Niet schrijven gedurende twee weken is haast onmenselijk … Ik ga er dan ook van uit dat u massaal bij Crescas hebt geklaagd dat de nieuwsbrief ook in de vakantietijd – of: juist in de vakantietijd – gewoon wekelijks dient te verschijnen. Anders zijn de ontwikkelingen mondiaal en nationaal toch haast niet bij te houden? Ik bedoel: de hervatte vredesbesprekingen tussen de Palestijnen en Israël, de onrust in Egypte (Moslimbroeders schieten terug en zo …), allerlei treinongelukken, er schijnt af-en-toe een voetbalwedstrijd gespeeld te worden die belangrijk is, een groot terreuralarm voor Afrika, en natuurlijk de tragische dood van prins Friso.
En dan heb ik het nog niet eens gehad over de hereniging van de zusjes Maywood (wie? – ‘Late at night, early in the morning light’, etc. google maar rustig verder …), de wolf uit Luttelgeest, de mazelenepidemie (volgens mij is de groei er al uit, volgens Coutinho niet), de opmars van de tijgermug en zelfs de ‘loodgrijze’ malariamug (dook op o.a. in Barneveld!) en nu blijkt de hals van de dinosaurus minder wendbaar dan men dacht en – ik wil u niet bang maken - het bericht op nu.nl dat enkele belangrijke beschavingen uit de bronstijd (Midden-Oosten / Middellandse Zeegebied) mogelijk aan klimaatveranderingen ten onder gingen. Tja …
En hoewel ik alweer ruim een week terug ben van vakantie is mijn hoofd soms nog in Israël. Vooral ook omdat het daar toch anders is dan hier in Nederland – vooral qua landschap, klimaat en cultuur. Want ik vind Israël steeds meer Midden-Oosten worden en minder Westers, maar misschien ligt dat aan mij? Thuisgekomen probeer ik ook het vakantiegevoel nog even vast te houden, maar een stroom e-mails, een berg post en rekeningen vragen om aandacht. Met een onschuldig mailtje van mijn energieleverancier word ik weer op de soms absurde alledaagse realiteit gewezen. ‘Meneer Mock, klopt uw maandbedrag nog wel?’ kopte de standaardmail. Tja, weet ik niet, nooit over nagedacht of gecontroleerd. Gewapend met extra energie van de vakantie, trok ik naar de meterkast beneden – een massa skate-waveborden en ander speeltuig verwijderend. Tja, twee venstertjes met cijfers – hoe zat dat ook al weer. Hoog- en laagtarief zei mijn Talmoedische mind. Maar wat was hoog en wat laag, venster I of II? Tja … En waar zit de komma van het getal, of is er geen komma en gaat het ook om de laatste cijfers? En die eerste nullen? Enfin, na Rasji en andere verklaarders geraadpleegd te hebben, besloot ik voorzichtig een afgerond getal van de meterstand in te voeren op de website.
Enge berichten over getallen die veel te hoog waren en andere weer veel te laag, kleurden mijn beeldscherm in … Heb ik nu al die jaren veel te veel betaald, of betaal ik een fractie van wat ik nu moet betalen en kan ik een naheffing over het laatste decennium verwachten, schoot het lichtelijk paranoïde door mijn hoofd … Dan maar bellen. Fout. Lange wachttijden, en tot slot een leuk gesprek met een aardige mevrouw die er zelf ook niets van snapte. Maar wel lief aanmoedigde – ‘ga nog maar eens kijken’, ‘welk venstertje ben je nu?’, ‘hoeveel nullen staan ervoor?’, etc. Na enkele keren op-en-neer gelopen te hebben, vroeg ik licht hijgend of ze niet gewoon een meteropnemer kunnen sturen. Verbazing alom: ‘een meteropnemer, die hebben we helemaal niet zomaar rondlopen. Bovendien zijn die niet van ons maar van een ander bedrijf. Als u nu één laat komen, gaat u dat veel geld kosten. Bovendien klopt het hoogstwaarschijnlijk gewoon.’ Er moet toch een manier zijn, zeurde ik, om zeker te weten of die meter klopt?!
