Soekot

Leo Mock z”l

zondag 12 oktober 2014

Met frisse mokerslagen hebt u, zoals elk jaar, weer een solide soeka in elkaar getimmerd. Het loof, de geur van dennentakken, de leuke versieringen en nepfruit moeten onze verbondenheid met de natuur onderstrepen, juist omdat in de alledaagse moderne wereld het natuurlijke ver te zoeken lijkt. We leven niet meer van de landbouw en weinig mensen hebben wel eens een ram gezien – één van de offerdieren op Soekot. Want op Soekot werd een record aan offerdieren geslacht. Laten we eens stilstaan bij al die offers die de pelgrim verplicht is te brengen als onderdeel van zijn bezoek aan het heiligdom. Dat moeten honderdduizenden dieren, misschien wel miljoenen dieren zijn geweest. Dan hebben we nog het feestoffer – geen feestje zonder vlees zei men vroeger, en nu nog steeds in sommige kringen. Dus waarschijnlijk weer honderdduizenden dierenoffers.

En ongetwijfeld was een bezoek aan de Tempel dé gelegenheid om een achterstallige schuld aan God te betalen in de vorm van een zondeoffer, brandoffer of schuldoffer – hoewel Jom Kipoer nét voorbij was … En dan waren er nog de officiële cultus-offers in de Tempel waarbij 70 stieren werden geofferd gedurende heel Soekot, als symbool van de universele betekenis van de mensheid: 70 = de 70 volkeren der wereld … Wat me weer brengt bij een alarmerend bericht in de krant dat diersoorten in een rap tempo verdwijnen. “Er verdwijnen veel meer diersoorten dan er bijkomen, en het is onze schuld,” opent het artikel in het AD. Een uitgebreide studie laat volgens het AD zien dat het allemaal geen linkse hobby’s zijn, dat doemdenken over de natuur en het ingrijpen van de mens:

Volgens de studie zou er jaarlijks maar één op de tien miljoen diersoorten mogen verdwijnen. Vandaag zijn dat er naar schatting duizend tot tienduizend keer meer. 'Zonder de mens zou er per millennium maar één vogelsoort verdwijnen. In de afgelopen 500 jaar waren dat er maar liefst 150.'

Misschien richtten onze voorouders minder schade aan, ondanks al die offers, omdat deze uit een relatief beperkt aantal diersoorten werden gekozen, die ruimschoots voorhanden waren. Of had ook toen de offercultus een nadelige invloed op de natuurlijke populatie van deze soorten, en dus op het levensonderhoud van de mens op lange termijn? Ik hoor de Lagardes van toen al mompelen dat de offercultus ingrijpend hervormd moet worden, anders blijft het herstel van de runder- en kleinvee-populatie kwakkelen …

Wat me weer bij een opmerkelijk artikel brengt in de Yediot, economie. Daarin werd bericht over de zeer hoge kosten van het levensonderhoud in Israël. Jonge Israëli’s verhuizen naar Berlijn en proberen het Duitse staatsburgerschap te krijgen. Een Israëli postte op de Facebook-pagina ‘Op Aliya naar Berlijn’ zijn bonnetje van de inkopen bij de supermarkt. De prijzen zijn soms een derde of de helft van die in Israël. Wie geen economisch succes kent, heeft geen leven in Israël, klaagt men. Jongeren blijven steeds langer thuis wonen omdat ze geen geld hebben voor een eigen huis of huur. Uiteraard ontstond er een hele discussie – let ook op de foto uit de Nederlandse supermarkt waar dezelfde lage prijs betaald wordt voor allerlei pudding-toetjes.

Als goede politicus springt Lapid van Jesj Atid uiteraard in de discussie – het nieuwe economische budget wordt in de Knesset behandeld – en geeft de jongeren gelijk en belooft toezicht op de prijzen, en aandacht voor het sociale en de periferie (u weet wel waar die raketten neerkomen in het zuiden bijvoorbeeld …). ‘Toezicht op de prijzen’ – iets dat echt bij het ‘oude Israël’ hoort (tot midden jaren ‘80) maar toch blijkbaar niet helemaal onzin was … En nu nog uitvoeren, politicus …

Verder een prachtig artikel in de Yediot Acharonot over een oude man, Chanan Weisman, die de laatste twintig jaar van zijn leven besteedde aan het herbouwen in miniatuur van verwoeste synagoges in het vooroorlogse Oost-Europa. Minutieus bouwde de Sjoa-overlevende de prachtige gebouwen na met lucifers, gebruikmakend van simpel gereedschap. De man is inmiddels al weer vijf jaar geleden overleden en nu stelt zijn kleindochter de prachtige miniaturen open voor het publiek (Yad Vashem lukte niet?) Het rare is dat toen mijn vrouw mij attendeerde op dit artikel het mij vaag bekend voorkwam. En verhip, in 1999 (!) besteedde het Sjabbatblad Sichat HaSjawoe’a van Chabad (helemaal naar beneden scrollen tot het één na laatste artikel met foto) hier al eens aandacht aan. Opmerkelijk genoeg is het artikel van het Sjabbatblad meer geïnteresseerd in de wonderbaarlijke redding die Weisman meerdere malen ervoer tijdens de oorlog, dan in de miniaturen. Maar in de Yediot wordt weer met geen enkel woord gesproken over zijn oorlogsverhaal. Ook opmerkelijk.

Tot slot kwam ik nog een opmerkelijke SMS-vraag tegen in het inmiddels bij u bekende Olam Katan (nr. 468), waarin de vragensteller informeert of het waar is dat Rabbijn Kook zei dat als er nu een Sanhedrin zou bestaan, autorijden verboden zou worden. Het antwoord breekt af, maar elders op de site van Aviners uitgeverij lees ik (‘Rij voorzichtig’) dat de grote rabbijn en voorman van het religieus-zionisme inderdaad zei dat “als er een Sanhedrin zou zijn, dan zou dat orgaan het verkeer van gemotoriseerde vehikels verbieden, behalve strikt noodzakelijke dienstverlening – want ‘leven’ is belangrijker dan ‘kwaliteit van leven’. Elders legt Aviner nog even uit dat de rabbijn gezegd zou hebben: “hoe kunnen we de voertuigen zonder beperking maar laten rondrijden? Mag het publiek dan zomaar haar vervoerscondities verbeteren en tijd besparen, ten koste van het leven van je medemens?!”

Enig wantrouwen tegen nieuwe techniek lijkt mij gezond; hysterie echter weer niet …

Chag sameach!

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.

Columns 2023

Columns 2022

Columns 2021

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Columns 2010

Columns 2009

Columns 2008