Zoals ik vorige week al schreef, ga ik tegenwoordig fietsend door het leven. Mijn zitvlak moet nog even aan deze gezonde beslissing wennen (die voorlopig alleen voor de regio Amstelveen van kracht is), maar toch ... Enkele dagen geleden kwam ik opeens zomaar in de polder terecht. Ik zag het blauwe bordje met Amstelveen erop en de bekende streep erdoorheen – HIER LIEP DE GRENS VAN AMSTELVEEN. Ik kreeg meteen een brok in mijn keel. Zo vaak kwam ik niet bij deze grensovergang. Zou dit dan die bekende grenspost zijn waar één van mijn illustere voorvaderen – Jacob van Mocke – nog tegen de Friezen vocht in de 14e eeuw?
Wij Amstelveners lachen om Amsterdam. Toen ze daar in 1975 met veel bombarie 700 jaar Amsterdam vierden, waren de Amstelveners hen ruim 100 jaar voor. Ik citeer uit een door de gemeente Amstelveen uitgegeven folder (geactualiseerd en aangevuld medio 2006, hier te lezen.
In dit Aeme-stelle (oud-nederlands woord voor waterachtig gebied) leefde een bevolking van vissers en boeren die onderhorig was aan de bisschop van Utrecht. In 1105 stede deze bisschop een schout voor Aeme-stelle aan, die werd opgevolgd door Egbert van Aemstel, de stamvader van een later beroemd Hollands geslacht. Het kasteel van de Aemstels lag waarschijnlijk aan de rivier, en vlak daarnaast werd de eerste kerk gebouwd van Aemstelle.
(...) In het veengebied ten westen van Ouderkerk ontstond, waarschijnlijk in het begin van de dertiende eeuw, een veenwerkersgehucht, Amstelveen.
Ik verwijs graag naar de vakliteratuur: Amstelveen, acht eeuwen geschiedenis
(Groesbeek J.W., 1966) en Duizend jaar Amstelveen. Een geschiedenis in ’t kort (Vereniging Historisch Amstelveen, 2001). Het wordt hard tijd voor het Canon van de Nederlandse geschiedenis. Als Amsterdam het Jeruzalem van het Westen is, dan is Amstelveen het Oer van de Chaldeeërs van ons Nederland. Goed, er gebeurde af-en-toe wat raars, ook in Amstelveen:
Het is niet bekend, wanneer die kerk werd gebouwd. In elk geval werd hij voor het eerst genoemd in het register uit 1278, waarin de ontvangsten voor een kruistocht werden genoteerd – aldus de eerder vermelde brochure. Donaties voor Kruistochten in Amstelveen?! Het rare is dan ook nog eens dat de laatste officiële Kruistocht – de 9e – in 1272 afgelopen was. Dus voor welke Kruistocht was die donatie dan? Misschien ging het om de Duitse Orde (klinkt ook al niet goed ...) die vocht tegen heidenen rond de Oostzee. Daar probeerde men met succes o.a. de Litouwers – de laatste heidenen van Europa of zo – te kerstenen. Wie weet ...
Enfin, terwijl ik stevig trappend tegen de wind in - zwetend en puffend – me probeer voort te bewegen (versnelling nr. 1/2) en de links en rechts inhalende aso’s probeer te negeren, valt mijn oog op een groene, houten keet op wielen. Zo maar, midden in het weiland. Wat was dat nu? Een geheim militair project, een bouwkeet van boeren, vakantiecaravans die gepland zijn tot 2017 en afgebouwd moeten worden, maar nu even niet vanwege de crisis? Terwijl ik langzaam dichterbij kwam, zag ik een tekst op de zijkant: mobiele vogelkijkhut. Dit dus:
Zodat je dus tijdens je ontspannende fietsrit – wanneer het niet waait – urenlang doodstil in deze keet gaat zitten om de weidevogels te observeren.
Meteen begreep ik het halachische potentieel van deze vogelkijkhut. Dit was de oplossing van de vete over de eroew. Tegenstanders wijzen er bijvoorbeeld op dat een veel te groot gebied in de polder meegenomen wordt in het eroew-gebied. In een polder woont men niet en dus is dat als een soort gat in de eroew. Woestijnen en velden (zonder privé-eigenaren en omheining) zijn niet met een eroew geschikt te maken volgens de oude bronnen. Het zit tussen privé en openbaar gebied in. Openbaar omdat het van niemand is en iedereen er mag lopen, en privé omdat het er geen drukte is zoals in een bewoond gebied. Behalve dan die ene keer, lang geleden toen enkele honderdduizenden Israëlieten gedurende 40 jaar door een woestijn heen sjokten. Waarschijnlijk omdat Mosjé de GPS op Hebreeuws had staan en de rest van het volk alleen Egyptisch verstond.
Bij de volgende waterbron gaat u rechts af - wat zegt ze?, brult het volk.
Mosjé: dat we bij de volgende waterbron rechtsaf moeten.
Volk: hoe weten we dat dat waar is, wij spreken dat taaltje niet, alleen jij.
Mosjé: vertrouw me maar.
Volk: als kersverse Joden is ons geleerd om de overheid en machthebbers te wantrouwen – WE GAAN DUS LINKSAF. Etc etc, de rest is geschiedenis ...
Met deze vogelkijkhut in de polder was dit dus opgelost, omdat de kijkers die urenlang dagelijks daar naar de vogels kijken, als bewoners gelden. Briljant. Nu kan iedereen weer dragen met de eroew! Eendracht alom. Nu de sjechieta nog even eendrachtig naar buiten toe verdedigen (zie vorige week NIW, ahum). En ons verweer tegen de voorhuidpolitie. Want de nieuwe discussie over de besnijdenis is alweer losgebarsten.
Deze week lezen we de parasja van Choekat. Deze parasja opent met het ritueel van de Rode Koe voor iemand die in contact is geweest met de dood. het doet allemaal wat archaïsch aan:
(Bemidbar/Num. 19-NBG)
Aan de andere kant blijken reinigingsrituelen écht een psychologische werking te hebben, lees maar:
Wie de handen wast, trekt als het ware een lijn onder een genomen beslissing. Onderzoekers aan de Universiteit van Michigan stellen dat het wassen mogelijke twijfels doen wegvagen. "Eenmaal gewassen, lijken mensen zich beter te verzoenen met de gemaakte beslissing. Zo lijkt hun keuze uiteindelijk ook het beste in vergelijking met wat niet gekozen werd".
(bron: klik hier en kijk ook hier).
Sjabbat sjalom!