Hoewel de ‘h’ van herdenken in de maand is, blijft het nog verdacht rustig in de aanloop naar de 4 mei-herdenking. Tuurlijk, we hebben het gedoe rond Vorden – waarvan niemand eerder nog hoorde voordat een vliegtuigje van TOF daar rondcirkelde - en Geffen dat ook ergens in Nederland ligt, althans volgens de Bosatlas. Misschien is het 4 mei-gedicht nog niet klaar, dat zal het zijn! Ondertussen moet je bij herdenken je verstand op nul zetten, lees ik op de website van het NIK. Dat sommigen dat erg letterlijk nemen, blijkt uit een al even traditioneel incident rond Jom Hasjoa in Israël. Locatie: Gan Sacher, dit dus. Liever een fotootje? Kan hoor – kijk hier maar (even op ‘Photos’ klikken ...).
Al eerder schreef ik over dit park dat inmiddels een steen des aanstoots is geworden op Jom Hasjoa. Gan Sacher is zo ongeveer het grootste en bekendste park van Jeruzalem, ook vanwege de centrale ligging. Het is dé plek waar mensen nationale feesten als Jom Ha’atsmaoet, Mimoena of andere evenementen vieren – bij voorkeur met een picknick of barbecue (in Israël vaak hetzelfde …). Kortom een belangrijke folkloristische plek in Jeruzalem, vergelijkbaar met het Rembrandtplein of Leidseplein in Amsterdam. Maar zie, wat gebeurt er de laatste jaren? De afgelopen jaren vinden sommige ultra-orthodoxe Joden dat Jom Hasjoa dé dag is waarop men ultra-orthodox verzet moet plegen tegen het seculiere Israël en alles wat daarvoor staat. Dus ook Jom Hasjoa met die heidense sirenes en de minuut stilte. Allemaal goise maajses … Deed Mosjé het, deed rabbi Akiva dat, deed Maimonides zo? Nee! En zeg nu eens eerlijk, waar hebben de zielen van de overlevenden meer aan: aan een krans, een minuut stilte en een sirene, of de talloze mitswes en Tora-woorden die dagelijks opstijgen uit de leerscholen van de ultra-orthodoxe wereld? Een beetje van dit … Dus hou je vrolijk een barbecue in Gan Sacher en maak je er een feestje van op Jom Hasjoa. Althans enkele tientallen ongevoelige primitievelingen volgens sommigen, of 200 volgens anderen … Artikeltje en foto: klik hier.
Ik moet eerlijk zeggen dat ook in mijn ultra-orthodoxe jesjiva wel eens discussies waren over het blijven staan bij de sirene, de minuut stilte en de seculiere wijze waarop de overledenen van de Sjoa worden herdacht. Maar dat bleef bij woorden en discussies alleen. In de praktijk haalde niemand zich in het hoofd om sehacheles te gaan doorlopen op straat als de sirene klonk, of expres door te gaan met praten over koetjes en kalfjes. De Rosj Jesjiva – een van de weinige overlevende rabbijnen uit het vooroorlogse Vilna - zou hier onpasselijk van zijn geworden en het niet geaccepteerd hebben … Maarrrrr ja, de jeugd van tegenwoordig hè? Blijkbaar is er toch iets veranderd de laatste 20-25 jaar en creëert men een sfeer waarin dit kan – hier kunnen Vorden en Geffen nog een voorbeeld aan nemen … Natuurlijk, we hebben het hier over een zeer kleine groep malloten – rabbijn Metzger en anderen hebben al hun afschuw uitgesproken - maar toch …
Natuurlijk bemoeiden alle kranten zich er mee en ook op internet werd er vrolijk op los geblogd. Op het radiostation Kol Beramah - een (ultra?)-orthodox station – vond een discussie plaats over het voorval en de houding van de ultra-orthodoxen tegenover Jom Hasjoa. De discussie’partners’ waren ene Dov Halberthal, advocaat, publicist en een spreekbuis van de Lithuaanse ultra-orthodoxie, en Menachem Brod, woordvoerder van Chabad Israël. Twee visies op orthodoxie stonden tegenover elkaar: Brod die het geheel wil zien, niemand wil afschrijven, en respect heeft voor de manier waarop men Jom Hasjoa herdenkt (en die misschien iets tè vriendelijk is tegen seculieren in de ogen van Halberthal, die de mooie woorden van Brod een beetje wantrouwt …). En aan de andere kant Halberthal die voor de Lithuaanse jesjiva-wereld staat, in Bne Berak en Jeruzalem vooral. Een echt vrolijk gesprek werd het niet, vooral niet toen Halberthal vaststelde dat er geen voortbestaan is voor het Joodse volk, zonder de wereld van de Tora – de jesjivot dus. En ja, de ‘wereld van de Tora’ dat is de Lithuaanse jesjiva-wereld, de illustere Ponnewisj Jesjiva in Bne Berak, en niet een Chabad-huis in India (u weet wel waar die aanslag was en zo …). Tja, je wordt er niet vrolijk van maar het was wel een beetje voorspelbaar, omdat nu juist de Lithuaanse wereld en Chabad geen grote vrienden van elkaar zijn de laatste 25-30 jaar … Voor mensen die Hebreeuws verstaan en de nuances in de ultra-orthodoxie kennen, luister en lees hier.
