Nu de melkwolken van Sjawoe’ot definitief zijn verdampt, zien we hier en daar op de velden nog wat liggen van de oogst. Sjawoe’ot was nu eenmaal het oogstfeest van de tarwe volgens de rabbijnen (de Rol van Ruth heeft het over gerst). En u weet dat je nooit de hele oogst mag binnenhalen, maar altijd wat moet laten liggen. Inefficiënt misschien, maar wel moreel geïnspireerd – te veel bezitterigheid is nooit goed voor de mens, want ‘De aarde behoort Mij’. Misschien is een overdaad aan efficiency wel de bron van veel ontwikkelingen die achteraf bekeken niet altijd positief zijn. Omdat je alles door de bril bekijkt van ‘nut’. Dingen die dan niet nuttig zijn – wie bepaalt wat dat precies is – en niet productief, verliezen dan hun bestaansrecht – met alle morele gevolgen van dien. Enfin, zo was daar het flesje bier dat ik na Sjawoe’ot van goede vrienden kreeg. Dat kon nu rustig gedronken worden. Hoewel ik nooit reclame maak, laat ik in dit geval een foto van het bierflesje zien, zodat u de link met Sjawoe’ot begrijpt:
Wat me overigens ook dit jaar weer opviel, is dat veel niet-Joden onbekend zijn met de bijbelse en Joodse achtergronden van het Christelijke Pinksteren. En dat de naam Pinksteren verwijst naar het Griekse woord voor vijftig, naar de vijftig dagen tussen Pesach en Sjawoe’ot. Nu weten veel Joden weer niet dat er parallellen bestaan tussen Sjawoe’ot en Pinksteren, het feest waarbij de geboorte van de kerk eigenlijk centraal staat. Wie het stuk leest in het boek Handelingen (H. 2), over die prille geboorte van de kerk op het Wekenfeest, ziet daar elementen in terug van Sjawoe’ot. Allereerst het element van vuur dat uit de hemel lijkt te komen en de volgelingen van Jezus overvalt. Uiteraard is daar de overeenkomst met de Openbaring op Sinaï die ook met vuur gepaard ging. Maar er is meer. Opeens kunnen alle pelgrims elkaar verstaan, terwijl ze eerst nog door een taalbarrière waren gescheiden. Nu is het interessante dat ook bij de rabbijnen de talen van de mensen een eenheid vormen op Sjawoe’ot. Volgens de Midrasj sprak God uiteraard de Tien Woorden in het Hebreeuws uit. Maar deze werden simultaan vertaald in alle zeventig talen van de mensheid. Voor heel even hoorde iedereen dezelfde woorden, onafhankelijk van zijn eigen religieuze en culturele achtergrond.
Iets van deze eenheid van taal die een niet-alledaags karakter heeft, komt ook in het hedendaagse Amstelveen tot uiting, gezien het onderstaande bord bij het Gemeentehuis:
In Israël zelf is het nog even worstelen met het spreken van een zelfde taal, ook al zeg je niet allemaal precies hetzelfde. Het graf van David, dat volgens de Christenen weer niets anders is dan de plek waar Jezus zijn laatste avondmaal at, is nu een steen des aanstoots geworden. Sommige Joden maken zich boos dat Christelijke priesters bij dit graf alias eetkamer bidden, terwijl de Christenen weer vinden dat ze te weinig toegang tot deze heilige plek hebben – aldus Yediot. Zucht. Kwam het woord ‘religie’ niet van het Latijnse ‘religare’ dat verbinden betekent? Laat religie dan ook écht een verbindende factor zijn …
Tot slot: ook deze week lukt het me niet om van de SMS-vragen van S. Aviner af te blijven. Ik bedoel: hoe zou ik anders iets horen over de Abrahmson-methode van Ehud Abrahmson en diens kliniek?
Deze week las ik in Olam Katan (nr. 500) de volgende vraag:
Antwoord: Dit is een methode tegen vele verslavingen. Ook met kristallen en energieën, die geen wetenschappelijke waarde hebben.
Maar eh, is-ie nu kosjer of niet? Tja.
Sjabbat sjalom!