Ze kwam met de foto-oplossing. Wat nog wel eens wordt gedaan, is een foto nemen van de meter met daarop de meterstand. En die wordt dan opgestuurd. Prima idee. Maar, toen kwamen de bizarre details. Heeft u een krant van vandaag, vroeg de dame. Hoezo? Nou dan moet u een foto nemen met de krant van vandaag boven de meter geplaatst. Zodat we de datum van vandaag zeker in beeld hebben. Mijn eerste associatie was met films waarin het ontvoerde slachtoffer met een krant in zijn handen wordt gefotografeerd als teken van leven. Ik moest op mijn onderlip bijten om niet in een hysterisch lachen uit te breken. Ik maakte het gesprek snel af met de belofte dat ik snel een foto met krant én meterstand zou opsturen. Alsof ik überhaupt een foto uit mijn digitale camera naar mijn computer kan krijgen, of kan printen. Zover ben ik nog helemaal niet … Maar was het geen mooie metafoor: de klant gevangen / gekidnapt door zijn energieprovider, en de werknemer gevangen in het bureaucratische web, filosofeerde ik later nog.
Tja, dan maar liever weer terug in gedachten naar de vakantie in Israël. Naar de Galil bijvoorbeeld, een geliefd gebied voor ons. Elke keer dat we in Israël zijn, bezoeken we de Galil, vooral Tsfat en omgeving. Soms blijven we ook een nachtje slapen in Tsfat. Maar omdat Tsfat in de zomer een enorme toestroom kent van ultra’s uit Jeruzalem en Bnee Berak, slapen wij vaak iets buiten het centrum, op een rustige plek zonder ultra’s. Gewoon rustiger en schoner, want de stad kan de enorme toevlucht van mensen amper aan, hetgeen tot rommel en troep op straat leidt. Deze keer lag er allemaal paardenpoep op straat terwijl ik nog nooit één paard in Tsfat heb gezien, en ik kom er al sinds 1985 … Tsfat is tevens een centrum van heilige gravenverering en bedevaart. In en rond Tsfat liggen volgens de traditie honderden (houd rekening met overdrijving) heilige graven van bijbelse, Talmoedische en Middeleeuwse graven, tot aan de pre-moderne tijd. Veel van deze graven werden door kabbalist Luria in de 16e eeuw geïdentificeerd. Dan kreeg hij van boven door waar een illuster persoon begraven ligt. Uiteraard staat de wetenschap soms kritisch tegenover dergelijke identificaties, maar dat mag de pret niet drukken – in de zomer worden graven in Galilea door tienduizenden bezoekers opgezocht.
Zo ook het graf van Rabbi Jehoeda ben Ilai – de Rabbi Jehoeda uit de Misjna (2e eeuw), niet te verwarren met Rabbi Jehoeda haNassie, die in de traditie als schrijver / redacteur van de Misjna wordt gezien. Zijn graf bevindt zich even buiten Tsfat.
Al vanaf de 13e eeuw vindt men in de rabbijnse geschriften vermeldingen van dit graf, met bijbehorende bedevaart en kaarsjes branden. Ook zouden er bomen rond het graf zijn geplant. In de 16e eeuw oefent dit graf al een grote aantrekkingskracht uit op de kabbalisten van Tsfat (Cordovero, Alkabetz, Luria, Vital) die het graf bezochten voor mystieke oefening, devotie en de onthulling van mystieke geheimen. Een graf waar inderdaad een goede sfeer hangt, vind ik zelf - waarom weet ik niet precies. Of de persoon er werkelijk ligt, is niet zo relevant … Dus áls u eens in het noorden van Israël bent …
Sjabbat sjalom