Toeval of niet, maar de zomermaanden en het begin van de vakantieperiode vallen altijd samen met het lezen van de wekelijkse parasjiot (stukken) uit het Bijbelboek Bemidbar, dat grotendeels over de tochten van de Israëlieten in de woestijn gaat. En op één of andere manier kan je verre echo’s van deze verhalen als moderne toerist op een bepaalde manier terug herkennen op je reizen door de wereld.
Neem nu het motief van het (denkbeeldige) gebrek aan voedsel en water dat in sommige van deze verhalen een rol speelt. Wie herkent dat als reiziger die zich ook in de vakantieperiode aan de traditie wil houden nu niet? Buiten je vaste habitat met restaurants onder rabbinaal toezicht, grote voedselproducenten die op hun product vaak een certificaat of koosjer-symbool afdrukken, kasjroetlijsten en dergelijke wordt het al een stuk moeilijker. Tuurlijk in de grote steden in het Westen valt het wel mee – daar zijn meestal wel Joodse gemeentes, een Chabad-huis dat tevens een soort mensa is, of andere vormen van Joodse aanwezigheid te bespeuren. Maar wie in dorpjes verblijft, heeft het moeilijker. En wat neem je nu van huis allemaal mee en wat niet? Hoeveel water heb je op reis bij je in verband met de on-Nederlandse hitte? Een vast terugkerend punt van discussie op onze eigen reizen …
Dan een thema van de verspieders uit de verhalen: niemand gaat (meer) op reis zonder gedegen vooronderzoek. Van aangeschafte reisgidsen – die sommigen van kaft tot kaft lezen – tot informatie op Internet en natuurlijk van hen die je voorgingen op hun reizen door hetzelfde gebied. Veel bruikbare tips maar ook veel kuddegedrag. Ook het element van navigatie valt onder het verspieden, dat is er in het digitale tijdperk niet makkelijker op geworden. Vroeger was het lekker duidelijk: je had de kaart en die werd door de pater familias meestal minutieus bestudeerd. Tegenwoordig reist iedereen met GPS-navigatie (en neuroten als wij schaffen natuurlijk óók nog een kaart aan). Maar, er zijn verschillende andere systemen: Google-maps en Waize. En de ANWB heeft óók best een goede routeplanner – wat kies je dus?
En om het ingewikkelder te maken: wat nu als de diverse systemen verschillende routes geven? Dat leidt bij ons tot Talmoedisch navigeren – je gebruikt drie systemen die je steeds met elkaar vergelijkt en de meerderheid volgt. Een beetje het principe dat rabbijn Karo (zestiende eeuw) aanhield bij het beslissen van de halacha in zijn Sjoelchan Aroech. Die baseerde dit werk grotendeels op de meningen van drie grote geleerden rabbi Jitschak Alfasi (de Rif, elfde eeuw), Maimonides (twaalfde eeuw) en de Rosj - Asher ben Jehiel (dertiende, veertiende eeuw) waarbij hij het meerderheidsprincipe aanhield. Gekmakend misschien op reis, maar je hebt wel zekerheid. Althans, als je weet hoe je met de systemen om moet gaan en een leesbril bij de hand hebt – het GPS-systeem van de auto is door de zon bijvoorbeeld weer niet te lezen; maar dat op de telefoon is weer te klein om zonder bril goed te doen als je zo rond de vijftig bent …
Dan is er het thema van leiderschap, dat in de woestijnverhalen steeds onder druk lijkt staan. Mosjé krijgt kritiek van zijn eigen broer en zus “over de Koesitische vrouw die hij genomen had.” Even later moet hij zich verdedigen tegenover Korach en 250 prominenten die een soort opstand beginnen. Dan is er die rots waar Mosjé op slaat in plaats van tegen de rots te spreken – een betere vorm van communicatie dan het gebruik van kracht. Op reis staat leiderschap ook onder druk. Welk model kies je als je als familie op reis gaat? Mag degene die rijdt zich ook met de navigatie bemoeien of juist niet? Wie bepaalt wat er gegeten wordt en waar, de ouders of de kinderen? Wie bepaalt het programma, hoeveel geld mag er worden uitgegeven? Hoe lang verblijf je op één bepaalde plek – rondtrekken of grotendeels op één plek blijven? Zwemmen of naar de oude stad? Shoppen of naar de Joodse wortels zoeken in Toscane, Umbrië, Castilië of Saloniki? Hoe vaak stop je bij het benzinestation om te tanken of te plassen of om een kop koffie te drinken? Enfin, ga er maar aan staan.
Tot slot is er het verhaal van de Gouden Slang die door Mosjé wordt gemaakt omdat de Israëlieten worden gebeten door slangen. Ook schorpioenen horen volgens de Tora tot de uitdagingen van de woestijn. Neem antimuggenspul mee als je naar Toscane gaat, hadden ze ons nog gezegd. Tja dat waren we weer vergeten, met als gevolg dat we ’s avonds lek geprikt maar tevreden in ons bed liggen. En onderweg, gewoon bij een benzinestation langs een snelweg, vonden we dit boek in het Italiaans. uit het Hebreeuws vertaald.
De Joodse cultuur en roots zijn nooit écht ver weg – in Europa in ieder geval.
Sjabbat sjalom!