Na mijn spannende avonturen in Nes aan de Amstel op Koninginnedag, bevond ik me deze week opnieuw in de provincie. Dit maal in Den Dolder. Nee, ik had geen kantinetafels, stellages of andere kantoorartikelen nodig die je daar bij een zeker bedrijf kan bestellen (ik mag geen reclame maken - "dàt is snel..."). Maar ja, het was vakantie en je moet toch wat? Best een aardige bosrijke omgeving ... Die we hard nodig hadden - dit keer hadden we te maken met maar 5 verschillende vakantieroosters binnen ons gezin zodat we Goddank nauwelijks iets samen konden doen, laat staan echt op vakantie gaan! Na enig zoeken kwamen we bij de plaatselijke grootgrutter die ons een Aha-erlebnis bezorgde. Wat een mooie supermarkt. Allerlei producten waren hier verkrijgbaar die bei uns in Amstelveen niet te vinden zijn. Veel biologische producten, veel melkproducten en allerlei delicatessen, sommige van lokaal fabricaat, zoals lekkere gember in pure chocolade gehuld die uit een bedrijfje in Soest afkomstig was. En dan die brede paden tussen de schappen - echt een mini-Eden. Maar dan zonder slang, boom van Leven en naakte Eva's (het weer zat ook niet mee) ... Glunderend vertelde de vrouw achter de kassa dat dit een van de beste filialen was in heel Nederland.
"Is dit een 5- of een 6-winkel?", vraag ik streng. Voor zover ik weet duidde men namelijk de grootte van een winkel bij deze supermarkten aan met een nummer van 1 tot 6 (het grootst). "Nou dat weet ik niet hoor," zegt ze enigszins uit het veld geslagen. Daar zie je weer die vervreemding van het proletariaat waar Marx het ook al over had, dacht ik bij me zelf. Ze weet niet eens of ze in een 5- of een 6-winkel werkt! Schande.
"Prettige dagen", roept ze me nog achterna, op licht smekende toon. Prettige dagen? Sjawoe'ot? Laat ze zelf eens zo'n hele kaastaart wegkanen! Of bedoelt ze Hemelvaartsdag? In dat laatste geval is het duidelijk risjes. Antisemitisme zelfs.
Ach ja eten, niets waar het jodendom zo veel mee heeft als eten. "Ze hebben ons vervolgd, we hebben veel geleden, maar overleefden - en dus: laten we nog wat eten", vatte een komiek eens de Joodse traditie samen. Toch is eten in het jodendom verre van eenvoudig door de spijswetten, het kasjroet. Waar al genoeg gradaties in zijn. Van mensen die zich in grote lijnen aan de regels houden tot neurotisch-geobsedeerde, die bij wijze van spreke zelfs het water nog controleren. In de moderne tijd zijn daar nog allerlei variaties bij gekomen in de vorm van eco-kasjroet, vegetariërs, kosher-style, persoonlijke voorkeuren en afkeuren, en de onvermijdelijke voedselallergie. Zelf ben ik Baroech Hasjem in lichte mate intolerant voor lactose. Dus bijna geen melk, en liever niet veel melkproducten.
Enkele dagen geleden gingen we met een goede vriendin uit eten. Haar man zou ook meekomen, maar moest opeens op zakenreis. En dus zaten we - mijn vrouw, onze vriendin en ik - bij een Japans restaurant dat onze vriendin kende. Zelf eet ze bijna altijd vegetarisch en/of kosher-style. In principe hebben wij geen probleem om in een gewoon restaurant te eten, zolang het maar om kosjere waren gaat of vegetarische kost (we benadrukken dan altijd dat we strikt vergetarisch zijn, waarbij eventueel ook nog een allergie voor schaal- en schelpdieren ten tonele wordt gevoerd - want voor je het weet zegt zo’n Aziaat dat het vegetarisch is, terwijl hij er vrolijk een dot oestersaus in heeft uitgeknepen). In sommige gevallen ga ik me ook nog verdiepen in bepaalde details van de keuken. Ik zeg gewoon dat ik van de Smaakpolitie ben, en geef gelijk wat andere tips: "dat rubberen afdichtstripje in de ijskastdeur moet je vervangen joh - dat is veel schoner".
