Seizoensperikelen

Leo Mock z”l

vrijdag 2 december 2011

De ingang van menige winkel wordt dezer dagen versperd door stellages met chocholadeletters, banketstaven, pepernoten in kiloverpakkingen, taai-taai reuzepoppen en marsepein - er bestaat geen twijfel dat de winter definitief is begonnen. Voor wie het nog niet was opgevallen natuurlijk, dat het steeds later licht wordt op weg naar ons werk en de dag steeds korter duurt. We komen een beetje in de slaapstand, een soort milde winterslaap – we hebben minder energie, eten meer warm, snoepen meer op de bank, gaan vroeger naar bed en hebben het koud. Bij sommigen loopt dit uit in een regelrechte winterdepressie, waar tegenwoordig gelukkig speciale lampen voor zijn die schijnen te helpen. Overigens zou er een orkaan/zware storm in aantocht zijn a.s. 5 december (regenpakjesavond dus ...).

Hadden mensen vroeger ook last van de seizoenen? Ik denk het wel – misschien wel juíst omdát ze dichter bij de natuur stonden. Hoe kun je anders verklaren dat veel oude mythes te maken hebben met de wisselingen der seizoenen – voorgesteld door bloei (zomer), dood (herfst/winter) en wederopstanding (lente). Denk bijvoorbeeld aan de mythe over Kore/Persephone, het godenmeisje dat ontvoerd wordt naar de onderwereld en uiteindelijk haar leven in een compromis moet slijten: een gedeelte van de tijd is ze koningin van de Onderwereld (herfst/winter) en een gedeelte van het jaar is ze bovengronds, in de lente en/of zomer.

Wie denkt dat dit typisch heidense quatsch is, wordt ook in de oude Joodse verhalen geconfronteerd met elementen die mythisch aandoen maar die wel gezuiverd zijn van de heidense elementen. Zo is daar het verhaal over de dochter van Jiftach, waarin sommigen een echo zagen van het verhaal over Kore/Persephone. Voor hij de strijd aangaat met Amon legt richter en legeraanvoerder Jiftach een fatale gelofte af. Wat bij zijn thuiskomst als eerste uit zijn huis naar buiten komt, zal hij aan God offeren. Teruggekomen in Mizpeh komt zijn dochter hem met getrommel en dans tegemoet. Oeps. Lees even mee:

En zodra hij haar zag, verscheurde hij zijn kleren, en riep uit: Ach, mijn dochter ... ik heb tegenover de Eeuwige een woord gesproken en kan niet terug. 36 Maar zij antwoordde hem: Vader, als u tegenover de Eeuwige een woord gesproken hebt, doe mij dan naar wat u beloofd hebt, nu de Eeuwige u volledig wraak verschaft heeft over uw vijanden, de Ammonieten. En ze zei zij tot haar vader: Dit zal mij worden vergund: geef mij twee maanden uitstel om heen te gaan, het gebergte in te trekken en met mijn vriendinnen mijn maagdom te bewenen. 38 En hij zei: Ga; en hij liet haar voor twee maanden gaan. Toen ging zij met haar vriendinnen haar maagdelijkheid bewenen in het gebergte. 39 Na de twee maanden keerde zij naar haar vader terug, en deze voltrok aan haar de gelofte, welke hij gedaan had; zij heeft nooit gemeenschap gehad met een man. En het werd een inzetting in Israël, 40 dat jaarlijks de Israëlitische meisjes gedurende vier dagen in het jaar de dochter van Jiftach de Gileadiet gingen bewenen / beklagen.
(Richt. 11:35-40, naar NBG 1951)

Vooral het einde van het verhaal lijkt wel wat op de Griekse mythe: de verbanning naar de bergen en het terugkerende jaarlijkse ritueel waarin vrouwen de verbanning/'dood’/het gedwongen celibaat van de dochter van Jiftach bewenen en beklagen.

De rabbijnen zeggen dat de gelofte van Jiftach nietig was omdat een mens niet als offer gebracht kan/mag worden. Volgens de rabbijnen had Jiftach naar Pinchas moeten gaan, die toen Hogepriester was, om zo vrijgemaakt te worden van zijn fatale gelofte. Beide mannen vonden echter dat de ander de eerste stap moest zetten. Jiftach zei: “Ik ben de legeraanvoerder, laat hem naar mij komen.” En Pinchas zei: “Het is zijn probleem en hij heeft mij nodig.” Beide mannen werden hierom gestraft. De Heilige Geest (Ruach Hakodesj) verliet Pinchas als straf, en van Jiftach ‘vielen de ledematen af’ en zijn lichaamsdelen werden in de verschillende steden van Israël begraven (ook een mytisch motief overigens ..., zie Redak aldaar).

In de parasja van deze week lezen we trouwens dat Jakov als herder van de kudde van oom Laban gedurende 20 jaar de nodige weersomstandigheden moest trotseren: overdag werd hij door de hitte verteerd, ’s nachts door de kou, en hij had vele slapeloze nachten (Beresjiet/Gen. 31:40). Jakov komt op de weg terug naar huis – Israël – na meer dan 20 jaar weg geweest te zijn, bijzondere wezens tegen (Beresjiet/Gen. 32:2-3):

En Jakob ging zijn weg, en engelen Gods troffen hem. 2 Toen hij hen zag, zei Jakob: Dit is een leger(kamp) Gods. Daarom noemde hij die plaats ‘Machanaïm’ (=legerkampen).

Volgens de Middeleeuwse commentatoren op Tenach zag Jakob dit visioen om hem de zekerheid te geven dat hij geholpen zou worden als hij het gebied van zijn broer/zijn (voorlopige) vijand zou betreden. Suggesties voor andere verklaringen graag bij Crescas deponeren ...

Tot slot verder belangrijk nieuws deze week op nu.nl - weg met die nepmarsepein!!!

Dankzij een DNA-test kan echte marsepein van nep worden onderscheiden, volgens onderzoekers van de universiteit van Hamburg ... Volgens de Duitse voedselwet mag de populaire decemberlekkernij alleen marsepein heten als er uitsluitend amandelen en suiker in zitten. Zodra andere zaden worden toegevoegd, zoals pitten van de abrikoos en perzik, dan moet de zoetigheid Persipan heten. Dit gebeurt echter niet altijd, omdat producenten vaak goedkopere grondstoffen willen gebruiken in plaats van amandelen. De huidige methoden om de nep-marsepein op te sporen, zijn niet specifiek genoeg, waardoor nog steeds nep-marsepein in de winkels belandt.

Enfin, lees het zelf verder maar uit!

Sjabbat sjalom!

7 + 2 = ?

Columns 2023

Columns 2022

Columns 2021

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Columns 2010

Columns 2009

Columns 2008

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.