‘Als ik aan Duitsland denk, lijkt het mij iets waanzinnigs in mijn hoofd’.
Uit: Die Ausgewanderten van W.G. Sebald.
De schrijfster Pauline Micheels vindt bij het leegruimen van het huis van haar overleden oom een donkerrood gekartonneerd schrift. Het blijkt een oorlogsdagboek te zijn, duidelijk geschreven door een jongen van een jaar of elf, die met zijn moeder in Kamp Westerbork zit. Wanneer het dagboek precies geschreven is, wordt haar niet duidelijk, want elke dag begint met ‘Vandaag’, en daaronder ‘de zoveelste dag’, alsof de precieze datum er niet toe doet.
In Vandaag laat Micheels ons op ontroerende wijze het leven ervaren in het doorgangskamp Westerbork. Zij verwerkt daarin zowel de verhalen die in haar familie de ronde deden, als ook de kennis die zij vergaarde tijdens jarenlang historisch onderzoek.
In deze beklemmende oorlogsnovelle volgen we via dagboekaantekeningen het dagelijks leven in het kamp. Een leven dat voor de kinderen schijnbaar gewoon doorging.
In de directe rede, in korte zinnen, word je meteen het verhaal ingetrokken. En via de Hollandsche Schouwburg wordt de ik-figuur uiteindelijk met zijn moeder naar Westerbork afgevoerd.
Moeder werkte bij de Joodse Raad, en ze is het hele boek lang ontzettend boos.
Tot de dag dat moeder en zoon uiteindelijk worden doorgestuurd zal de moeder haar best doen om van transport te worden vrijgesteld en het kamp uit te komen.
Vandaag is dus geheel door kinderogen gezien. De schrijver van het dagboek, de ik-figuur, probeert zijn leven, met de weinige bezittingen die hij bij zich heeft, voort te zetten. Zijn lievelingsboek Max und Moritz speelt daarbij een heel belangrijke rol, maar ook zijn rode schrift, zijn vulpen en zijn drie tennisballen.
Opvallend is dat de jongen zich behoorlijk groot houdt, hij wil het zijn moeder niet moeilijker maken dan nodig is. En dat terwijl het boek heel schrijnend beschrijft hoe hij door alle stress regelmatig aan buikpijn lijdt. Heel opmerkzaam houdt hij het doen en laten van zijn moeder in de gaten, het lijkt alsof hij dwars door haar flinke façade heen kijkt.
Moeder was vandaag zó zenuwachtig, ze kon haast niet eten.
Het kamp is opvallend beschaafd, er komen geen ruzies en schreeuwpartijen voor. Het doet me een beetje denken aan de sfeer in de film La Vita è Bella, waar een vader en zoon in het kamp belanden, en waar de vader zijn uiterste best doet de waanzin in het kamp voor zijn kind in een sprookjesachtig verhaal om te toveren. Ook de moeder in Vandaag houdt de moraal hoog.
Af en toe vroeg ik me tijdens het lezen af welke doelgroep Micheels in haar hoofd had tijdens het schrijven, want dit soort uitleggerigheid is niet echt nodig:
Net als de uitleg waarom een rabbijn vrouwen geen hand mag geven.
Ondanks het schijnbaar eenvoudige taalgebruik lees je dit boek ademloos uit. Je gaat heel erg meeleven met de jongen.
Het boek heeft een onverwacht, raadselachtig einde, dat ik hier niet weg wil geven.
Historica Pauline Micheels werkte jaren op het NIOD en in het onderwijs. Zij schreef naast talrijke artikelen en andere publicaties onder meer Muziek in de schaduw van het Derde Rijk (1993) en De Vatenman Bernhard van Leer (2002).
Pauline Micheels, Vandaag. Een oorlogsnovelle.
Uitgeverij Prometheus, 2014
ISBN 978 90 446 2654 4