De afgelopen weken kwamen we in de Toralezingen weer in het verhaal van Egypte terecht. Over de gouden tijden van Josef en zijn broers en hoe de tijdgeest opeens omsloeg toen er een nieuwe koning opstond “die Josef” niet heeft gekend. Misschien wel het fenomeen van de kikker die langzaam werd gekookt:
"Stop een kikker in een pan met heet water en hij springt er uit. Maar zet je een pan met koud water en de kikker op het vuur, dan blijft de kikker zitten en door de langzame verandering van temperatuur wordt de kikker langzaam gekookt en sterft."
Of dit echt klopt weet ik niet; ga dit alstublieft ook niet thuis proberen, want dierenkwellerij … Maar het werkt als beeld in ieder geval wel goed – soms is gewenning onze vijand – zowel aan het goede als aan het slechte. Het zorgt ervoor dat we niet meer anticiperen op veranderingen en/of dreigingen. Wanneer die laatste zich aandienen, is het maar de vraag of je nog op tijd bent. Het verhaal in Egypte suggereert van niet, zonder Mosjé’s doortastendheid en de hulp van God uiteraard zou men “nog steeds tot slaaf zijn in Egypte” – zoals we dat elk jaar weer plechtig uitspreken op Sederavond.
Maar misschien klopt dit allemaal ook niet helemaal. Mogelijk was de tijd van Josef niet zo goed als de herinneringen lijken te vertellen. Herinneringen zijn soms misleidend en tijdens het proces of achteraf geactualiseerd. In vergelijking met de latere, vervelende slavernij leek alles daarvoor een gouden tijd. Wie toen misschien goed keek, had allang allerlei kleine tekenen gezien van verval of problemen. De enorme veranderingen in sociale structuur die farao listig liet voltrekken door Josef, en waarbij de gewone man al zijn grond en bezit verloor, dragen de kiem van revolutie, verandering en geweld in zich.
De idee dat dingen beter gaan dan ze in werkelijkheid gaan, lijkt ook te gelden voor onze huidige crisis. De afgelopen decennia werd voortdurend gezegd dat alles alleen maar beter zou gaan, of althans dat was wat veel mensen geloofden (of moesten geloven?). Terwijl er toch genoeg seinen op rood stonden: de eurocrisis, de bankencrisis, MERS, SARS, varkensgriep en de vele uitbraken van vogelgriep door de jaren heen. Maar het ligt nog wat dieper: de afgelopen decennia moest alles efficiënter en zuiniger – voorraden worden niet meer aangehouden, overbodige werknemers ontslagen en aanwezige know-how soms achteloos weggegooid omdat er dringend moet worden overgegaan op een nieuw systeem, model, productieproces et cetera. Zou de coronacrisis net zo hebben ingehakt in de zorg als de verzorgingsstaat niet zo abrupt was uitgekleed, de collectieve voorzieningen afgeslankt en onderwijs en zorg stelselmatig onderbetaald en bezuinigd?
Voor nu zitten we al ruim tien maanden in deze situatie en worden beslissingen nog steeds met vijftig procent kennis genomen – enig voortschrijdend inzicht lijkt zich niet of nauwelijks te voltrekken. Zelfs de avondklok wordt van stal gehaald om de crisis te bedwingen, maar echte oplossingen lijken ver weg. Dat kan ook bijna niet anders als men vooral vanuit angst lijkt te handelen. En ja, je kan het als politicus en leider in een dergelijke situatie nooit helemaal goed doen, dat is ook waar. En kritiek is makkelijk gegeven, ik weet het. Maar toch, het is en blijft allemaal magertjes … Wanneer straks de vaccins nauwelijks effectief blijken tegen de zoveelste mutatie, wat wordt er dan aan beperkende maatregelen uit de hoge hoed gehaald? Met goede data, andere drijfveren en incentives lijkt een echte oplossing dichterbij. Van geneesmiddelen en niet enkel vaccins – en hoe zit het nu echt met die verhalen over ivermectine?
Sjabbat sjalom – blijf leuke dingen doen en ga naar buiten als het kan!