Eén van mijn favoriete bezigheden op vakantie is het zoeken naar Joodse boeken.
De drie boekwinkeltjes die ik in Rechovot – mijn vakantieverblijf – regelmatig bezoek, hebben allemaal een zeer klein vloeroppervlak van nog geen 20 vierkante meter. Van een echte etalage of goede verlichting is geen sprake – geen winkeltje, maar een sjtinkeltje dus. Vaak is het kleine winkeltje ook nog eens ingedeeld in verschillende sub-ruimtes zodat het nog het meest op een mierenhol lijkt. Wanneer er meer dan 2-3 klanten in de winkel staan en nog een vrouw met kinderwagen binnenkomt èn een leverancier met boeken op een steekwagentje langskomt – dan ontstaan er interessante rangeer-problemen die we nog uit onze jeugd kennen uit boekjes met allerlei moeilijke raadsels en ‘hersenkrakers’. Maar dat mag de pret voor mij allemaal niet drukken, integendeel.
Het eerste winkeltje dat ik bezoek, behoort aan het Chabadhuis in Rechovot. Naast Joodse rituele gebruiksvoorwerpen (talliet, keppel, kandelaars, mezoeza en tefillien op bestelling) verkoopt men ook boeken. Grotendeels uit de Chabadstroming, maar ook van andere ultra-orthodoxe stromingen, zoals van Oriëntaalse rabbijnen en enkele rabbijnen uit de rechterkant (qua vroomheid) van de religieus-zionistische stroming. Mijn oog valt op een lijvig boekwerk met foeilelijke omslag. Om een of andere reden hebben omslagen van ultra-orthodoxe boeken vaak een hoog kitsch-gehalte. 625 Pagina’s over geloof (emoena) en vertrouwen (bitachon) waarbij de auteur ook nog een lijst met vragen en antwoorden heeft opgenomen die door mensen aan hem zijn gesteld op deze twee gebieden. ‘Mag je naar de radio luisteren’, ‘Mag je meedoen aan de loterij’, ‘Wat te doen met een handlezer die slechte dingen voorspelde’, ‘Hoe zit het met de invloed van de planeten’, ‘Hoe verwerf je het geloof’, ‘Is het okay om kalmerende middelen te gebruiken of mag je op God vertrouwen’, et cetera. Mijn belangstelling was gewekt ... Zeker gezien de onwaarschijnlijke prijs van 15 sjekel (nog geen 3 euro). Met het boek in een plastic zakje van erg dun plastic gestoken, vertrok ik opgetogen de winkel. Op naar de volgende winkel die nog smaller is dan het Chabadhuis. De verkoper zit altijd ergens in een hoek van de winkel verborgen, achter de toonbank, onzichtbaar voor de klant. De eigenaar draagt een gehaakt keppeltje en is een moderne religieuze Israeli. Hier vind je boeken geschreven door religieuze academici, moderne Joodse denkers (Soloveitchik), boeken over religieus-zionisme, klassieke traditionele standaardwerken en boeken uit de ultra-orthodoxie. De oogst viel dit keer een beetje tegen en ik besluit niets te kopen. Wel weet ik de verkoper nog 10 minuten bezig te houden met het zoeken naar een waarschijnlijk niet bestaand boek, omdat ik de titel niet goed heb onthouden. Na enkele schappen te hebben doorzocht, komt hij tot de conclusie dat hij het niet heeft, maar er wel van gehoord heeft. ‘Misschien via een advertentie’, zegt hij. Ik knik instemmend en vertrek, op weg naar winkel nummer drie.
