“Ik wil een middelvinger de lucht in voor politie, justitie, SBS 6 en RTL Boulevard,” schijnt rapper Lil’ Kleine (wie is dat?) gezegd te hebben tijdens een optreden. Het kostte hem én arrestatie wegens opruiing én belediging – zo lees ik in de Volkskrant van afgelopen dinsdag. Op pagina 11 van de bijlage ‘V’ buigt Haro Kraak (en wie is dát?) zich in een opiniestuk over de juistheid van deze arrestatie. Het is wel opmerkelijk dat hier snel wordt opgetreden, maar in andere gevallen weer niet of slechts na een lange overweging van het O.M. Laat het duidelijk zijn: ik keur dit soort infantiel en smakeloos gedrag af. Maar, de vraag rijst wel of kunstenaars, opiniemakers, media en politici niet meer mogen zeggen dan een gemiddelde burger. Daar is soms wel iets voor te zeggen. Overigens het meest beschamende lijkt het mij om in één adem genoemd te worden met SBS 6 en RTL Boulevard – omroepen die zo’n twee decennia geleden begonnen met de grote vervlakking en afstomping van ons land …
Beter dan de rapper ter plaatse te arresteren was een uitnodiging voor een gesprek op het politiebureau geweest, zoals Kraak ook stelt. Misschien kan Lil’ Kleine toelichten wat de diepere betekenis is van de opgestoken middelvinger. Heeft hij een culturele of politieke boodschap? Wil hij zijn fans tot nadenken aanzetten door te choqueren? Zo niet, dan mag hij best op zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid als BN-er gewezen worden. Woorden bezitten kracht. Dat is een Joods-traditioneel standpunt dat volgens mij gesteund wordt door de grote investeringen van bedrijven in reclame op TV en radio …
In het NIW dat vrijdag bij u op de mat valt kunt u trouwens lezen (pagina 6) over het vertrek van Peter Luzac uit de PC van het NIK. Aanleiding is het feit dat Gidi Markuszower penningmeester van het NIK is, maar ook in de Eerste Kamer zit namens de PVV – een partij die niet bezorgd is over de kracht van woorden en geregeld dingen roept die beledigend, op het randje, of mogelijk al voorbij de juridische grens zijn. Luzac betreurt het dat er voor dit gedachtegoed plaats is binnen het NIK, en ziet dit als gevaar voor het NIK en de Joodse gemeenschap. Een inhoudelijke reactie van het NIK komt er uiteraard niet, denk ik, maar onzinnig is het probleem dat Luzac opwerpt niet. Wat vinden NIK-leden hier zelf van, vraag ik me af? Is een carrière in de landelijke politiek überhaupt te verenigen met een hoge bestuurdersrol in het NIK? Moet je niet gewoon kiezen voor één van beide? Hoe zit het trouwens met een NIK-bestuurder die actief is bij de SP of Partij van de Dieren, zou dat ook kunnen?
In de oude wereld was het gebruikelijk dat in de opmaat naar de Hoge Feestdagen er predikers (megidiem) waren die het volk moesten aanzetten tot boetedoening en ommekeer. Dit konden vaste predikers uit de gemeente zijn, of rondtrekkende redenaars. Vaak hadden die preken een hoog hel-en-verdoemenis gehalte. Op een gegeven moment was dat een beetje uitgewerkt – althans het Chassidisme was er klaar mee. De te grote nadruk op zonde, hel en verdoemenis maakt de mens niet vromer of beter. Wie de hele dag met modder bezig blijft, wordt nooit schoon. Ooit hoorde ik daar een verhaal over dat ongeveer zo ging:
“Nou,” zei de rebbe, “je moet weten dat je woorden grote indruk hebben gemaakt. Echt. Maar ik ben wel bang dat na uw vertrek alles weer wegzakt. Wat we hier nodig hebben is een graf van een echte heilige die de gemeente blijvend kan inspireren en aanzetten tot het goede. En het lijkt me dat er geen betere kandidaat voor deze heilige is, dan u. Dus staat u me nu toe deze grote mitswa te vervullen …”
De rebbe bracht het grote mes een beetje in de richting van de prediker die geschrokken naar achteren deinsde. “Dit kunt u toch niet menen,” stamelde de prediker.
“Jawel,” zei de rebbe, “op deze wijze bent u altijd bij ons om ons voor de zonde te behoeden. Maar houd u mij toch niet verder op bij het doen van deze bijzondere mitswa.”
“Maar ik ben helemaal niet zo'n grote heilige,” zei de prediker die nu echt bang was geworden.
“Dat zegt u alleen maar uit bescheidenheid,” bromde de rebbe, die alweer een beweging met zijn mes richting de prediker wilde maken.
“Nee, echt waar,” wierp de prediker nu tegen, “en ik zondig ook wel eens.”
“Ja, maar dat zijn waarschijnlijk zeer, zeer kleine misstappen die ons, gewone stervelingen, nooit zouden worden aangerekend,” zei de rebbe.
“Nee, nee,” jammerde de prediker die angstig naar het mes was blijven kijken, “soms ook heus grotere overtredingen …”
“Aha,” zei de rebbe, “hoor eens wat je zelf hebt gezegd. Zou je niet eerst jezelf verbeteren voordat je anderen de les leest en bang maakt?!”
Beschaamd vertrok de prediker uit het stadje. Hij had zijn lesje geleerd …
Sjabbat sjalom!