Wanneer u deze column leest, is het hopelijk weer wat rustiger rond Oekraïne en de Krim. Het lijkt erop alsof de snel escalerende situatie in een iets rustiger vaarwater is gekomen. Laten we het hopen … Ach, vroeger was het allemaal eenvoudig. Er zijn 70 oervolkeren – de nakomelingen van Noach, zoals beschreven in Beresjiet 10 – die elk een gebied en taal kregen toegewezen door God. Eigenlijk worden deze 70 volkeren aangestuurd door 70 engelen in de hemel (die heten Sariem), die over het territorium en de welvaart waken en de volksaard bepalen. De conflicten en wisselende krachtenvelden op aarde zijn een afspiegeling van de krachten die God aan de verschillende volksengelen geeft – krijgt de ene engel meer kracht, dan wordt een volk sterker, en een andere engel krijgt dan minder kracht, hetgeen resulteert in een zwakkere aardse positie voor dat volk. In elk tijdvak wordt de wereldgeschiedenis gedomineerd door één volk – zo kennen de oude rabbijnse bronnen een Egyptische periode, een Perzisch-Medische periode, een Griekse Periode, en een Edomitische periode, die meestal op de Romeinen slaat. Daarnaast zijn er bronnen die het hebben over een Isjmaëlitische periode. Ook het Assyrische Rijk moest nog ergens ingeschoven worden …
Het ene imperium wisselt het andere af, totdat plaats wordt gemaakt voor het koninkrijk van de Masjiach. Hoe dat precies gaat, weet men uiteraard nog niet … En Israël? Israël is een volk dat ‘alleen woont en zich niet onder de volkeren rekent’ (Bemidbar 23:9). Bovendien is Israël het erfdeel van God (Dewariem 32:9). Dat betekent dat Israël direct onder het toezicht en de bescherming van God staat, zonder dat daar hemellichamen, sterrenbeelden en engelen aan te pas moeten komen. ‘Israël staat boven de planetaire invloeden’, schrijven de rabbijnen in oude bronnen. Uiteraard is dit alleen zo als Israël trouw is aan de Tora. Is zij dit niet, dan wordt zij overgeleverd aan de heerschappij van de 70 volkeren / 70 engelen, wat leidt tot onderwerping en ballingschap. Ziehier een kosmologisch systeem dat de wereldgeschiedenis moest verklaren. Misschien vroeger een goed uitlegkader, maar tegenwoordig niet echt bruikbaar. De wereld is ondertussen zowel complexer als ‘kleiner’ geworden. Historische, sociologische en economische modellen bieden een betere uitleg, hoewel het de vraag is of het wel écht volledig begrijpelijk en rationeel te doorgronden is – ondanks al onze kennis … Zijn conflicten en oorlogen op basis van rationele kennis en middelen te voorkomen? Zo ja, dan lijkt me dat een belangrijke opdracht, zeker gezien een berichtje op nu.nl dat in 2013 het aantal oorlogen weer gestegen is (20 oorlogen, 414 conflicten)!
Verder wil ik nog even stilstaan bij de moeder aller demonstraties afgelopen zondag in Jeruzalem. ‘Het protest der miljoenen’ werd het door de ultra-orthodoxen genoemd. Reden was het nieuwe plan om de automatische vrijstelling voor ultra-orthodoxen en Jesjiva-studenten aan banden te leggen en veel meer ultra’s dienstplicht te laten doen. Dit schoot de ultra’s in het verkeerde keelgat – misschien omdat dienstplicht vroeger in het Oost-Europa van de Tsaren en andere machthebbers geen pretje was voor Joodse onderdanen. Maar ja, we hebben het hier natuurlijk wel over een Joodse staat waarvan de ultra-orthodoxen buitengewoon hebben geprofiteerd. Nergens kwam de Jesjiva-wereld na ‘40-‘45 zo tot bloei als in Israël. Na drie generaties zou verdere normalisatie van deze gemeenschap gewenst zijn; dienstplicht is daar een belangrijk onderdeel van.
