Poerim is het feest van de ommekeer in het onzichtbare. Wat je ziet is niet per se wat mogelijk is; de omkering manifesteert mogelijkheden die we niet voorstelbaar achten. Vanuit de diepten manifesteren zich krachten die een nieuwe wending geven aan een situatie. Sommigen zien hier een verband met het sterrenbeeld van Vissen die met de maand adar verbonden is.
De twee vissen laten een dualiteit zien, een bepaalde spanning tussen wat is en wat mogelijk is. Vissen leven ook in de diepte van de wateren en staan daarmee voor geluk en vruchtbaarheid – onttrokken aan het oog vermeerderen ze zich. De opdracht is dan ook om vrolijk te zijn in de maand adar, als aanloop naar Poerim. Dat is geen makkelijke opdracht, zeker niet als de realiteit helemaal niet zo veel reden tot vreugde geeft, zoals destijds tijdens de crisis voor de Joden in het Perzisch-Medische rijk. Ook nu is het niet makkelijk om levensvreugde te hebben als je naar de actuele stand van zaken in de wereld kijkt.
Opmerkelijk genoeg lezen we in de aanloop tot Poerim altijd over de bouw van het Misjkan (Tabernakel) – het draagbare Heiligdom van de Israëlieten. Deze demonteerbare tempel is een getuigenis voor Israël, zegt de Tora. En getuigenis omdat ze letterlijk de Stenen Tafelen bevatten die een getuigenis zijn van de Openbaring en de bijzondere relatie die het volk met God aanging. Het is ook een getuigenis – een teken – voor de aanwezigheid van God te midden van Israël. En ook toont het dat zonde tot de menselijke natuur behoort (Gouden Kalf) maar door God kan worden vergeven – ook een soort van omkering en transformatie dus. De mens heeft een weg tot verzoening en herstel in de vorm van de Tempel en zijn rituelen. Het leven kan weer worden gevierd, ook na een misstap.
Maar de Tempel heeft ook iets mysterieus, een dimensie die aan het oog wordt onttrokken. Hij is grotendeels ontoegankelijk voor niet-priesters en sommige gedeelten worden ook niet zomaar door priesters betreden – het Allerheiligste kan alleen door de Hogepriester, één dag per jaar betreden worden. Op de dag die de transformatie en verzoening symboliseert: Jom Kipoer. Bovendien is het niet duidelijk hoe die rituelen werken – zeker niet voor de moderne mens. De Tempel is een soort van zwarte doos waarbij je wel weet wat er in gaat maar veel moeilijker kan beoordelen wat de resultaten – de output – is. De westerse, moderne mens zal die tempelrituelen misschien wel irrationeel vinden, ze zijn niet exact te monitoren of te meten in effectiviteit.
Paradoxaal genoeg zijn het juist de bouw van de Misjkan en de rituelen die daar worden uitgevoerd, die juist heel uitvoerig, gedetailleerd en kwantificeerbaar worden beschreven. De materialen, de afmetingen en voorwerpen worden exact beschreven. Het is ook niet de bedoeling dat er extra dingen worden toegevoegd. Meer is niet per se beter – het gaat erom dat het resultaat gelijk is aan het Goddelijke plan. Ook met betrekking tot de offerrituelen zijn de teksten zeer concreet. Deze rituelen moeten grotendeels door reine priesters worden uitgevoerd, gekleed in de voorgeschreven kleding en met de juiste intenties. Offerdieren worden gedetailleerd beschreven naar soort, geslacht en leeftijd, evenals de specifieke uitvoering van het ritueel en de locatie. Ook hier is vertrouwen in een goede afloop dus belangrijk. Het volk moet er maar op vertrouwen dat de priesters de rituelen correct uitvoeren, volgens alle voorgeschreven regels en voorwaarden. Dan kan het ritueel onzichtbaar zijn werking doen en de mens transformeren en weer heel maken.
Al bijna 2000 jaar heeft het jodendom geen tempel meer en hebben de rabbijnen andere wegen gewezen om tot heelheid en transformatie te komen. Fascinerend is de idee in de mystieke traditie dat Poerim en Jom Kipoer met elkaar verbonden zijn, en dat Poerim eigenlijk nog belangrijker is. Wat we op Jom Kipoer bereiken met vasten, dawwenen en de hele dag in sjoel doorbrengen, wordt op Poerim gedaan door eten, drinken en vrolijk zijn. Op een wijze die zelfs irrationeel is – men gaat de dualiteit van goed en kwaad te boven om tot heelheid te komen – en voor het moment geen verschil kan ontdekken tussen “vervloekt is Haman” en “gezegend is Mordechai.” Hoe dat precies werkt? Geen idee, grotendeels verborgen – zoals ook de naam van God in de Megilla verborgen is. Optimisme en vertrouwen als opdracht …
Sjabbat sjalom!