De woestijnperiode is een inspirerende en uitdagende tijd geweest, lijkt mij. Althans de verhalen erover lijken verrassende actuele elementen te bevatten voor latere tijden. Een gemeenschap die samen door tijd en ruimte reist komt voor vele uitdagingen te staan. Niet altijd haalt dit automatisch de eenheid naar boven of het beste in de mens te voorschijn. Er is een strijd over meningen, opvattingen, feiten en idealen. Er zijn verschillende groepen met diverse geluiden.
De kunst is om al die geluiden te horen, te luisteren, maar toch uit te komen op één scenario, één plan dat gaat worden gevolgd en waar iedereen zich uiteindelijk in kan vinden. Geen gemakkelijke zaak blijkt al gauw. Na de uitdagingen rond de vraag naar uitdagend voedsel – een pleidooi tegen de saaiheid van de routine en het voorspelbare – volgde het debacle van de verkenners. Maar de ene crisis is nog niet voorbij of de andere dient zich al weer aan. Dit keer in de vorm van de Leviet Korach, die als bevoorrecht lid van de elite een pleidooi tegen hiërarchie en elitair denken houdt: "Jullie hebben te veel, want de gehele gemeenschap, zij allen zijn heilig(en) en/want de Eeuwige is in hun midden. Waarom verheft u zich dan boven de gemeente van de Eeuwige?” (Bemidbar 16:3).
Volgens de traditie zouden Korach zelf en zijn aanhangers een talles hebben gedragen die geheel uit hemelsblauwe wol was gemaakt, daarbij sarcastisch aan Mosjé vragend of dit kledingstuk toch tsitsiet moest hebben. Als normaliter slechts één hemelsblauwe draad aan elke hoek van een kledingstuk voldoende is om het gewenste Godsbesef en moreel kompas op te roepen, hoeveel te meer dan een vierhoekig kledingstuk dat geheel uit hemelsblauwe wol bestaat! Wat voegen deze draden – de tsitsiet – dan nog toe, die slechts één hemelsblauwe draad bevatten aan elke hoek? Volgens de klassieke rabbijnse interpretatie zou Korach hiermee het geestelijke gezag van Mosjé willen aantasten door de absurditeit van diens wetten – zogenaamd uit naam van God – te demonstreren. Korach wordt dan een soort ketter die het leergezag van Mosjé niet wil accepteren en alternatieve tradities en interpretaties wil neerzetten – een soort sektariër dus.
Toch is een andere interpretatie mogelijk. Ik vraag me namelijk af of de wetten rond het vierhoekige kleed en de verplichting om daar tsitsiet aan te maken nou zo’n sterk voorbeeld zijn om de wetgeving van Mosjé te diskwalificeren. Mogelijk kunnen we het meer symbolisch interpreteren. De tsitsiet zelf zijn in feite al een soort van antwoord op een strikte en starre uitleg van hiërarchie. Elke Jood die een kledingstuk draagt met vier hoeken mag de hemelsblauwe kleur daarin dragen als teken van de verbinding met de hogere dimensie van de Goddelijke wereld – een teken van uitverkorenheid en verbond. Vergeet ook niet dat het woord 'tsitsiet' doet denken en verwant is aan het woord 'tsits'- de gouden diadeem van de Hogepriester die hij op zijn voorhoofd droeg met daarop de woorden 'heilig voor God' – Kodesj LaSjem' (Sjemot 28:36).
Volgens de Tora werd die met een draad van hemelsblauwe wol op zijn plaats gehouden – dat wil zeggen: op de tulband van de Hogepriester (Sjemot 28:37). Dit alles komt prima overeen met wat door God inderdaad was uitgesproken voorafgaand aan de Openbaring op de Sinai: “en jullie zullen voor mij zijn – een koninkrijk van priesters en een heilig volk” (Sjemot 19:06). Iedereen dus – geheel conform de opmerking van Korach dat de gehele gemeenschap (in potentie) heilig is. Waarom dan nog die hiërarchie? De talliet van hemelsblauw is die gemeente van Jisraeel, die in potentie al heilig kan zijn en in bijzondere verbinding staat met God. Net als de priesters die in hun kleding het hemelsblauw dragen. Verdere hiërarchie en orde, een franje in de vorm van draden, knopen en windingen, zijn niet meer nodig. De gemeente zoals hij is in zijn natuurlijke vorm is al heilig, daar heeft een hiërarchie dus niets aan toe te voegen volgens Korach.
Een ander voorbeeld dat in de Midrasj-traditie wordt gegeven als voorbeeld van de halsstarrige eigenwijsheid van Korach, is de vraag over een huis vol met Torarollen: moet zo’n huis dan wel een mezoeza hebben? Misschien was het wel een soort woonhuis dat ook als Beth Midrash – Leerhuis – werd gebruikt en waar men samen kwam om te lernen. Mosjé antwoordde dat zo’n woonhuis toch een mezoeza nodig heeft. Waarop Korach zei: de hele Torarol bestaat uit 275 korte stukken (die heten parsjiot) en toch zou dit niet voldoende zijn om het huis vrij te maken van de plicht van een mezoeza. Hoe kan één stukje perkament met daarin een klein stukje Tora dan wél voldoende zijn?! Ook hier concludeert Korach volgens de Midrasj dat Mosjé alles zelf heeft bedacht en niet geopenbaard heeft gekregen van God zelf. Maar ook hier kan de gemeenschap zelf worden gezien als een huis met Torarollen – elk individu is een Torarol, met zijn eigen interpretatie en bijdrage aan de tekst. Waarom dan nog een extra stukje tekst – de hiërarchische orde – aan de ingang, dat als een script bepaald wie de ruimte binnen mag gaan, waar die mag zitten, wanneer die iets mag zeggen en welke rechten die heeft?
Op zichzelf best uitdagende gezichtspunten, maar vaak leiden anti-elitaire bewegingen zelf weer tot elite-vorming en ongelijkheid. De revolutie die haar kinderen opeet … Het gaat erom de positieve elementen van leiding te benoemen die onmiskenbaar nodig is. En niet om een vorm van hiërarchie die gebaseerd is op voorrechten en nepotisme, zonder dat er maar iets te merken is van inspanningen op het gebied van het moreel-ethische om zo een voorbeeld te zijn voor de gemeenschap die men mag leiden: "Want de lippen van de priester bewaren kennis en uit zijn mond zoekt men onderricht in de Tora – want (als) een engel van de Eeuwige der heerscharen is hij" (Maleachi 2:7). De traditie zegt hierop: als hij inderdaad als een engel is, dan zal men onderricht in de Tora van hem zoeken. Maar indien hij dat niet is – de priester is geen moreel-ethisch voorbeeld – dan moet men hem niet als leraar zoeken. (Spiritueel) leiderschap moet worden verdiend …
Sjabbat sjalom!