Maar er zit natuurlijk een andere kant aan het verhaal. In een Joodse staat zou het ook mogelijk moeten zijn dat een klein aantal Jesjiva-studenten permanent vrijstelling krijgt. Vanwege hun enorme prestaties en aanzien bijvoorbeeld. Maar dat zou alleen voor enkelen moeten gelden, niet voor tienduizenden. Bovendien zou je aan vervangende dienstplicht kunnen denken. Er moet in ieder geval iets gebeuren … Aan de andere kan voegt de soms stigmatiserende taal van de voorstanders van de nieuwe plannen weinig toe. Door te blijven wijzen op hun passiviteit, hun parasitaire bestaan en dergelijke minder vlijende denkbeelden, zul je het animo aan de kant van de ultra’s niet echt vergroten. Anderzijds neemt de weerstand van de ultra’s tegen de plannen soms zorgwekkende vormen aan. Zo werd er gesproken over het ‘opofferen van de ziel’ (mesiroet nefesj) voor het tegengaan van de plannen – een term die in oude teksten wel met martelaarschap werd verbonden (luister ook dit beeld- en geluidfragmentje af met de hoofdredacteur van de Charedische krant HaPeles, vooral vanaf 3:04).
En inderdaad waren er rabbijnen die beweerden dat er mogelijk doden konden gaan vallen, want men zou tot aan de dood moeten strijden tegen deze plannen, orakelde een bekende rabbijn, het hoofd van de Kol Tora-Jesjiva in Jeruzalem.
Of anders zou men misschien in ballingschap moeten gaan en, als ultra’s, vrijwillig uitwijken richting Diaspora. Erg onverantwoordelijk allemaal deze taal …
De rabbijn verwijst naar de overleden rabbijnen Sjach en Eljasjiev als de geestelijke vaders van deze opvattingen. Want het hele plan om ook ultra’s in het leger te krijgen zou niet gaan om het eerlijk verdelen van de dienstplicht, maar zou bedoeld zijn om het ultra-orthodoxe jodendom kapot te maken. Oftewel, het zijn tijden waarin het jodendom onder vuur ligt, te vergelijken met episodes uit de Joodse geschiedenis als de Chanoeka-geschiedenis, of de anti-Joodse maatregelen van de Romeinen. 'Gezerot sjmad' heet dat in het Hebreeuws, bepalingen die bedoeld zijn om de religie te vernietigen. Uiteindelijk kwamen er zo'n 350.000 mensen, volgens de politie. Volgens de organisatoren 600.000 – gelijk het aantal mensen / mannen dat uit Egypte trok en aan de voet van de Sinaï stond om de Tora te ontvangen – en waren er weinig incidenten en ordeverstoringen. Ondertussen verbieden ultra-rabbijnen het om je als soldaat te verkleden met Poeriem …
Tot slot dan maar weer terug naar de wekelijkse sms-vraagbaak (Mima’ajane HaJesjoe’a Wajikra, nr. 639) van rabbijn S. Aviner (voor de Crescas-cursisten van Halacha aan de hand van korte films: inderdaad, de man van de film The Rabbi’s Daughter). Aviner was één van de weinige religieus-zionistische rabbijnen die afgelopen zondag óók van de partij was op de grote demo in Jeruzalem. Hoewel hij behoort tot het kamp dat wel in het leger dient, voelt hij zich op een bepaalde manier toch verbonden met de wereld van de ultra’s. Uiteraard kwam hem dat op kritiek te staan van andere rabbijnen uit de linkerkant van de religieus-zionistische beweging …
Vraag: Ik wil naar een combat-eenheid gaan, maar nu ben ik bang voor het Boze Oog, omdat ik er veel over gepraat heb …
Antwoord: je hoeft niet bang te zijn – je hebt veel over een religieus gebod gesproken (mitswe). En ‘wie een gebod in acht neemt, zal geen kwaads zien’ (Kohelet 8:5)
Sjabbat sjalom!