Het wordt een rare Pesach dit jaar. Zonder gasten, maar ook vooral zonder familie en vrienden, uit angst voor onze eigen gezondheid en die van anderen – vooral de kwetsbaren. We kunnen het ons eigenlijk niet eens voorstellen, een dergelijke Pesach-viering, die bij sommigen herinneringen uit een ver verleden naar voren halen. Toch is de wijze waarop we gewend zijn Pesach te vieren een relatief recente. Relatief nieuw betekent in het Jodendom een kleine tweeduizend jaar… Want als we de Tora lezen, zien we eigenlijk twee modellen voor Pesach-vieringen. Eén waarin het gezin en familie – de kleine groep – centraal staan (vooral in Sjemot 12) en een andere die vooral op de Tempel en de offers (Pesachlam en feestoffers) gericht is. In het Misjna-tractaat Pesachiem worden beide perspectieven samengebracht: een gedeelte van de activiteiten vindt plaats in en rond de Tempel, de andere in huiselijke kring met een beschrijving van de Sederavond en de rituelen die daar bij horen.
Toch is de vraag of dit niet een ideaal beeld is dat vooral in Jeruzalem gold. Kwam iedereen uit de periferie echt naar Jeruzalem om daar het Pesachlam te slachten, op bedevaart te gaan en daar de feestdag te vieren? Aan de andere kant kent de Tora de mogelijkheid om een tweede Pesach te vieren voor wie onrein was of op een verre reis. Volgens de rabbijn kan dat zelfs betekenen dat hij of zij buiten Jeruzalem is en de reis naar Jeruzalem niet kan maken. Bovendien stelt de Tora dat alleen de mannen drie keer per jaar naar de Tempel moeten komen: met Pesach, Sjawoeot en Soekot. Vrouwen, zieken, mensen met een handicap en invaliden volgens de rabbijnen niet.
Betekende dit dan dat men wel naar Jeruzalem kwam, maar niet naar de Tempel hoefde? Want man en vrouw, jong volwassene en oudere moeten het Pesachlam eten. In praktijk zullen misschien in de periferie vooral de jonge en gezonde mannen naar de Tempel zijn gegaan met de pelgrimsfeesten, want we vinden bovendien een mening onder de vroege rabbijnen (eerste - tweede eeuw) dat een vrouw vrijgesteld is van het eten van het Pesachlam. Dat betekent dat het vieren in huiselijke kring met de hele familie vooral in Jeruzalem gebeurde en in de diaspora, waar men hoe dan ook al weinig op pelgrimage ging.
Pas na het jaar 70, toen de Tempel werd verwoest, was de Sederviering in huiselijke kring het enige wat er nog was en werd dit dé manier om de Pesachavond te vieren – in Israël en in de diaspora. Overigens wijs ik in dit verband nog even op het overbekende verhaal van de vijf geleerden die in Bné Berak aanlagen voor de seder en de hele nacht doorgingen totdat hun leerlingen hen kwamen waarschuwen dat de tijd van het lezen van het Sjema van de ochtend was aangebroken. Van een seder waar ook kinderen en vrouwen bij zijn, horen we niets. Of misschien hielden de rabbijnen eerst thuis hun eigen seder met de familie, om daarna – wanneer vrouw en kinderen naar bed zijn gegaan – samen als ‘mannen onder elkaar’ door te halen tot de volgende ochtend?
Terug naar Pesach dit jaar. Het zal dus een andere ervaring worden, anders dan we doorgaans gewend zijn. Veel mensen zullen het kleine verband van de Sederviering als een gemis ervaren – vooral de ouderen en alleenstaanden zullen het feestdaggevoel – de Jom Tov ervaring – missen. Hoe los je dat op als gemeenschap? Deels door technologische middelen in te zetten, zoals Skype en Zoom. Achttien best bekende rabbijnen uit Israël besloten zelfs dat men dit jaar vanwege de uitzonderlijke omstandigheden voor de Seder gebruik mag maken van Zoom om toch op deze manier 'samen te zijn' - vooropgesteld dat men de computer vóór de Jom Tov aanzet en alles vooraf al in werking stelt. Dit leidde vrijwel meteen tot een discussie langs de etnische scheidslijnen in Israël: Oriëntaals versus Asjkenazisch, want die achttien rabbijnen zijn allemaal Sefardiem. Verschillende Asjkenazische rabbijnen vonden het meteen al niets, hierbij gevolgd door sommige Sefardische rabbijnen, waarna de discussie over en weer verder ging. De beide opperrabbijnen lieten recent nogmaals weten dat ze de beslissing afkeurden.
Het meest interessant was de reactie van de bekende Marokkaanse rabbijn Alcharar, die niet begrijpt waar iedereen zich over opwindt. Grote Sefardische rabbijnen uit eerdere generaties staan zelfs het gebruik van elektriciteit op Jom Tov toe! Tja, het is best ingewikkeld iets te verbieden als je geen alternatief kan bieden in tijden van nood zoals deze, denk ik.
De Joodse traditie is er één van hoop en troost en optimisme is een bewuste keuze. Dus laten we hopen en alvast uitkijken naar betere tijden. Laten we daarom ondanks alles met elkaar Pesach / Pasen vieren en positief blijven. En laten we hopen op een voorspoedig herstel van de zieken.
Een gezonde en koosjere Pesach!