Een "gezonde winter" gewenst

Leo Mock z”l

vrijdag 1 november 2019

Na alle drukte van de afgelopen weken is het best weer even wennen aan het normale ritme – zeker na het terugzetten van de klok, waar mensen ook weer aan moeten wennen. Wat is er eigenlijk nog zichtbaar van de intensieve weken? In de vensterbank staan nog wat Rosj Hasjanakaarten. Jom Kipoer laat geen zichtbare sporen achter – hoewel juist deze dag in het menselijke gedrag de rest van het jaar de meeste sporen zou moeten achterlaten … De soeka is weer voor een jaar opgeborgen in de berging, schuur, zolder of garage. Blijven over de etrog en de loelav. De etrog ligt op ons dressoir, naast de sjabbatkaarsen. Hoewel het pas één week na Soekot is, ziet hij er al wat gekrompen en ingedroogd uit. Het lijkt wel alsof dat steeds sneller gaat … In een vaas op de grond van de woonkamer staat de loelav – ook daarvan zien de mirte- en wilgentakken er al erg verwelkt uit.

Wat doe je met de loelav? Ik vind het wel leuk om die een tijdje te laten staan als aandenken – een loelav kan je heel lang bewaren, totdat uiteindelijk ook de palmtak wit wordt door droogte. Ik ken iemand die wel tien loelaviem in een grote vaas in de huiskamer heeft staan. Best een leuk effect deze 'plantaardige reuzenwaaier' van oude loelaviem. Typisch een mannendingetje, want die houden er vaak niet van om dingen weg te gooien (ik ook niet). Vrouwen willen iets dat niet direct bruikbaar is echter doorgaans zo snel mogelijk uit huis verwijderen. En dus leidt dit onderwerp ook bij ons thuis tot discussie – loelav weggooien of bewaren. Gelukkig zijn daar de oude bronnen die het niet leuk vinden om iets waarmee een ritueel is gedaan weg te gooien – het zou een wat respectloze houding tonen tegen het (voormalige) rituele object. In de oude wereld werd de loelav van afgelopen Soekot tot Pesach bewaard om de oven mee aan te steken waarin de matses werden gebakken. Zo gebruik je iets waarmee eerder al eens een ritueel is uitgevoerd opnieuw voor een nieuwe mitswa. Een mooi voorbeeld van recyclen en sustainability voor onze tijd.

Wat is een etrog eigenlijk – die ooit gewone Israëlische vrucht die voor allerlei dingen werd gebruikt waar je tegenwoordig zo veel geld voor betaalt met Soekot? (zie ook mijn column van vorige week). Volgens Amos Rubin (entomoloog) en de Wikipeder Rebbe bestonden er ooit maar drie oercitrusrassen – alle andere citrusvruchten ontstonden uit kruisingen en variaties van deze soorten. Deze drie soorten zijn: de pompelmoes, de mandarijn en de etrog (sukadecitroen in het Nederlands). De etrog komt uit het Verre Oosten – volgens sommigen uit China (D.Z. Moster) terwijl Rubin Indië als land van herkomst ziet. Vanuit Indië verspreidde de etrog zich naar Medië en Perzië – deze laatsten brachten de etrog naar Israël ergens in de zevende eeuw voor de gebruikelijke jaartelling. Dat denkt men op basis van een mooie Perzische tuin die in Ramat Rachel is gevonden en die dateert uit de zevende-vierde eeuw voor de gebruikelijke jaartelling. Hierin zijn ook sporen van de etrog gevonden – blijkbaar de eerste getuigen van deze soort in Israël.

Onze eigen huiscitroen is een kruising tussen de etrog en de mandarijn. Dit doet de vraag rijzen of die niet ook prima zijn als etrog voor Soekot – zeker die uit bijvoorbeeld Italië of het Iberisch schiereiland, die vaak ook uiterlijk erg op een etrog lijken. Terwijl de Talmoed daarover lijkt te zwijgen, en ook de Middeleeuwse rabbijnen er weinig over te zeggen hebben, is de tegenwoordige consensus onder rabbijnen dat een geënte etrog totaal ongeschikt is. Hoewel rabbijnen uit de zestiende eeuw daar overigens nog milder over dachten, en ook sommige latere rabbijnen soms wel wat water in de etrogwijn wilden doen als men geen andere etrog kon vinden.

Na Soekot wenst men elkaar in de oude wereld “een gezonde winter” - alles was immers gedaan en men was klaar voor het komende seizoen, dat soms ook allerlei kwaaltjes kon brengen. Met deze wens hoopte men dat de inspanningen van de feestdagen ook fysiek gezien helend zouden zijn, opdat men ongeschonden de Pesach bereikt. Gezondheid is traditioneel een onderwerp waar rabbijnen wel een en ander over zeggen – van gezondheidstips en remedies in de Talmoed tot de Middeleeuwse geschriften van Maimonides en halachische uitspraken over geneeskunde door hedendaagse rabbijnen. Zo ook weer rabbijn S. Aviner die elke week vele vragen via internet, SMS en telefoon krijgt en beantwoordt. Op srugim.co.il wordt trouw wekelijks een soort vraag-en-antwoord responsum gepubliceerd (of eigenlijk meer een soort vraag-interview) over allerlei onderwerpen.

Deze week over alternatieve geneeskunde. Een onderwerp waar Aviner al eerder wat over te zeggen had. De rabbijn vindt dat we in geneeskunde de meerderheid volgen, net als in halachische beslissingen, en dus de conventionele medische methodes (zouden wetenschappers het altijd eens zijn met dit meerderheidsprincipe?). De rabbijn vervolgt met te stellen dat wetenschap slechts een theorie is. Een theorie die moet worden getoetst en falsificeerbaar moet zijn om wetenschap te heten (Popper!) en dat men daarom de conventionele methodes moet volgen. De alternatieve geneeskunde voldoet hier niet aan en haar 'successen' zijn daarom geen bewijs.

Maar hoe weet je dus of iets wetenschappelijk verantwoorde geneeskunde is? Volgens de rabbijn zijn er twee criteria: 1) iets moet bewezen zijn 2) er moet empirisch onderzoek plaatsvinden (dubbelblind). Daarom corrigeert echte wetenschap zichzelf wél en pseudowetenschap niet. Energetische healing is allemaal onzin, want het is niet bewezen dat die energieën bestaan. Daarom moet je voor conventionele geneeskunde kiezen, en nog beter: de regels van de preventieve geneeskunde volgen.

Ik vind het boeiend om te zien hoe de rabbijn een filosofisch-wetenschappelijk verhaal houdt over alternatieve geneeskunde dat best redelijk en rationeel klinkt (ik ben echter geen expert), maar op religieus gebied juist erg conservatief is. Tot slot stelt Aviner immers nog dat er volgens Maimonides drie maatstaven zijn om iets mee te beoordelen: het intellect, de ervaring en profetie. Bij een clash tussen het denken en de empirie en ervaring geven we voorrang aan de feiten en niet aan het denken. Maar bij een contradictie tussen profetie en het intellect en de ervaring, geven we het primaat aan de profetie. Waarom dan niet ook een wat meer kritische en rationele houding tegenover de traditie, haar geschriften en leerstellingen?

Sjabbat sjalom!

Reageren op dit item is niet meer mogelijk.

Columns 2023

Columns 2022

Columns 2021

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Columns 2010

Columns 2009

Columns 2008