Ach, laten we ons toch met positiever nieuws bezig houden. Zoals: het is nu officieel de langste griepepidemie in 20 jaar! Echt!!! En schijnt de winter nu echt afgelopen te zijn, maar zonneschijn? Mwah … En het is weer Omertijd – de tijd tussen Pesach en Sjawoe’ot die in de Tora nog een vrolijke tijd was waarin men de oogsttijd doortelde; vanaf Pesach naar Sjawoe’ot waarop de graanoogst echt helemaal klaar was en er twee broden in de Tempel werden geofferd. De enige keer dat de broden chameets mochten zijn op het altaar – in de Tempel mocht nooit iets dat chameets was op het altaar komen, behalve op Sjawoe’ot. Met Sjawoe’ot was de bevrijding écht voltooid door de Openbaring op de Sinai die op die dag plaatsvond volgens de rabbijnen. Na de fysieke bevrijding nu de spirituele bevrijding. Dat is mogelijk de reden dat men op die dag wèl chameets op het altaar mocht brengen. Door de spirituele bevrijding staat men even boven de negatieve aard van chameets: eigendunk, materialisme, hoogmoed. En: door de Openbaring kan de mens de strijd met het gerezene in zichzelf aangaan. Met recht een bekroning van Pesach waarop we nog niet met deze negatieve krachten konden omgaan, vandaar dat ze niet gegeten mochten worden, en niet eens in huis mogen liggen!
Hoe wordt deze vrolijke periode dan een treurperiode? Geen muziek, niet trouwen, niet scheren / haren knippen? Tja, ik weet het ook niet precies, maar de Kabbala stelt dat deze periode zeer bijzondere dagen telt met een heilig karakter. Vandaar dat het ook een kwetsbare tijd is waarin negatieve dingen kunnen gebeuren. Misschien wil men deze negatieve krachten afweren door de uiterlijke vrolijkheid wat te temperen. We zijn misschien wel vrolijk, maar vooral van binnen (en juist in deze dagen moet je erg oppassen voor ruzie en conflicten …). Anderen hebben eenvoudiger verklaringen: het is de invloed van de Middeleeuwen met haar pogrommen en de Kruistochten die vaak rond Pesach en daarna plaatsvonden (je vertrekt niet op Kruistocht in de winter …). Anderen zien in de gebruiken geen rouwgebruiken, maar juist uitingen van een werkverbod vanwege de gewijde status van deze dagen. Nachmanides ziet de hele periode vanaf Pesach tot Sjawoe’ot als één periode waarbij Pesach de 1e dag jom tov is, de hele Omertijd de zogenaamde tussendagen vormt (Chol Hamo’ed), en Sjawoe’ot de laatste dag jom tov is - het schema van Pesach en Soekot dus (vooral Soekot eigenlijk …).
Zoals gewoonlijk meerdere wegen die naar Jeruzalem leiden …
Sjabbat sjalom!