Maar Japans? Ik had helemaal nog nooit (kosjer) Japans gegeten en behalve "Big in Japan" had ik er ook niet veel mee. De menukaart hielp niet mee: allerlei soorten garnalen, octopus, pijlstaartinktvis. "Neem dan sushi van tonijn of zalm", zei de vriendin. Eén probleem - ik houd niet van sushi. En mijn vrouw al helemaal niet van zalm, en zeker niet rauw. Dus dat viel af. "Neem dan die gefrituurde groenten", probeerde ze nogmaals, "die neem ik ook altijd". Maar ja, straks wordt dat samen gefrituurd met die inktvis en andere antennedragende vissen. En om dat te gaan uitleggen in het Japans wordt moeilijk. Bovendien zat mijn linkerbuurman een portie rauwe tonijn te verorberen, een uitzicht dat ik licht onsmakelijk vond. Na 10 minuten besloten we om elders ons geluk te gaan beproeven (ik was bovendien hypochondrisch-paranoia geworden door een oud krantenbericht dat telkens in mijn geest opdook van een kogelvis die eens twee doden in een Japans restaurant op zijn geweten had).
Op naar een geheel vegetarisch restaurant - zonder entartete vissen. Maar ach, stom, het was dinsdag, dan is-ie dicht. "Zullen we dan naar X gaan?", zei mijn vrouw. "Die is ook dicht op dinsdag", zei ik. Na ook nog enkele andere tentjes voorbij gereden te hebben die ook aan de dinsdagsluiting meededen, wist onze vriendin uit haar geheugen een leuk restaurant op te diepen met vegetarische keuze, en bovendien "was de eigenaar geloof ik een Israëli", zei ze. "Witgewassen groenten dus", mompelde ik binnensmonds. Gelukkig, hij was open. Een leuke entourage ook. En men had hier inderdaad wel vaker met het vegetarische bijltje gehakt. Enfin, eindelijk kunnen we bestellen. Maar wat? Gelukkig ben ik een makkelijke eter. Maar, ik hou niet van champignons. En ook niet van tomaten. Mijn vrouw eet sowieso weinig vlees, gevogelte of vis. Harde kazen houdt ze ook niet van. Om het nog even ingewikkelder te maken is onze vriendin licht allergisch voor gluten, en echt allergisch voor aubergine. Na enig stoeien kon de uitbater toch iets streng vegetarisch voor ons bedenken. Vol verwachting klopte ons hart. Een ruim kwartier later werd het voorgerecht gebracht. Terwijl we hongerig onze vork er in staken, slaakte mijn vrouw een kreet: "eieren!". Inderdaad, er zaten wat gekookte eistukjes bij. Chips! - we waren vergeten te zeggen dat mijn vrouw absoluut geen eieren eet. "Geen probleem", zei de ober met een gezicht waarop de wanhoop inmiddels zichtbaar was. "We maken iets anders voor u". En we hebben uiteindelijk toch lekker gegeten ...
Over een kleine week is het Sjawoe'ot, het feest waarop de Openbaring bij de Sinai centraal staat. Op dit korte feest wordt er behalve het nachtelijke lernen, natuurlijk veel melkkost gegeten. Ik voel wel voor de symboliek die melk met nieuw leven verbindt. Melk en melkkost vormen het belangrijkste deel van het dieet van pasgeborenen en jonge kinderen. Misschien is de boodschap wel dat we om de Openbaring voor onszelf 'vers' te houden, we iets van de onbevangenheid van een jong kind moeten hebben. Met hun nieuwsgierigheid, hun vragen, en tegelijkertijd hun enthousiasme om urenlang ergens in te kunnen opgaan. Ook wanneer hun vragen niet helemaal, of helemaal niet zijn beantwoord. Al spelende met de Tora en God het spirituele leven ontdekken ...