Een cadeautje, zo zullen velen de sneeuw en het ijs van de afgelopen week hebben ervaren. Zelf hou ik ook wel van droge kou, vooral als het zonnig is. Schaatsen doe ik uiteraard niet, veel te eng … Hoewel ik toch stiekem jaloers ben op de mensen die uren kunnen schaatsen en daar veel plezier uit halen.
Sommigen vinden het prima om een eindje te rijden om vervolgens ergens op een rustieke plek een tocht te gaan maken. Misschien toch eens gaan leren schaatsen, flitst het door mijn hoofd. Alleen denk ik dan weer aan het feit dat je zo boven de vijftig niet echt de ideale leeftijd hebt om het te gaan doen – er zouden in die paar dagen schaatsen en ijspret zo’n 40.000 mensen op de Eerste Hulp terecht zijn gekomen. Maar aan de andere kant, zoals Hillel al zei: “Indien niet nu, wanneer dan wel?” Deze innerlijke dialoog voer ik zo om de zoveel jaar als het koud wordt en mensen in mijn omgeving gaan schaatsen. Hetzelfde met skeeleren – dat kan ik ook niet, maar ben wel jaloers op al die mensen die dan weer langs zoeven op die wieltjes. Lekker even je hoofd helemaal leeg maken …
In Amstelveen is het de Poel waar de ijspret plaatsvond. Althans voor iedereen die gezien wil worden. Half Amstelveen stond daar op het ijs het afgelopen weekend – met speakers die muziek over het ijs schalden, een tentje dat honderden verkleumde mensen van warme chocolademelk voorzag en vooral veel lawaaiige mensen – jong en oud. Een enkeling was zo stoer om met zijn quad of scooter het ijs te bestijgen.
Door de sjabbat en mijn eigen hoge ijsnormen, kwamen wij pas op zondag op de Poel. Maar toen was het ondertussen al aan het dooien – na korte tijd op het ijs te hebben gestaan bleken er toch veel scheuren en schurende en krakende ijsvlakken te zijn. Eraf dan maar weer, want ondertussen waren er ook best veel open plekken aan het ontstaan en kwam er water door de scheuren naar boven sijpelen. Volgens mijn dochters bleven sommige mensen echter stug op het ijs, ook na zonsondergang en een nog verdere achteruitgang van de ijsdikte. Waaghalzen! Voor even leek de coronacrisis dus bij velen weg. Of het allemaal helemaal corona-koosjer is geweest weet ik niet.
En toen was daar de uitspraak van de Haagse rechter die in één keer een pennenstreek zette door de omstreden avondklok. Zo raar is dat ook weer niet, zoals ik vorige week stelde, omdat het een zeer vrijheid inperkende maatregel betreft die je als overheid eigenlijk niet zou willen nemen, uitzonderingen daargelaten. Dat moet dus juridisch wel kloppen. Maar dat is niet zo – daar heeft de Raad van State ook al op gewezen, hetgeen voor het kabinet echter geen reden was om nog even te wachten en nog eens na te denken. Het past wel een beetje in de trend van de afgelopen jaren van het uithollen van de rechtsstaat onder de kabinetten Rutte.
Ook de SGP weet dat die avondklok niet zo eenvoudig in te voeren is: “SGP-leider Van der Staaij waarschuwde vorige week al dat de juridische basis voor verlenging van de maatregel heel wankel was. Hij wees erop dat de oorspronkelijke invoering nog niet eens was goedgekeurd door de Tweede Kamer. Hij zegt nu opnieuw dat de regering wat hem betreft steken heeft laten vallen door gebruik te maken van een spoedprocedure”, aldus de NOS.
Je kan zeggen wat je wil van de SGP maar de partij gaat staatsrechtelijk gezien niet over één nacht ijs. Ondertussen is het bij het schrijven van deze column onduidelijk hoe de juridische stoelendans rond de avondklok verder verloopt en wat de uitkomst zal zijn. En de WHO-baas Tedros Ghebreyesus stelt inmiddels dat het aantal nieuwe positieve tests wereldwijd voor de vijfde week op rij is gedaald, met bijna de helft. Van vijf miljoen in de week van 4 januari tot 2,6 miljoen gevallen in de week van 8 februari. Blijkbaar is de epidemie voor nu op zijn retour. Uiteraard stelt hij wel dat we ons nog steeds moeten inspannen om het virus te bestrijden. Toch een heel ander geluid dan in Nederland, waar men juist enorm bezorgd is, althans het kabinet, het RIVM en dergelijke …
Afgelopen week lazen we parasjat Misjpatim (Sjemot 21:10-24:18) – een stuk vol met voornamelijk wetten die de omgang tussen mensen moeten regelen. Dit lijkt een grote overgang van de piekervaring van de Tien Woorden en de Openbaring op de berg Sinaï. Die lijkt om de echt grote dingen te gaan – de basiswaarden voor elke rechtvaardige samenleving. Misjpatim leert ons echter dat we niet in metaverhalen alleen kunnen blijven 'hangen'. Waarden moeten vorm krijgen in normen, opdat duidelijk is wat we van elkaar kunnen verwachten en om onze rechten veilig te stellen. Ook in crisistijden.
Om duidelijk te maken dat we ook weer niet in louter regeltjes moeten verzanden zonder dat we zicht hebben op onze metawaarden, waar we het voor doen, eindigt die parasja met een nieuw/hernomen Openbaringsverhaal (24:1-18). Ook in de aardse, dagelijkse werkelijkheid moet de top van de Sinaï immers in zicht blijven. Geen makkelijke opgave, dit laveren tussen basiswaarden en de uitwerking ervan in gedetailleerde wetten die de dagelijkse beslommeringen beschrijven. Maar we hebben beide nodig voor een rechtvaardige samenleving, een geïnspireerde rechtsstaat.
Sjabbat sjalom en blijf gezond!