Terwijl we ons opmaken voor het aftellen tot Sjawoeot is het in Israël erg onrustig. Verontrustend is het dat ook Israëlische Arabieren zich deze keer in de strijd mengen – onrustige taferelen in gemengde steden als bijvoorbeeld Ramle (resultaat: bedreigde Joodse inwoners en één dode Arabische inwoner van de stad) – en dat de Tempelberg opnieuw in het middelpunt staat van de onrust. De raketten vliegen weer van Gaza naar Israël, en er zijn tegenaanvallen vanuit Israël op Gaza.
Het is het beeld dat we inmiddels meerdere keren terugzagen in mini-oorlogjes van slechts enkele weken of korter. Ongetwijfeld zal ook dit keer een staakt-het-vuren tot stand komen door bemiddeling van het buitenland, dat op Hamas enerzijds en Israël anderzijds druk uitoefent om de beschietingen te staken.
En uiteraard zullen ook nét voor het ingaan van dit staakt-het-vuren nog de nodige munitie en raketten worden verschoten, met burgerslachtoffers tot gevolg. Een soort cirkel van geweld waarvan we helaas al meer versies hebben gezien en waaraan vooralsnog geen einde komt. Je zou er haast treurig van worden … Positief nieuws uit Israël is dan ook zeker gewenst.
Vorige week schreef ik over de ramp in Meron, waarbij 45 doden vielen en vele gewonden. Maar in Yediot Achronot stond ook een mooi en indrukwekkend artikel, over hoe de ramp ook tot bijzondere dingen leidde. Verschillende seculiere Israëli's uit Tel Aviv, Beth Shemesh en andere steden namen het initiatief om de rouwende charedische families thuis te komen bezoeken zoals gebruikelijk tijdens de sjiwwe, in B’né B’rak en Beth Shemesh bijvoorbeeld.
De schokkende en indringende beelden motiveerden hen tot dit contact met mensen waar men normaliter geen sociale verbindingen mee heeft als gevolg van de grote kloof in Israël tussen seculier en (ultra-)orthodox. De seculieren werden op hun beurt met veel respect ontvangen en de charedim verklaarden dat het bezoek van de seculieren hen in het bijzonder steun bood. Gedeeltelijk waren de seculiere gasten een reactie op de merkwaardige uitspraak in de media van de voormalige presentator en journalist Jaron London dat de ramp hem even weinig deed als een vergelijkbaar ongeluk in China of tsunami-slachtoffers. Omdat er volgens hem sprake is van mensen die tot een ander volk behoren – hijzelf en zij behoren niet tot één volk, aldus London, die al eerder andere controversiële opmerkingen had gemaakt. Volgens London zouden meer mensen denken zoals hij, alleen zeggen die dat niet. Andere seculiere Israëli's waren blijkbaar echter een andere mening aangedaan, want die lieten hun ongenoegen in de verschillende media blijken en sommigen gingen dus op sjiwwe-bezoek.
In de Joodse traditie is het een oud gebruik (Megillah 31b) om in het leesrooster de parasja van Bechoekotai (Wajikra 26:3 – 27:34) in sjoel in ieder geval altijd vóór Sjawoeot te hebben gelezen. Juist deze parasja – die vaak samen met de voorgaande, Behar, wordt gelezen – bevat behalve zegeningen een lange lijst van negatieve vloeken die de mensen zullen treffen wanneer men niet trouw aan het verbond is. ‘Laat het jaar en zijn vloeken tot een einde komen' en 'laat het nieuwe jaar en zijn zegeningen beginnen' is de idee, omdat Sjawoeot in zeker opzicht ook een Nieuwjaar is – een ijkmoment. Het begin van ons spirituele leven door het geven van de Tora, en vanaf Sjawoeot worden de eerste boomvruchten in de Tempel gebracht (bikkoeriem). Volgens de Misjna Rosj Hasjana 1:2 is Sjawoeot de dag des oordeels over de vruchtbomen.
In de lange lijst met negatieve straffen wordt één gebod specifiek genoemd dat niet moet worden veronachtzaamd en dat de oorzaak van of aanleiding voor deze neergaande spiraal kan zijn: de wetten van het sjabbatjaar en het Jubeljaar en de bijbehorende visie op de rechtvaardige samenleving, economie en bezit zoals die wordt beschreven in Behar (Wajikra 25). Immers, de ultieme straf van de ballingschap wordt rechtstreeks gekoppeld aan het gebrek van de sjabbatjaren dat tot uiting komt: "Maar u zal Ik onder de volken verstrooien (…) Dan zal het land zijn sjabbatjaren vergoed krijgen, al de dagen dat het woest ligt en jullie in het land van je vijanden bent; dan zal het land rusten en zijn sjabbatjaren vergoeden. Al de tijd der verwoesting zal het rusten, de rust die het niet gehad heeft gedurende jullie sjabbatjaren, toen jullie daarin woonden…" (Wajikra 26:33-34).
Misschien kun je ook zeggen dat het lezen van het solidaire systeem van de sjabbatjaren en alles wat daarmee samenhangt, een goede herinnering en aansporing is voor het ontvangen van de Tora. Om te laten zien dat het niet enkel een spirituele waarheid is, die men individueel kan ontvangen, maar iets dat in de relaties tot anderen tot uiting moet komen, in het vormen van de rechtvaardige samenleving, waar de sjabbatjaren een uitdrukking van zijn. Overigens blijkt al sinds de Middeleeuwen dat men in de praktijk nog één extra parasja leest voor Sjawoeot – Bemidbar (in de woestijn) – en niet direct van de vervloekingen van Bechoekotai overstapt naar Sjawoeot. De idee van woestijn als egoloze staat van de mens, waarin iedereen gelijk is en niemand volledige aanspraak kan maken op zijn of haar deel. Een mooie spirituele oefening om Sjawoeot mee in te gaan.
Sjabbat sjalom en chag sameach!