Door alle Pesachdrukte zou je vergeten dat het oorspronkelijk om een bijbels feest gaat waarin bevrijding van slavernij centraal staat. Het concept bevrijding laat zich ogenschijnlijk moeilijk verbinden met veel maaltijden moeten koken omdat er in groten getale gasten komen, het grondig en minutieus schoonmaken van huis en have – in de moderne tijd kantoren en auto’s incluis – het houden van een seiderritueel tot in de kleine uren van de nacht, lange sjoeldiensten en een karig menu vanwege het verbod op chameets. Mijn vrouw had het deze week zelfs een keer over ‘stofware’ in plaats van ‘software’ – een typisch voorbeeld Freudiaanse verspreking. Wat een Pesach-schoonmaak niet allemaal met een mens doet …
We zijn al eeuwen een beetje de oorspronkelijke context van Pesach vergeten. Of misschien niet meer zo gemakkelijk in staat deze op oude wijze te beleven. Het gaat immers om een Lentefeest, een moment in de kalender waarop veel culturen feesten hebben en waarin de vernieuwing van de natuur (= bevrijding van de winter, de natuurlijke afbraak en sterfte) centraal staat. En tegenover natuur hebben monotheïstische religies een ambivalente houding – enerzijds wijst de natuur (vooral voor mystici) op de Goddelijke energie die de Schepping doortrekt en leven schenkt. Anderzijds ligt de angst voor afgodendienst altijd ergens op de loer. Bomen, bergen, rivieren en hemellichamen – allemaal waren ze wel ooit onderdeel van afgodendienst. Met als sluitstuk uiteraard de mens zélf die zich tot god kroont. Vandaar dat het natuurlijke tot wat ongemakkelijkheid leidt.
Liever een verhaal over slavernij en een wonderbaarlijke bevrijding in een ver verleden – ergens in het Egyptische Rijk onder Farao X – dan directe verwijzingen naar de wonderbaarlijke vernieuwing van de natuur die ook in de moderne tijd blijft bekoren en ontroeren. En die minder wonderbaarlijk lijkt dan de Tien Plagen waarbij water in bloed verandert, licht in duisternis, en hagelstenen vallen vergezeld van angstaanjagende geluiden (Sjemot 9:28-29). Al was het maar omdat we deze vernieuwing elk jaar weer opnieuw kunnen waarnemen. Althans, als we de natuur door ons menselijk handelen niet zó erg verstoren dat er een nieuwe ijstijd aan breekt – bijvoorbeeld doordat de warme golfstroom stil komt te liggen, hetgeen minder onwaarschijnlijk is dan men denkt.
Wie echter goed kijkt, ziet dat de vernieuwing van de natuur toch ergens in Pesach verstopt zit. Neem nu die Omer-tijd. Dat was oorspronkelijk een feestelijke periode waarin de eerste snijding van de tarweoogst werd gevierd op Pesach (Wajikra 23:10 en verder). Of eigenlijk aangeduid met de mysterieuze omschrijving ‘de ochtend ná de Sjabbat’ (23:11), wat volgens de rabbijnen de dag na de eerste dag Pesach betekent, en niet zondag. Vanaf die eerste snijding telde men vervolgens zeven weken tot Sjawoeot, waarna de feestelijke oogsttijd van het graan voorlopig werd afgesloten. Zo krijgt het idee van bevrijding weer een nieuw gezicht – men is blij dat men als vrij volk zijn eigen eten kan verbouwen op de grond van het Beloofde Land. Die vreugde voor het dagelijkse brood – eh matse – kunnen we in onze consumptiemaatschappij moeilijk voorstellen. Pesach was dan ook het feest waarop de jaarlijkse hoeveelheid graan voor het jaar werd vastgesteld in de hemel (Misjna Rosj Hasjanna 1:2).
Maar er is meer. In de Talmoed (Berachot 43b) lezen we het volgende:
“Zegt Rav Jehoeda: wie in de dagen van de maand nissan naar buiten gaat en de bomen ziet bloesemen, die zegt: ‘Geprezen bent U Eeuwige, Koning der Wereld, die niets aan de wereld deed ontbreken. En die daarin goede schepselen (= het dierenrijk) en goede bomen maakte, zodat de mensen daar van kunnen genieten …”
Wie dus een bloeiende boom ziet, maakt daarover een zegening. En ‘toevallig’ gaat het over de dagen van de maand nissan, de maand waarin de lente begint. En ook Pesach dient gevierd te worden rond het begin van de Lente, de Aviv (Sjemot 23:15). Zo gaat dus ook Pesach om de vernieuwing van de flora en fauna elke lente weer. Niet voor niets is nissan de eerste van de maanden (Rosj Chodasjiem – Sjemot 12:2). Jaar in, jaar uit. Zoals God ooit beloofde, dat Hij de seizoenen nooit meer zou verstoren zoals gebeurde bij de Zondvloed (Berésjiet 8:22). Veel orthodoxe Joden willen tegenwoordig ook graag deze zegening zeggen en zoeken rond Pesach de tijd om een bloeiende boom op te zoeken. En ja, dat kan ook in het bloesempark in het Amsterdamse Bos. Tenminste als iedereen stopt met selfies-met-bloeiende-bomen te plaatsen op de social media en te berichten over hoe fan-tas-tisch die bomen eruit zien. Het resultaat is namelijk dat je vervolgens op een zondagmiddag in een toch klein veld staat met 400 (!) prachtige bloeiende bomen, maar met duizenden bezoekers, acht stinkende chemische toiletten, metalen hekken om de honderden fietsen aan te bevestigen, en beveiligers …
In de folklore leeft Pesach als lentefeest, als een soort tweede nieuwjaar, nog steeds een beetje. Onder Noord-Afrikaanse Joden wordt het bsisa-ritueel nog steeds in huiselijke kring uitgevoerd op de avond van de nieuwe maan van nissan. Men maakt een mengsel van geroosterde gerst, graan, dadels en amandelen en kruiden. Aan dit mengsel wordt olie en soms water toegevoegd. Het mengsel wordt geroerd met de huissleutel onder het uitspreken van een wens om Gods weldaden – vooral levensonderhoud (parnasa). Dan eet men van het mengsel. Bekijk dit filmpje van de familie Chassan uit Kirjat Melachi.
Sjabbat sjalom en Chag sameach!