Ruim veertig jaar geleden was de Lekstraat-sjoel een belangrijk centrum van Joods Amsterdam. In de twee sjoelen – de grote en de kleine – werden regelmatig diensten gehouden, zowel op sjabbat en feestdagen als door de week. Daarnaast was het ook de plaats waar Jesjiwas Hamasmidiem was gehuisvest, een soort naschoolse Joodse les waar je wekelijks door vrome leraren werd onderwezen in de Misjna. Ik dus ook, maar ook veel van mijn orthodoxe vrienden. En natuurlijk Arnon Grunberg (zie NIW 213, nr. 27, p. 19). Als beloning voor onze inspanningen kregen we een stempel op een gekleurde kaart: een rode, gele en groene kaart. De kleur van de kaart was afhankelijk van je inzet die week – rood was uiteraard het matigst, en de exacte volgorde ben ik intussen vergeten. Als je kaart vol was, vertegenwoordigde die een bepaalde geldwaarde waarmee je Joodse boeken kon aanschaffen bij boekwinkel Samech van de familie Daniëls.
Vanuit Jesjiwas Hamasmidiem werden we aangemoedigd deel te nemen aan de Europese Sijoem Misjnajes – het jaarlijkse (of was dat toen slechts ééns in de zoveel jaar?) evenement waarbij werd gevierd dat men samen de hele Misjna had uitgeleerd. Hiervoor moesten jongens zoveel mogelijk Misjnajot uit het hoofd leren, eventueel voor te dragen en te voorzien van summiere uitleg. Dergelijke evenementen werden in Europa bijvoorbeeld gehouden in Zürich, Antwerpen en London, maar ook in grote steden in de VS. En nog steeds overigens. Zelf ben ik naar zo een evenement geweest in Zürich, waar ik mijn ingestudeerde Misjna-hoofdstuk – een niet al te groot hoofdstuk overigens – zenuwachtig voordroeg en vervolgens een oorkonde kreeg. Hiervoor reisde ik samen met twee andere jongens per trein naar Zürich waar we de sjabbat bij vriendelijke doch pünktliche en jekkisje gastgezinnen doorbrachten.
Ook was er een evenement in de Lekstraat-sjoel waarbij de (rechterkant) orthodoxie in groten getale aanwezig was – vooral de jeugd. Veel Jesjiwas Hamasmidiem-klantjes dus, hoewel ik niet meer zeker weet of het evenement met het Misjna-lernen had te maken of niet. We brachten de hele sjabbat in de Lekstraat door, waar we samen aten, dawwenden en lernden. We kregen les in verschillende groepen – ingedeeld naar niveau en leeftijd. Een serieus kijkende bebaarde man vertelde een lang verhaal – wie de boodschap van het verhaal had begrepen zou een prijs krijgen. Het verhaal ging over een man, een auto en een knopje, en er ging iets mis (er werd op het knopje gedrukt?) – dat is ongeveer wat mij is bijgebleven.
Om de beurt mochten we vertellen wat volgens ons de boodschap was. Trots vertelde ik mijn theorie. De man knikte een beetje en proefde mijn woorden. Niet slecht, maar niet goed genoeg; het was niet de boodschap van het verhaal zoals hij die bedoelde. Mijn vriend, een ‘Brave Hendrik’-typje met een wat nasale stem, legde uit wat volgens hem de boodschap was: kleine dingen kunnen grote gevolgen hebben. Uiteraard had hij het wél goed. Ik was stinkend jaloers, natuurlijk. Bovendien ergerde ik me een beetje aan de manier waarop onze leraar het verhaal aangreep om zijn vrome praatje te houden. Dat draaide vooral om braaf doen wat er van je wordt gevraagd. Anders zouden de gevolgen wel eens onverwacht groot kunnen zijn …
Recent moest ik met de Hoge Feestdagen opeens weer denken aan dat evenement in de Lekstraat-sjoel, het ons voorgeschotelde verhaal en de moraliserende boodschap. De aanleiding was de boodschappen die ik in de supermarkt deed voor de feestdagen. Terwijl ik met mijn wagentje de hele winkel doorreed, viel mijn oog toevallig op een medewerkster die voedsel voor een klant afsneed en inpakte. Hoewel ze met de andere hand even daarvoor op haar smartphone bezig was geweest. Onprofessioneel en onfris, want iedereen weet dat de leuke veegschermpjes supervol zitten met bacteriën.
