Vrede tussen Israël en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). Sommigen zien dit als een zeer belangrijke gebeurtenis. Misschien is dat ook zo – alleen weet ik niets van de VAE af. Waar liggen die VAE eigenlijk? En wat is een emiraat eigenlijk? En laat ik nou denken dat ook Qatar bij de VAE hoort, hetgeen niet het geval blijkt te zijn volgens het Beth Hamidrasj van de Googler Rebbe
Een tijdje geleden kwam ik op het strand een man uit Dubai tegen; de eerste keer dat ik aan de praat raakte met iemand uit dat land. Hij was goed opgeleid en kwam uit een rijke familie, schatte ik in. Hij vertelde dat er ook Joden in Dubai waren en dat ze niets hebben tegen jodendom of Joden. “We zijn geen fundamentalisten”, zei hij. “We volgen ons geloof, maar vanuit het gewone leven en de overgeleverde tradities, niet vanuit teksten alleen.” En ja, hij was wel een gelovig moslim en hij gaat ook regelmatig naar de moskee. Het klonk me allemaal wel pragmatisch in de oren. Enfin, de toekomst zal moeten uitwijzen hoe belangrijk deze gebeurtenis is in groter perspectief. Misschien geldt hier een soort dominotheorie dat als één Arabisch land voor de vrede valt ook anderen zullen volgen.
We zijn intussen al weer een eind op weg naar Rosj Hasjana. Toch is er dit jaar minder van te merken dan in normale jaren. Door corona komt men toch minder in sjoe,l dus de sfeer van de Hoge Feestdagen is minder voelbaar. Zelf ben ik ook nog maar weinig in sjoel geweest sinds de uitbraak van corona. Ook is het nog onduidelijk hoe de sjoeldiensten er uit gaan zien. In mijn visie moeten we de diensten van Rosj Hasjana vanwege corona inkorten. Als het gevaarlijk is – of zelfs maar af te raden is – om met elkaar langere tijd in één ruimte aanwezig te zijn dan moeten we dat ook minimaliseren. Zolang nog relatief weinig bekend is over corona en de behandeling nog niet optimaal is, is voorzichtigheid geboden. De vrome rabbijn Salanter wijst ons hierin de weg. Tijdens een epidemie besliste hij dat iedereen op Jom Kipoer moest eten en niet mocht vasten. Want wie vast wordt zwakker en vatbaarder voor ziekte. Hoewel sommigen het niet met hem eens waren, leert de rabbijn ons dat gevaar niet per se concreet moet worden uitgelegd in de halacha. We hoeven niet te wachten tot iemand potentieel in gevaar is om vanwege pikoeach nefesj (mogelijk levensgevaar) iemand vrij te stellen van de geboden. Ook het vermijden van toekomstig gevaar en het anticiperen hierop maakt het opzijschuiven van de geboden van de Tora tijdelijk mogelijk. Dit alles vanuit de visie wechaj bahem – opdat we erbij leven. De Tora ís leven en gééft leven.
Maar laat ik eerlijk zijn. Ik vind de sjoeldiensten eigenlijk altijd al te lang duren, ook op een gewone sjabbat en ook in normale tijden. Toen ik onlangs weer na lange tijd in sjoel was, viel me de lengte van de dienst nog meer op. Mijn aandacht lijkt niet meer te kunnen focussen op een dienst van drie uur. Anderen vertrouwen me toe dat ook zij dat zo ervaren. Liever een korte inspirerende dienst dan een lange saaie dienst, klinkt het. Ook de derasja – ooit een vernieuwend idee om de toehoorders te vermaken en boeien met een originele expositie over de gelezen parasja – is tegenwoordig een wat fletse vertoning. Kan dat niet anders denk ik dan stiekem? In plaats van een derasja die vaak over de hoofden van de mensen heen lijkt te gaan en die de sjoelbezoeker nog passiever maakt omdat alleen de rabbijn spreekt en de rest van de aanwezigen zitten en luisteren, zou je ook samen tien minuten kunnen lernen over de parasja. Vóór sjabbat heeft iemand – een sjoelbezoeker of rabbijn – wat tekstjes over de parasja rondgestuurd met wat vragen en dan spreek je met elkaar over wat de tekst met je doet. Zoiets?
Tesjoewa. Zou dat niet ook betekenen dat we dingen anders kunnen doen? Dus niet alleen spijt van zonden, maar gewoon dingen anders doen, anders in het leven staan, anders denken, voelen en leven? Zouden we door het gebruik van visuele beelden als aanvulling op teksten de sjoeldienst wat meditatiever kunnen maken? Het beeldverbod in het jodendom heeft generaties Joden er niet van weerhouden sjoelen te bouwen met prachtige mozaïekvloeren met een meditatief karakter of muurschilderingen met Bijbelse taferelen.
Natuurlijk waren er discussies over hoe deze kunst in sjoel zich nu precies verhoudt tot het beeldverbod in het tweede gebod van de Tien Geboden. Maar feit is dat zelfs zeer orthodoxe sjoels meestal iets van versieringen en afbeeldingen hebben op de parochet, de Toraschilden, de siertorentjes, het kleed op de bima of elders. Leeuwen, vogels of bloemen – allemaal voorbeelden van motieven die we terugvinden op het parochet (voorhang van de Heilige Arke) in sjoels.
In het ‘Oenetane tokef’ – een belangrijke pijoet die we tijdens de Hoge Feestdagen zeggen, met een zware inhoud qua tekst – lezen we onder andere over de vergankelijkheid en sterfelijkheid van de mens. Hij wordt vergeleken met stof van de aarde, met een gebroken potscherf, verdord gras, een verwelkte bloem, een verdwijnende wolk, een wind, rondvliegend stof, en een vluchtige droom. Dit zou je best ook met beelden kunnen oproepen – er worden bovendien veel natuurbeelden opgeroepen. Hoe mooi zou een passend beeld daar ook bij zijn (denk aan de versierde machzorim uit de Middeleeuwen als precedent). Enfin, ik ben zelf maar aan de slag gegaan.
De boom-mens of het boomgezicht
De boomstronk – ooit een levende boom – die nu bramen voortbrengt en een tweede leven begint …
De groene bladeren die, als je er van onder tegenaan kijkt, doorzichtig zijn geworden doordat ze zijn aangevreten door de rupsen en insecten …
Sjabbat sjalom!