Woorden en taal zijn rare dingen. Neem nu de berichten van de laatste tijd over de zalmprijs, zoals in de Volkskrant van 1 mei:
“Chileense algen en Noorse zeeluizen drijven de prijs op van zalm in de schappen van Nederlandse supermarkten. Door toenemende vraag en tegenvallende productie is de prijs van een kilo zalm volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) 'historisch hoog’.”
De prijs van de zalm wordt als iets natuurlijks gepresenteerd, net als regenval, temperatuur, of luchtdruk, die kunnen fluctueren naar gelang de klimatologische situatie verandert. Alsof het niet mensen zelf zijn – of door mensen beheerde bedrijven – die de prijs omhoog drijven. Alsof het mechanisme van vraag en aanbod buiten onszelf om gebeurt, en even ‘hard’ is als een natuurwet, zoals de zwaartekracht. De hoeveelheid zalm blijft echter gelijk – of je de prijs nu wél of niet verhoogt. Door de prijs te verhogen komt er echt niet opeens zalm bij. Zo kan taal iets onthullen of verdoezelen, oprechte communicatie en vermommunicatie om het op zijn Koot & Bie’s te zeggen.
Zo ergerden we ons vroeger rot aan uitspraken waarin werd gerept van ‘omgekomen Joden in de Tweede Wereldoorlog’, terwijl dit natuurlijk ‘vermoorde Joden’ had moeten zijn. Ah, de Godwin is er weer vroeg bij deze week …
Over een week is het Sjawoeot, dat ook direct met taal en woorden is verbonden. De naam Sjawoeot – weken – verwijst immers naar het tellen van de zeven weken vanaf Pesach tot Sjawoeot. Dit tellen moet volgens de rabbijnen niet in het hoofd gebeuren, maar worden uitgesproken: “vandaag is het dag X van de Omer”, et cetera. Volgens de Noam Elimelech is Omer (met een ajin) verwant aan Omer van spreken (met een alef). In deze zeven weken tot Sjawoeot zuiveren we onze spraak, onze taal en woorden. Totdat deze is gezuiverd en we in staat zijn de Goddelijke taal in ons op te nemen en te verwoorden. Deze Goddelijke taal werd op de Sinaï uitgesproken in de Tien Woorden met daarin de Goddelijke opdracht voor de mensheid. Deze opdracht wordt door de mens in taal aanvaard: na’aseh wenisjmah – we zullen deze woorden uitvoeren, zodat we ze begrijpen.
Ook op een andere manier is Sjawoeot met spraak en taal verbonden. Een andere naam van het feest is immers Jom Habikkoeriem, dag van de eerstelingen, vanwege de eerste broden van de nieuwe tarweoogst die met Sjawoeot in de Tempel worden geofferd (Wajikra 23:16-17):
“Tot de dag na de zevende week zult u tellen, vijftig dagen; dan zult u een nieuw spijsoffer de Eeuwige brengen. Uit uw woonplaatsen zult u twee broden van heffing meebrengen; uit twee tienden efa fijn meel zullen zij bereid worden, gezuurd zullen zij gebakken worden, eerstelingen [bikkoeriem] voor de Eeuwige.”
Na dit offer van twee broden zullen nu alle boeren hun eerstelingen van hun vruchten – de bikkoeriem – naar de Tempel brengen, tot Soekot of eventueel Chanoeka. Een belangrijk onderdeel hiervan bestond uit een uit te spreken verklaring:
“Wanneer u komt in het land, dat de Eeuwige, uw God, u ten erfdeel geven zal en u het in bezit neemt en daarin woont, Dan zult gij van de eerstelingen van alle vruchten van de bodem, die u zult inzamelen van het land, die de Eeuwige, uw God, u geven zal, nemen, en in een mand doen en naar de plaats gaan, die de Eeuwige, uw God, verkiezen zal om daar zijn naam te doen wonen.
“En gekomen bij de priester, die er dan wezen zal, zult u tot hem zeggen: ik verklaar heden voor de Eeuwige, uw God, dat ik gekomen ben in het land, waarvan de Eeuwige aan onze vaderen gezworen heeft, dat Hij het ons zou geven. Dan zal de priester de mand van u aannemen en die voor het altaar van de Eeuwige, uw God, zetten.
“Daarna zult u voor het aangezicht van de Eeuwige, uw God, betuigen: Een zwervende Arameeër was mijn vader; hij trok met weinige mannen naar Egypte en verbleef daar als vreemdeling, maar werd er tot een groot, machtig en talrijk volk.
“Toen de Egyptenaren ons mishandelden en verdrukten en ons harde slavenarbeid oplegden, Riepen wij tot de Eeuwige, de God van onze vaderen, en de Eeuwige hoorde onze stem en zag onze ellende, moeite en verdrukking. Toen leidde ons de Eeuwige uit Egypte met een sterke hand, een uitgestrekte arm en grote verschrikking, door tekenen en wonderen.
“Hij bracht ons naar deze plaats en gaf ons dit land, een land, vloeiende van melk en honing. En nu, zie, ik breng de eerstelingen van de vrucht van het land, dat U, Eeuwige mij gegeven hebt. U zult ze neerzetten voor het aangezicht van de Eeuwige, uw God; u zult u voor het aangezicht van de Eeuwige, uw God, neerbuigen.” (Dewariem 26:1-10).
En uiteraard staat het lernen – het leren van Tora – centraal op Sjawoeot, doordat we op deze feestdag een leernacht houden, of in ieder geval een leeravond. En lernen doe je niet alleen met je hoofd, maar ook vooral met je mond – door de spreken, te discussiëren, en te lachen. Want lernen is ook vreugde. En uiteraard door cheesecake te eten, de allerhoogste openbaring op Sjawoeot …
Sjabbat sjalom en Chag sameach!