Deze winkel wordt gedreven door twee authentieke chassidische Joden die altijd beleefd zijn en iedereen vriendelijk te woord staan. Ook de mooie vrouw in strakke spijkerbroek die een beker zoekt voor het overgieten van de handen voor de maaltijd (natla). De vorige reis dat ik hier was, kwam er een ietwat verwarde man binnen die luidkeels riep dat “de Oriëntaalse rabbijn Ovadia Josef de Masjiach is!”. De verkoper reageerde adequaat door te vragen hoe hij dat wist. Er volgde een ingewikkelde uitleg die ik me niet meer precies kan herinneren. Enfin, ook hier was de oogst dit keer matig. Terwijl ik al enigszins teleurgesteld wil vertrekken, zie ik vanuit mijn ooghoek een boek met een New-Age aandoende omslag: “Boodschappen uit de Echte Wereld”. De ondertitel is al even intrigerend: “Daniël – de wereld van een autist”. Er gaat ergens een lampje branden en ik herinner me een tijd geleden een artikel gelezen te hebben over het fenomeen dat sommigen in de ultra-orthodoxe wereld een autistisch kind als medium beschouwen. Als hele hoge zielen die speciaal nogmaals op aarde zijn gekomen om ons de weg te wijzen. Tijdens bijeenkomsten worden autistische kinderen vragen gesteld waar vervolgens door het kind op een of andere manier antwoord op wordt gegeven. Sommigen hebben zware kritiek op het gebruik van autistische kinderen voor dergelijke praktijken. Opgewonden pak ik het boek vast en kijk naar de prijs. 13 Sjekel jubel ik, en haast me naar de kassa. Alsof ik bang ben dat er opeens een devaluatie van de sjekel wordt afgekondigd, waardoor de prijs zou worden verhoogd – iets dat begin jaren 80 van de vorige eeuw toen er zeer hoge inflatie in Israel was, ook werkelijk gebeurde. Dan stond je in de supermarkt en werd opeens alles stilgelegd: een devaluatie. Waarna alle prijzen allemaal opnieuw berekend moesten worden. Uren later was je pas weer thuis met je boodschappen.
Terwijl ik het boek al wil weggrissen van de toonbank en weg wil lopen, houdt de verkoper me nog even tegen. “Je weet dat er ook nog een tweede deel is?”, zegt hij in vriendelijk Jiddisj. Ik voel m’n mond droog worden van opwinding. “Een tweede deel? – waar dan?”. Langzaam sloft de man van achter zijn toonbank vandaan richting het boekenschap. “Tja, ik weet niet of ik het heb”, zegt hij. Maar na enig zoeken krijg ik een vrijwel identiek boek als het eerste. Met een ‘2’ op de omslag en een iets afwijkende tekst erop. “Dat is deel 2”. Ook dit deel blijkt 13 sjekel te kosten. Euforisch betaal ik ook dit boek en loop met beide delen de winkel uit. Buiten gekomen, moeten mijn ogen weer even wennen aan het zonlicht. Goedgeluimd loop ik terug naar ons vakantieverblijf.
Maar dan krijg ik een licht knagend gevoel. Ik had afgesproken met mijn vrouw dat ik niet veel boeken op vakantie zou kopen. Omdat ze stapelmesjogge wordt van de grote hoeveelheid boeken die ik elke keer meesleep naar mijn hol. Ik besluit eerst om een goeddoorwrochte Talmoedische verhandeling voor te bereiden over het begrip ‘veel’. Wat betekent ‘veel’ als ik zeg “‘veel’ boeken kopen”. Ik zal mijn verweer staven met teksten uit Tenach, Misjna en Talmoed, geheel in de Joodse traditie. Terwijl ik de Talmoedische verhandeling in gedachten al bijna klaar heb – compleet met heen-en-weer gesjokkel van het lichaam en spitsvondige duim-bewegingen – besluit ik dat het misschien toch niet de beste methode is. Maar wat dan wel? Na enig nadenken herinner ik me dat ik een week eerder het boek “In het Hof van de Vrede” heb aangeschaft, een op de Breslav-stroming geïnspireerde verhandeling over een goed huwelijksleven met allerlei tips. En nu snel naar huis en lezen ...