Vakantie

Leo Mock z”l

vrijdag 25 juli 2014

Het is haast geen doen om de afgelopen twee weken samen te vatten in één column. Laat ik beginnen met dat we eigenlijk al zo'n 10 dagen geleden naar Israël zouden gaan. Wegens de toestand aldaar hebben we dat echter uitgesteld. Vervelend, want we vieren de Bat Mitswa van onze dochter daar in augustus. Wat doen we ondertussen, behalve naar het nieuws kijken en vaststellen hoe ziek de wereld soms nog is. In Israël raketten die over en weer vliegen, burgers die als schietschijf worden gebruikt en veel burgerslachtoffers. De geweldscirkel gaat weer een volgende ronde in … En iets dichter bij huis de vliegramp. Ik bedoel: wie schiet er nu een vliegtuig met onschuldige burgers uit de lucht? Een groot drama voor het zwaar getroffen Nederland en de overige betrokken landen. Jonge en oude levens, eminente en gewone burgers die in een seconde weggevaagd werden (wat betekent dit voor het onderzoek naar AIDS?). Nee, je wordt er niet vrolijk van als je op TV al die verhalen ziet over de voortijdig en onnatuurlijk beëindigde levens van de slachtoffers. Waarom is het zo moeilijk om het enige echt heilige – het leven – te respecteren?

Om toch nog wat leuks te doen en een beetje los te komen van oorlog gaan we wat rondrijden in Oost-Nederland, en soms de oversteek wagen van de JorRijn – op naar het beloofde TransJorRijnië. En zo zit ik vrolijk op een grasveldje in Winterswijk te picknicken. Leuke plek Winterswijk … Was daar niet ooit een sjoel, vraag ik me af. Ik meende van wel. Even later roept mijn oudste dochter me. “Pap, kijk even naar dit bankje.” Ogenschijnlijk een gewone houten zitbank in het gras, maar met een rare inscriptie: WSB, twee geweren, en een datum 1932-1982. Dit dus:

Meteen ben ik klaarwakker. Elementary, Watson! WSB + twee geweren = Winterswijkse Schiet Bond. (Inderdaad opgericht 16 september 1932.) Ik roep het enthousiast uit. En Winterswijk, was daar niet iets mee? De schietclub zal ongetwijfeld iets te maken hebben met het bruine verleden van Winterswijk. Zeker gezien het jaartal 1932, het jaar waarin ook de Weerbaarheidsafdeling (WA) van de NSB werd opgericht, de knokploeg van de NSB … Ah, vakantie …

Dan maar even naar Kleve, dat leuke Middeleeuwse stadje, vlak bij Nijmegen. Ik kende Kleve eigenlijk alleen uit een Joods verhaal waar gestreden werd over de geldigheid van de zogenaamde Kleve-get (= echtscheidingsdocument) uit de 18e eeuw (Kleve had een rabbijn in de 18e eeuw). Enfin, gezellig even naar de Schwanenburg – een burcht waarvan de eerste fundamenten mogelijk teruggaan tot de 11e eeuw. En ook even naar de Stiftskerk, een grote centraal gelegen kerk in Kleve, niet ver van de burcht. In de kerk zelf vinden we een prachtige, grote menora, een bijbelse lamp met zeven lichten. Op het voetstuk zien we een naakte man en vrouw, en een slang – een verwijzing naar het paradijs-verhaal. Op de armen van de lampen staan in het Hebreeuws de twaalf stammen:

Prachtig om te zien. Maar wat doet die menora in de kerk? Een bevriende predikant uit Nederland weet het ook niet … Kunst, een tribuut aan het volk Israël, of een restje vervangingstheologie? U mag het zeggen … Even verderop zien we opeens een Davidster op een muur – het blijkt het monument te zijn ter herinnering aan de synagoge van Kleve die in de Kristallnacht verbrand is. 50 Joodse inwoners werden in de nazi-tijd gedood – sommigen dus al vóór de Tweede Wereldoorlog. We vergeten soms nog wel eens dat de concentratiekampen al actief waren voor het begin van WOII. Communisten, dwarse geestelijken en ander ‘tuig’ werden daar vermoord, als oefening. Het monument zelf is mooi, dat weer wel. Links een plaquette met tekst; in het midden de Davidster, en geheel links metalen bordjes met namen en datum. De ongepleisterde linkerkant lijkt me geïnspireerd door de Joodse traditie, waarin ter nagedachtenis aan de verwoesting van Jeruzalem en de Tempel een gedeelte bij de ingang van een nieuw gebouwd huis of gekocht huis, een plek van een el bij een el ongepleisterd gelaten moet worden:


Omdat het nog steeds niet rustig was, gingen we naar Münster, die mooie Hanzestad. Ja, precies, die van de Vrede van Münster … We zien mooie winkelstraten, gebouwen en kerken. Zoals de prachtige Dom van Münster … en verdraaid, ook daar een menora! Kijk maar:

Tegenover de Dom ligt het Domplein, met een leuke markt en cafeetjes en terrasjes. Omdat de dames moeten plassen, blijf ik op een terrasje buiten wachten. Helaas, mijn oog valt op een stenen plakkaat ergens op een muur. Een stenen vogel (symbool van de herrezen Bundesrepublik) herrijst van boven de puinhopen van huizen, en daarnaast de jaartallen 1944 en 1956. Deze dus:

Het blijkt een verwijzing naar de verwoesting van de Domplatz, de Dom en gedeelte van het centrum tijdens een zwaar geallieerd bombardement in 1944. In 1956 was de restauratie gereed. We zouden bijna vergeten dat de Duisters in de Tweede Wereldoorlog ermee begonnen om steden te bombarderen, en dat dit later werd overgenomen door de geallieerden … (Dresden, zal ik maar zeggen). Zoals gewoonlijk zijn de burgers de voornaamste slachtoffers …

Dat brengt me bij een ontmoeting op straat, even later. Ik zie in de verte een excentrieke man met zwarte keppel, gekleed in een witte jurk met daarop de tekst:

Nie wieder AUSCHWITZ!
Wider deutschen Krieg.
Wider vor- und nachgeburtliche Selektion!

Hij begroet me met een warm Sjalom! Wanneer ik echter in het Hebreeuws iets antwoord, verontschuldigt de man zich: “Ik ben geen Jood, maar volgens sommigen ben ik meer Joods dan sommige Joden.” Wat wil de man eigenlijk? Hij spreekt Duits, snel en is wat apart. Ik kom er niet echt uit. Hij strijdt ervoor dat Auschwitz met grote letters geschreven zal worden, zoals hijzelf op zijn jurk ook doet: AUSCHWITZ. Verder windt de man zich op over de Duitse betrokkenheid bij de Kosovo-oorlog (en andere vredesmissies?), in 1999. Waar de laatste slagzin op zijn jurk op slaat, weet ik niet. Zal wel iets met genetica, of beter: eugenetica te maken hebben. Ik krijg een visitekaartje van hem, met daarop exact dezelfde tekst als op zijn jurk. Het blijkt om ene Thomas Ausstermann te gaan, uit Essen, die iets met de Grünen te maken heeft (gehad?).

Tot slot zien we nog op een pleintje dit kosjere of juist niet-kosjere protest tegen de bio-industrie in het algemeen en varkensteelt in het bijzonder.

Allemaal Schweinerei moet je maar denken …

Sjabbat sjalom!

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.

Columns 2023

Columns 2022

Columns 2021

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Columns 2010

Columns 2009

Columns 2008