Na enkele mooie dagen viel er weer regen, maar ik begrijp inmiddels dat er weer zon in aantocht is. Raar eigenlijk dat het weer nog steeds niet goed te voorspellen is – zelfs niet op een termijn van drie dagen. Soms wordt er regen en bewolking voorspeld, en is het juist zonnig en is de temperatuur aangenaam. Soms is een voorspelde zonnige dag een bewolkte dag met nauwelijks zon maar wel een aangename temperatuur. Blijkbaar is de werkelijkheid complex. En de wereld is ook complex: daar in Japan zijn de problemen met de kerncentrale verre van opgelost. Het schijnt nu officieel een ramp van de hoogste categorie te zijn. Terwijl tegelijkertijd de benzineprijzen ongekend hoog zijn, en het energieprobleem nog wel opgelost moet worden: hoe krijg je makkelijk energie die veilig, zuinig, en milieuvriendelijk is? Iemand een oplossing? Verder was er nog de vreselijke schietpartij in Alphen, sterven er in Europa minstens 25.000 mensen aan resistente bacteriën en blijken veel mensen hun huis gedwongen te moeten verkopen. De bankencrisis heeft zijn sporen nagelaten...
Ondertussen is er ook goed nieuws. Ajax heeft een benefietwedstrijd met 4-0 tegen een Japanse club gewonnen – de opbrengst gaat naar slachtoffers van de aardbeving – , de Pesachschoonmaak is, als het goed is, bijna klaar, de belastingen schijnen naar beneden te gaan, en mensen die winkelen zijn gezonder.
Maar er is ook veel onrust over het verbod op het onverdoofde slachten, dat al een Kamermeerderheid heeft. Goed, er schijnt een hoorzitting met religieuze instanties te komen, maar verontrustend is het wel voor veel Joden – ook voor hen die niet kosjer eten. Historisch gezien ging een dergelijk verbod immers samen met andere vooroordelen en stereotypen over Joden. Want waar hebben we het in Nederland werkelijk over? Over tussen de 2000 en 2500 mensen die kosjer eten – geschat niet meer dan 500 gezinnen. Kortom nog niet eens een duizendste procent van het wekelijkse aantal geslachte dieren. Bovendien is het enigszins versluierend om een slachtmasker als verdoving te zien – het brengt, door een pin in de hersenen te slaan, het dier zwaar hersenletsel toe waardoor het niets meer voelt. Je zou toch niet zelf zo verdoofd willen worden bij de dokter?
Maar er is meer: waarom komt in de hele discussie over de sjechita niet ter sprake hoe het Jodendom aankijkt tegen vlees eten in het algemeen? Ritueel slachten is onderdeel van één groot stelsel van wetten die met het eten van dieren te maken hebben. Al deze wetten samen tonen een religie die het eten van dieren aan banden legt. Allereerst verbiedt de Tora het eten van veel diersoorten die niet kosjer zijn. Wél kosjer zijn voornamelijk door de mens gedomesticeerde zoogdieren. 24 vogelsoorten zijn verboden, alle schelp-, schaal- en weekdieren, insecten, reptielen en wilde dieren. Geen broodje aap dus... Daarnaast moet het dier gezond zijn – afhankelijk van de bronnen wordt gesproken over 8, 18 en zelfs 70 defecten die het dier ongeschikt maken. Dan is er nog het verbod op het eten van verboden stukken vet, bloed en de pees in de achterbout. En niet te vergeten het voorschrift om bij geslachte vogels (en wild) het bloed te bedekken met zand (of vergelijkbare materialen), de hoge eisen die aan de slachter, diens mes, de slachtprocedure en de omgang met het dier worden gesteld. Allemaal aanwijzingen dat het eten van dieren niet echt wordt aangemoedigd. De Tora schrijft bijvoorbeeld in Deut/dewariem 12:20:
Wanneer de Eeuwige, uw God, uw gebied zal uitbreiden, zoals Hij u toegezegd heeft, en je denkt: ik wil vlees eten – omdat het jouw verlangen is vlees te eten, dan mag jij vlees eten zoveel je wilt.
Als je goed leest staat er: ik wil vlees eten – omdat het jouw verlangen is vlees te eten. De rabbijnen lezen dit als: je moet alleen vlees eten als je er echt trek in hebt, niet als gewoonte (Choellien 84a). Bovendien was de eerste mens, Adam, vóór de zonde vegetariër en werd hem door God alleen plantaardig voedsel toegestaan, zie Gen. 1:29
En God zei: Zie, Ik geef je al het zaaddragend gewas op de gehele aarde en al het geboomte met zaaddragende vruchten; het zal je tot voedsel dienen.
Pas na de zondvloed werd het aan Noach toegestaan om dieren te eten, volgens de rabbijnse interpretatie van Gen. 3-4
Alles wat zich beweegt en wat leeft, zal jou tot voedsel zijn; Ik heb het je allemaal gegeven evenals het groene gras. Alleen vlees met zijn ziel, zijn bloed, er nog in mag jij niet eten.
Dus, in de huidige staat van de wereld is het eten van dieren een soort tegemoetkoming, een soort tijdelijke maatregel. In een betere wereld zal, volgens sommigen, de mens echter weer vegetariër worden – aangezien de profeten naar een wereld streven zonder agressie en geweld. Sommige rabbijnen namen zelf al een voorproefje en werden vegetariër – zoals mysticus rabbijn Kook. In twee essays beschrijft hij het vegetarisme als een ideale levenswijze in een betere wereld waarin de mens – Jood en niet-Jood – geen vlees meer eten. Want “de mens die vervuld wordt van de Kennis van God... is helemaal niet in staat zijn zwaard op te heffen over de levende dieren die in vrede met hem samenwonen, hij geniet van de glans van het leven”. Toch mag een dergelijke ontwikkeling niet afgedwongen worden: ze moet organisch voortkomen uit de algehele menselijke culturele en morele ontwikkeling. Anders werkt het niet. Het gaat namelijk om een ontwikkeling waar de hele wereld bij betrokken is: Jood en niet-Jood, mens en dier.
Tot slot nog een Chassidisch verhaal over hoe belangrijk het is om andermans noden te begrijpen. Het gaat ongeveer zo:
Een rijk man vertelt aan de Rebbe hoe hij, ondanks zijn vele bezittingen en rijkdom, toch relatief eenvoudig eet. "Wat eet je dan dagelijks?", vraagt de Rebbe. "Nou, eigenlijk heel sober: brood met simpel beleg – soms ook wel droog brood. En als drank natuurlijk melk. Met sjabbat en de Feestdagen natuurlijk wel vis en vlees en andere gerechten en wat wijn", antwoordt de man. Tot verbazing van de rijke man zegt de Rebbe tegen hem dat hij helemaal niet goed bezig is. "Hoezo?", vraagt de man niet begrijpend. "Kijk", antwoordt de Rebbe, "als de rijke denkt dat hij het voor zichzelf wel afkan met wat brood, sober beleg en melk – dan denkt hij dat de arme aan stenen en wat water wel genoeg heeft..."