Afgelopen week lazen we in sjoel – althans voor het selecte groepje aanwezigen dat niet bang is voor corona – de dubbele parasja Matot-Masé. Deze laatste parasja van het boek Bemidbar vertelt over de verschillende plaatsen die de Israëlieten in de woestijn op hun tochten aandeden. Al in de tijd van de rabbijnen was men minder geïnteresseerd in het geografische aspect van de plekken die in de Tora worden genoemd – waar lagen die nu precies op de landkaart? – maar werden de plaatsen door een midrasj-methode opgevat als spiritueel-geestelijke fasen in de ontwikkeling van een persoon.
Een ieder die de Tora (diepgaand) bestudeert, komt steeds op een hoger niveau, want er is gezegd (Bemidbar 21:19) “En van Mattana naar Nachaliel; en van Nachaliel naar Bamot” (Pirké Avot 6:2). De uitleg is dat Mattana op een midrasj-manier verwijst naar de Tora die een geschenk was van God aan Israël en hun werd gegeven. Door deze te aanvaarden wordt Israël het erfdeel van God (nachalat El) – een midrasj-uitleg op de naam Nachaliël, die letterlijk “Rivieren van God” betekent. Vervolgens zal wie Gods erfdeel door de Torastudie verhoogd is geworden, steeds op een hoger niveau komen. ‘Bamot’ als verwijzing naar hoogte, verhoging – denk aan de bima in sjoel. Ook andere plaatsen in de Tora werden op deze midrasj-manier van een educatieve moralistische inhoud voorzien (zie Rasji op Dewariem 1:1).
Het chassidisme pakte dit verder op. De chassidim zien in de 42 plaatsen die als stations op de reis naar Israël worden genoemd, een metafoor voor de persoonlijke ontwikkeling van elk persoon. Elk individu moet in zijn leven vanaf zijn geboorte tot aan zijn sterven 42 stadia doorlopen, 42 ingrijpende situaties / beproevingen doorstaan. Er wordt in dit verband verwezen naar de 42-letterige naam van God – één van de namen die ook een grote mystiek-magische betekenis heeft: in elke situatie is God als het ware aanwezig. De chassidische rabbijn Sjimsjon uit Ostropoly zou volgens een artikel op srugim.co.il gezegd hebben dat het in zware tijden en in het bijzonder tijdens een epidemie beschermend werkt als iemand twee keer per dag – 's ochtends en 's avonds – de passages met de 42 woestijnplekken leest.
Uiteraard wordt deze remedie tijdens de coronacrisis ook weer actueel, wil het artikel zeggen. Of het echt helpt, weet ik niet, maar ik zie wel iets in het beeld van een wereld en samenleving die met vallen en opstaan vooruitgang boekt. Vaak is een ontwikkeling immers niet lineair – dan gaat men weer vooruit, dan stagneert er weer iets, is er achteruitgang, herstel et cetera. Het belangrijkste is om van het verleden te leren en dezelfde fouten niet te herhalen…
Wat me brengt op het Manifest tegen de afrekencultuur dat door tientallen Nederlandse wetenschappers en prominenten werd ondertekend, onder wie Bart Collard, Raisa Blommestijn, Ayaan Hirsi Ali, Andreas Kinneging en natuurlijk Thierry Baudet.
Volgens een NOS-verslag staat volgens het Manifest het vrije woord onder druk door "het intimiderende optreden van radicale activisten." En: "Voor het minste of geringste word je voor racist of extreem-rechts uitgemaakt" en "Als gevolg van radicale groepen (zoals Black Lives Matter, lm) die institutioneel racisme zeggen te willen bestrijden, komt de vrijheid van meningsuiting onder druk te staan”, staat er in de brief. "Deze groepen willen anderen die niet de juiste mening voorstaan, het recht op het geven van hun mening ontnemen."
Ik denk niet dat we iets opschieten met een doorgeslagen politiek correct communiceren, waarin de identiteitspolitiek voorop staat en iedereen al heel erg snel gekrenkt is en zich slachtoffer weet. Mensen labelen als antisemiet of racist helpt weinig om de problemen op te lossen. Aan de andere kant lijken de initiatiefnemers van het Manifest wel een wat makkelijk kritisch standpunt in te nemen tegenover racisme, discriminatie en Black Lives Matter. Al was het maar omdat de prominente namen zelf weinig te vrezen zullen hebben voor welke vorm van discriminatie, uitsluiting of vervolging ook. Want: doorgaans blank, welgesteld, hoog opgeleid en behorend tot een elite. Niet de groep die snel slachtoffer wordt tijdens een razzia. Laten we dus accepteren dat tijden veranderen en dat wat in de ene periode acceptabel is, dat in een andere periode niet meer is. Waarschijnlijk was het objectief gezien overigens nooit acceptabel, maar dat is een tweede …
Wat me tot slot brengt bij de tekst van een kerklied dat ook weer stof deed opwaaien. Het Nederlands Israëlietisch Kerkgenootschap schreef hier al over op zijn website. Het gaat om het lied ‘Jeruzalem mijn vaderstad’ van Willem Barnard (1920-2010) – een bewerking van het zestiende-eeuwse Engelse lied ‘Jerusalem my happy home’. In strofe 19 lezen we daar het volgende.
Tom Mikkers vind de tekst maar niets en wil die schrappen.
Enfin, zelf vind ik het wat betreft de Joodse kant niet schokkend. Wel eendimensionaal – want Joden zijn meer dan het lijden – gesymboliseerd door de ster. Of gaat het juist om de ster als verlossingsteken – zie Bemidbar 24:19? Vorm vooral uw eigen mening …
Sjabbat sjalom!