Na een recordlange formatie (meer dan 270 dagen) is er dan eindelijk een regeerakkoord, terwijl een demissionair kabinet ondertussen al allerlei vergaande maatregelen heeft genomen. Een moeizame test voor ons democratisch bestel. En hoe zullen de woorden die nu vastgelegd zijn later worden uitgevoerd? Want woorden kunnen heel verschillend worden geïnterpreteerd – allerlei communicatieve misverstanden liggen op de loer.
Bovendien kunnen plannen en intenties heel anders uitpakken als zij op de weerbarstige werkelijkheid stuiten. Geen gemakkelijke taak, leiderschap over een land. Als ik naar de parasja van de week kijk, denk ik ook aan de dubbelzinnigheid van woorden – de parasja heet namelijk Wajechi, wat ‘leven’ betekent. In feite zelfs een toekomende tijd (ondanks de omkerende-wav) – hij zal leven. Maar ironisch genoeg gaat Jakov juist dood in deze parasja. En ook de afsluiting van de parasja lijkt weinig met leven te maken te hebben: "En Joseef stierf, honderd en tien jaar oud, en men balsemde hem, en hij werd in een kist gelegd, in Egypte."
Maar ja, de Joodse traditie zou niet Joods zijn, als er niet tegelijkertijd een ander verhaal wordt verteld. Zo lezen we de opmerkelijke uitspraak in de Talmoed dat Jakov nooit stierf, aldus rabbi Jitschak uit naam van rabbi Jochanan (Ta'anit 5b). Hé, denkt zijn gesprekspartner, hebben ze hem dan zomaar beweend, gebalsemd en begraven?! Ik zal je het bewijzen uit een vers in de Tenach, antwoordt rabbi Jitschak. Staat er niet: En jij dan, vrees niet, mijn knecht Jakov, luidt het woord van de Eeuwige, en wees niet verschrikt, Israël, want zie, Ik verlos je uit verre streken, uw nakomelingen uit het land van hun gevangenschap … (Jer. 30:10). Het vers vergelijkt Jakov met zijn kinderen – net zoals zijn nakomelingen voorleven, zo leeft Jakov ook voort! Deze opmerkelijke conversatie vindt overigens plaats tijdens een maaltijd, of exacter: tijdens de afsluiting hiervan. De aartsvader Jakov leeft fysiek uiteraard niet, maar Israël leeft voort – Am Jisraël chai! Een meer positieve boodschap dan de letterlijke tekst van de parasja.
Je moet zaken dus in een veel langduriger perspectief zien, is de boodschap – verder kijken dan je neus lang is. Het zinspelen op de langere en verre toekomst, komt ook op andere momenten in de parasja tot uiting. Zo ziet men in de zegen van Jakov aan de twaalf stammen een verwijzing naar latere momenten in de geschiedenis. Volgens sommige verklaringen strekt de voorspelling van Jakov zich zelfs uit tot aan de komst van de Masjiach, aangeduid in de woorden "totdat (hij in) Sjilo zal komen" (Bereesjiet 49:10). Een verwijzing naar de vredesvorst, de Masjiach ‘van/aan wie de vrede is' (Sjilo/Sjalom). Volgens rabbi Jakov Baal Hatoeriem (Duitsland/Spanje, dertiende, veertiende eeuw) is het aangeduid in de getalwaarde van de woorden "totdat (hij in) Sjilo zal komen” (ad ki jawo Sjilo), die 358 is, gelijk aan het woord Masjiach (M-Sj-Joed-Ch = 40+300+10+8). Maar, pas op: ook het woord 'slang' (N-Ch-Sj= 50+300+8) heeft als getalwaarde 358. Opnieuw zijn woorden en letters heel verschillend op te vatten – als slang of als Masjiach …
Ook de afsluitende zin, waarin Joseef in een sarcofaag/kist wordt gelegd, is minder negatief dan je op het eerste gezicht kunt denken. Want de beenderen van Joseef worden bij de Uittocht meegenomen naar de woestijn, op weg naar Israël om hem daar te herbegraven. Zo is Joseefs dood zelf een teken van de vitaliteit van het volk Israël en de goddelijke belofte van het Land Israël. De Midrasj maakt het hier nog spannender – de kist van Joseef wordt niet in de aarde begraven, maar verzonken in de Nijl. Een stalen kist, weten sommige bronnen. Met de magische woorden “Ali Sjor” (49:22- עלי שור), nu vertaald als “kom naar boven, stier”. Dit is een verwijzing/woordspel naar Dewariem 33:17, naar de zegeningen van Mosjé aan Joseef die hem daar met een 'stier' vergelijkt. Zo wordt de parasja en de tekst die iets anders lijkt te zeggen, een bron van hoop en vertrouwen op een betere toekomst. Maar dan moet je wel weten waar en hoe te kijken …
Sjabbat sjalom!