Maar ook potentieel gevaarlijk voor mensen met een beperkte afweer zoals ouderen, chronisch zieken, mensen met een immuunziekte en dergelijke, mijmerde ik enigszins hypochondrisch. Door iets banaals als op je telefoon appen kan een klant ziek worden. Misschien komt zo een kwetsbaar persoon wel terecht in een lange keten van gekwakkel met zijn gezondheid: doordat hij ziek werd van de telefoon, werd hij later makkelijker vatbaar voor de griep, waardoor hij een longontsteking kreeg et cetera. Op dat moment moest ik denken aan de man-met-baard en zijn verhaal: kleine dingen hebben soms grote gevolgen …
De link met de Hoge Feestdagen was natuurlijk snel gelegd. En was er niet dat chassidische verhaal over een Rebbe die zijn volgelingen tot hun verbazing opeens voorhield dat er zonden zijn waarvoor geen vergiffenis bestaat? De leerlingen zijn stomverbaasd: hoe kan hun altijd mild gestemde Rebbe nu zoiets zeggen, een boodschap die ook in strijd lijkt met het chassidisme? Maar de Rebbe legt het uit: sommige zonden zie je helemaal niet als zonden maar juist als iets positiefs, een goede daad – een mitswe. Waarom zou je dan tesjoewa doen, tot inkeer komen en je voornemen je gedrag te verbeteren? En hoewel God uiteraard vergevensgezind is, wacht Hij wel op een stap van de mens – hoe klein ook. Maar hier zal er geen stap van de mens volgen, legt hij hun rustig uit.
Onbewust leven is ook zo’n voorbeeld. Je staat er niet eens stil bij wat de gevolgen zijn van jouw handelen op een ander, omdat het vaak om kleine, banale en ogenschijnlijk onbeduidende zaken gaat. Je gaat dus niet reflecteren op dit soort ‘kleine’ zaken. Maar sommige kleine zaken hebben soms toch grotere gevolgen. En hoewel je daar niet altijd schuldig aan bent – een directe oorzaak-en-gevolg relatie ontbreekt meestal, ben je wel (tot bepaalde hoogte) medeverantwoordelijk. De kracht van spirituele tradities is om de mens bewust te maken van zijn handelen om zo de impact van zijn handelen op anderen vooral positief te laten zijn.
De Hoge Feestdagen zijn alweer voorbij, dus kunnen we met een gerust hart vrolijk Soekot vieren. Hoewel … de gedachte aan een oordeel blijkt ook op het vrolijke Soekot (Dewariem 16:14), niet helemaal afwezig. Zo bestaat er vanaf de Middeleeuwen onder invloed van de kabbala de idee dat het uiteindelijke oordeel van Jom Kipoer pas echt definitief wordt op de zevende dag van Soekot, Hosjanna Rabba. Daarnaast stelt de Misjna in traktaat Rosj Hasjana 1:2 dat op Soekot de wereld geoordeeld wordt met betrekking tot het water – de hoeveelheid regen van dat jaar. In het Midden-Oosten en andere delen van de wereld is de hoeveelheid regenval een belangrijke zaak, soms zelfs van levensbelang. Daarom begint men op Sjemini Atseret (Slotfeest) met het vermelden van regen in de gebeden. We eindigen weer in vreugde met Simchat Tora, want spiritualiteit zou uiteraard een bron van vreugde moeten zijn.
Chag sameach!