Dit jaar worden we een beetje door Rosj Hasjana overvallen. Althans in Nederland. De late schoolvakanties en de vroege datum van Rosj Hasjana zijn de hoofdschuldige. Wie eind augustus terugkwam van vakantie, ontdekt opeens dat het al binnen een kleine twee weken Rosj Hasjana is. Dat is eventjes schakelen: eerst de overgang van de vakantie naar het gewone leven van werken, school, rekeningen betalen, en sociale verplichtingen – dit kan tot de bekende post-vakantiedip leiden. Met het gevoel dat je al een week na thuiskomst opnieuw vakantie nodig hebt. Je kijkt licht hopeloos de vakantiefoto’s door hopend op inspiratie. Ook kijk je al weer op de kalender wanneer de volgende vakantieperiode is. Misschien ga je alvast op Internet googelen naar goedkope vluchten, hotel of andere accommodaties.
Heb je jezelf net een beetje in het gareel gekregen en in het ritme van alledag, staan die Joodse feestdagen voor de deur. Hier wordt weer een beweging de andere kant op gemaakt: van het alledaagse naar het sacrale, bijzondere. Want zeker de Hoge Feestdagen moeten ons uit de vaste patronen en sleur halen, uit de business-as-usual-modus. Nee, er staat veel op het spel als we de traditie kunnen geloven: een oordeel over ons leven van het afgelopen jaar en de kwaliteit van leven het komende jaar. En natuurlijk de toekomst op nationaal gebied – het welzijn van het Joodse volk – en mondiaal: de toestand van de wereld. Geen zaken om eventjes met elkaar te bespreken aan de borreltafel is het idee.
Ook de inhoud van de gebeden draagt bij aan de niet-alledaagse modus waarin we onszelf moeten beschouwen. Het zijn veelal serieuze gebeden, met de nadruk op de nietigheid van de mens en de almacht van God. Geen thema’s waar de moderne mens per se warm voor loopt. Neem nu de inhoud van het moesaf-gebed (het extra toegevoegde gebed) van Rosj Hasjana. Hierin hebben drie thema’s een centrale rol die in een reeks gereciteerde Bijbelverzen worden beschreven in het gebed: Gods koningschap, Gods herinneren, en de sjofar.
Gods koningschap komt op verschillende niveaus naar voren: God is koning omdat hij volledig transcendent is, en omdat hij de schepping mogelijk maakt, omdat hij over de hele schepping heerst, over alle volkeren, en een speciale band heeft met het volk Jisraeel, dat Gods koningschap actief bevestigd door een persoonlijke relatie, en God die straks ergens in de toekomst weer koning is over de hele mensheid in de herstelde messiaanse wereld.
Gods herinneren betekent zijn inzet voor de gehele fysieke schepping, voor de universele mensheid door Noach, voor een bijzondere band met bepaalde personen en hun nakomelingen (aartsvaders), en voor het gehele Joodse volk door de trouw van de woestijngeneratie (Jer. 2:2). Uiteraard moet deze herinnering God weer gunstig stemmen in het heden. Wat overblijft is de sjofar. Sjo far so good …
De sjofar is in die teksten niet zo maar een ramshoorn waar we een beetje op proberen te blazen. Het is een voorwerp dat herinnert aan de Goddelijke openbaring op de Sinaï. Maar ook aan Gods koningschap, want het blazen op de sjofar symboliseert ook het bejubelen van de heerschappij van een aardse koning. Wanneer een koning werd gekroond, werd er onder andere op een sjofar geblazen. Maar het is ook het geluid van de toekomst – het geluid van de messiaanse verlossing. Het geluid waarmee God zich in de wereld zal openbaren, zoals Zecharja 9:14 zegt: “Dan zal de Eeuwige hun verschijnen, en zijn pijl zal als de bliksem uitschieten, en de Eeuwige God zal de op de sjofar blazen en optrekken in zuiderstormen.” Voor sommigen ongetwijfeld zware kost …
Misschien kunnen we een wat modernere manier bedenken om naar deze drie centrale thema’s te kijken: koningschap, herinnering, sjofar. De toestand in de wereld wordt bepaald door de machtsverhoudingen (koningschap) – wie wel en geen toegang heeft tot sleutelposities, geld en invloed. Het zou niet slecht zijn als we daar een keer per jaar eens bij stil staan. Is de macht eerlijk verdeeld, zijn er genoeg controlemechanismes om te zorgen dat er een rechtvaardige samenleving ontstaat?
Dan herinnering. Veel dingen in de maatschappij en de heersende cultuur zijn ontstaan vanuit het verleden. Zo deden we het toen, dit is historisch zo gegroeid, dit gaat terug op oude afspraken tussen et cetera. Soms worden allerlei zaken in de samenleving gelegitimeerd vanuit de idee dat het onze gedeelde herinneringen zijn, onze nationale geschiedenis. Propaganda en misbruik liggen dan op de loer. Het verleden en herinneringen mogen geen excuus zijn voor onrechtvaardig gedrag in het heden.
Tot slot de sjofar. De sjofar zijn de kanalen in de samenleving die de collectieve herinnering en machtsverhoudingen communiceren aan de samenleving. Denk aan de media, politici maar ook aan allerlei organisaties en instituten. Van onderwijs tot de zorg. Van krant tot sportvereniging. Misschien is het maatschappelijke middenveld als sjofar te beschouwen? Reflectie op de samenleving en de eigen rol daarin lijkt me in elke tijd, maar zeker in onze tijden een goede en nodige zaak!
Ik wens u een sjana tova oemetoeka – een goed en gezond nieuw jaar!