het menselijke denken als het handelen. En dat kunnen we volgens mij ook dit jaar nog wel gebruiken …
Sjabbat sjalom en een kosjere Pesach!