Terwijl de inkt van mijn column amper 24 uur droog was, was er de serie bloedige aanslagen in Parijs. Ondanks de sjabbat bereikte het nieuws mij via anderen die het uit de media hadden vernomen. In de huidige wereld verspreidt nieuws zich nu eenmaal razendsnel. De reacties waren uiteraard van ontzetting, woede en angst. Begrijpelijke reacties wanneer men de details van de aanslagen hoort. Maar is emotie een goede basis voor het handelen? Of voor wat we zeggen – tegen anderen en onszelf? Het is vaak verstandiger om de emoties, hoe moeilijk ook, wat opzij te zetten en vervolgens na te denken wat men moet doen. Stoere oorlogstaal lijkt op korte termijn verstandig, maar wakkert angst juist aan en rechtvaardigt het nemen van stappen en het gebruik van middelen die vaak niet echt de toets der kritiek doorstaan. De idee dat oorlog de opschorting van rechten zou betekenen – zelfs de meest basale – is onjuist en onwenselijk.
Leiders kunnen beter de burgers aanmoedigen om waakzaam en alert te zijn, strijdbaar zelfs, en vooral door te gaan met hun gewone leven (dat meer en grotere risico’s kent dan terreur – zie de schrikbarend hoge cijfers van het aantal verkeersslachtoffers in 2014).
Het afzeggen van allerlei evenementen en bijeenkomsten hoort daar zeker niet bij. Wel dient de zichtbare en onzichtbare bewaking uiteraard opgevoerd te worden. Maar de beste bewaking zijn wij zelf – met onze eigen oren, ogen, en mond. Door meer contact mét elkaar, oprechte interesse ín elkaar, betere zorg vóór elkaar, weet men ook waar de ander zoal mee bezig is. Positieve dingen, of is men aan het radicaliseren? Het huidige ‘ieder voor zich’, eigen-participatie ge-orakel en de eigen-verantwoordelijkheid-nemen retoriek van het laatste decennium kweken een geatomiseerde samenleving waarin elk individu zijn eigen wereld heeft: sommigen maken er een paradijsje van, anderen een leuk moestuintje, maar weer anderen maken er een kleine hel van. In een dergelijke wereld is de veiligheid waarborgen nóg moeilijker geworden.
Ondertussen maakt ook de Joodse gemeenschap in Nederland zich zorgen. Begrijpelijk, hoewel de 129 slachtoffers vermoord werden omdat ze Fransen waren, niet omdat ze Joden waren. De eerste wonderverhalen hoorde ik ook al gisteren. Een Joodse jongen die aanwezig was op het rockconcert in het theater waar het grootste bloedbad plaatsvond, wist als door een wonder het theater op tijd te ontvluchten. Zijn moeder besloot om vanaf nu meer aan de sjabbat te gaan doen in huis. Een ander stel tieners vierde de sjabbat vlakbij de plekken waar geschoten werd op straat. Terwijl ze de sjabbat-dis al wilden verlaten, drong de gastheer erop aan om nog even iets over de parasja te vertellen. Na het verhaal vertrokken ze, om op straat te ontdekken dat zich enkele straten verder iets gruwelijks had voltrokken – op een plek waar ze normaliter langs zouden lopen …
In Israël is al weer een rabbijn die er iets fouts over moet zeggen, alsof het niet erg genoeg is allemaal. De rechts-extreme kolonistenrabbijn Dov Lior uit Kirjat Arba stelde volgens de Jerusalem Post dat het bloedbad een straf is, het verdiende loon ‘vanwege hetgeen de Europeanen 70 jaar eerder onze voorouders aandeden’. Lior heeft zelf de Holocaust meegemaakt – de enige ‘verzachtende omstandigheid’ voor deze abjecte, ongevoelige en dwaze reactie. Fijn ook dat deze Lior inzicht heeft in de hemelse boekhouding (handel met voorkennis). Helaas heeft de rabbijn wel meer kwaadaardige uitspraken (understatement) op zijn conto staan (lees bijvoorbeeld de Wikipedia-pagina over Lior). Enkele weken geleden kwam hij volgens de Yediot weer in het nieuws als hoofdondertekenaar (samen met tientallen andere rabbijnen) van een petitie aan de Israëlische regering voor de uitvoering van de doodstraf tegen terroristen die een Jood hebben verwond.
Met Chanoeka in het verschiet laait ook weer de jaarlijkse Chanoekia-ontsteking-voor-vrouwen-van-de-Klaagmuur weer op. Deze organisatie protesteert terecht tegen de wijze waarop de ontsteking van de Chanoekia bij de Kotel plaatsvindt – bij de mannensectie, zonder participatie van vrouwen. Vandaar hun voorstel om dan maar aan de vrouwenkant aan te steken – in mijn ogen ook geen oplossing want dan kunnen er weer geen mannen bij zijn. Hoe moeilijk kan het aansteken van een Chanoekia zijn in ‘de enige democratie in het Midden-Oosten’, zeker met een hardliner als rabbijn Shmuel Rabinowitz als Kotel-rabbijn, die overal het laatste woord in heeft.
Om maar met iets positiefs te eindigen: zo mooi kan de herfst ook zijn:
Sjabbat sjalom!